Foto: VPRO

Nina Jurna maakte de tv-serie ‘Van Bahia tot Brooklyn’. Ze reisde naar zeven landen en eilanden om te kijken naar de doorwerking van het slavernijverleden. Ze kwam er verrukt en verrijkt van terug, zegt ze.

Nina Jurna is al jarenlang correspondent voor Latijns-Amerika voor NOS en NRC. Ze woont sinds tien jaar in Brazilië en is gewend heel wat af te reizen. Maar de bezoeken die ze bracht voor deze serie – waarin ze Brazilië, Trinidad, Jamaica, Curaçao, Suriname, de Dominicaanse Republiek en Brooklyn aandeed – raakten haar diep. Vooral het deel over Curaçao.

Little Caribbean
De serie gaat over culturele vernieuwing en verbinding in het Caribisch gebied. Het begint in Bahia, de meest Afrikaanse deelstaat van Brazilië en eindigt in Brooklyn, in Little Caribbean.

“Daar zie je wat er gebeurt als er geen zee tussen zit”, vertelt Jurna. “Ik praat er met een jongen waarvan je zou denken dat hij een Afro-American is, dan zegt hij: Mijn ouders komen uit Jamaica. Een tweede jongen sluit zich bij ons aan en zegt: waar denk je dat ik vandaan kom? Afro-American raadden we allebei: Nee hoor, mijn ouders zijn puur Trinidadiaans.”

Iemand zei het zo: “Wij hebben een gedeelde geschiedenis, de zweep verbindt ons allemaal, wij hebben gedeelde pijn. Ik kwam op al die plaatsen en dan zie je dat dat ook zo is. Ook bij iemand uit de Dominicaanse Republiek, terwijl ze zich in dat land niet gauw verbinden met hun Afrikaanse roots, maar eerder met Spanje.”

‘Oma, praat Papiamentu!’
Vooral de aflevering over Curaçao deed haar veel. “Zo dicht was ik nog nooit bij die tijd (de tijd van de slavernij, red) gekomen. Met Rose-Mary Allen beluisterde ik interviews uit 1970 met 100-jarigen, mensen wiens ouders nog tot slaaf gemaakten waren. Ik ging met Gibi Bacilio op pad, Hij vertelde het verhaal van Tula en van de slavenmuurtjes. Hij wil tonen dat de slavernij ook een tijd was van verzet en niet enkel van slachtofferschap.”

Jurna bezocht Arte di Palabra, een spoken word voorstelling voor middelbare scholen. “Als je ziet hoe bewust die jonge mensen zijn. Een meisje zei: ’Papiamentu is mijn taal’ en ze verbeterde haar oma die in het Nederlands wou praten, want zo heeft ze dat op school geleerd. ‘Nee, oma, Papiamentu praten’.”

In Jamaica zagen ze echter een jongen zich insmeren met bleach (een middel om de huidskleur lichter te maken, red). “Hij zei dat hij het deed om als artiest op te vallen. Het slavernijverleden was hij, zei hij, al ver voorbij. Hij zei: “Iedereen is hier zwart. Zo val ik op, en de vrouwen vinden het mooi.”

Eén grote familie
“Iin Little Caribbean in Brooklyn komt het allemaal samen. Je voelt je daar als vanzelfsprekend bij horen. We aten een broodje uit Sint Vincent, aten kokosnoot uit Guyana. Het is een soort van islandhopping. Terwijl je weet dat door het koloniale systeem een ticket naar Europa goedkoper is dan naar een Caribisch eiland.”

Jurna vertelt dat het in haar gewone werk als correspondent vaak gaat over de strijd van de bevolking tegen een elite. Dat zijn altijd de nazaten van de families die vroeger plantages hadden. Dus in mijn werk zit de wortel van het verleden er ook altijd in.” In haar tv-serie ging ze op zoek ‘naar wat ons verbindt’. Over het resultaat is ze heel opgelucht: “Eigenlijk heb ik één grote familie gevonden, met gedeelde roots.”

Van Bahia tot Brooklyn is elke vrijdag om 20.30 uur te zien op NPO 2. De aflevering over Curaçao zal te zien zijn op 30 juni aanstaande.