Eddy Campbell met koning Willem-Alexander en koningin Máxima, foto: Jamila Baaziz

Eddy Campbell met koning Willem-Alexander en koningin Máxima, foto: Jamila Baaziz

AMSTERDAM – “Diepe spijt en berouw”, dat betuigt vice-premier Lodewijk Asscher namens de Nederlandse regering bij de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij 150 jaar geleden op maandag 1 juli.

“Veel mensen voelen die pijn nog. Wie onze voorouders ook waren, slachtoffers of daders, we zijn vandaag één in onze verbijstering over de mensonterende praktijk van de slavernij.”

Verslag van de slavernijherdenking in Amsterdam (bijdrage: Jamila Baaziz)

In het bijzijn van koning Willem-Alexander en koningin Máxima is in een druk Oosterpark stilgestaan bij de slavernij en de slachtoffers van de slavernij. Er zijn kransen bij het slavernijmonument gelegd door Asscher, maar ook door onder meer de gevolmachtigd ministers van Aruba, Curacao en Sint Maarten. Winti-priesteres Marian Markelo bracht een plengoffer. Het is de eerste keer dat de herdenking zo groots is georganiseerd en de media-aandacht ervoor zo massaal is. De NOS heeft de herdenking live uitgezonden en vele cameraploegen, fotografen en andere pers zijn aanwezig om verslag te doen.

Koopwaar
In de toespraak van Asscher gebruikt hij directe woorden om het gevoel over het verleden uit te spreken: “Hoe hebben mensen kunnen denken dat ze andere mensen als koopwaar mochten behandelen? Waarom heeft Nederland daar niet veel eerder een eind aan gemaakt? Ik sta hier vandaag namens de Nederlandse regering en kijk terug op deze schandvlek in onze geschiedenis. Ik kijk terug en betuig diepe spijt en berouw over hoe Nederland is omgegaan met de menselijke waardigheid.”

De Nederlandse regering betuigt via de woorden van de vice-premier voor de tweede keer spijt voor de Nederlandse rol in het slavernijverleden, maar formele excuses zijn opnieuw niet gemaakt. Toch reageren de aanwezigen met een licht applaus.

Genoegdoening
Die excuses zijn wel op zijn plaats volgens Eddy Campbell, voorzitter van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden- en erfenis (NiNsee). “Ze zouden bijdragen aan de genoegdoening voor de nazaten. Maar excuses kun je niet afdwingen.” Hij is wel blij dat Asscher nu de woorden van spijt, die Roger van Boxtel in 2001 voor het uitsprak, heeft herhaald.

Campbell brengt het gevoel van vele aanwezigen onder woorden: “Het slavernijverleden is voor veel nazaten van slaven nog een open wond. Een land moet rekenschap geven aan zijn hele geschiedenis en ook de schandvlekken ervan belichten.” Hij hoopt en roept op dat de nazaten van de slaven zichtbaarder zullen worden in de Nederlandse politiek, media, rechtspraak en wetenschap. Vanuit het publiek klinkt instemmend gejoel.

Schaamte
De Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan spreekt in zijn toespraak over ‘schaamte’ en het besef dat de slavernij een gedeelde geschiedenis is: “Het past Amsterdam om nooit meer over de Gouden Eeuw spreken zonder het ook over het slavernijverleden te hebben. Hun pijn is ook onze pijn.”

Met de klanken van een ingetogen versie van Bob Marley’s Redemption Song, gezongen door Shirma Rouse en Luna Mae, eindigt de herdenking bij het slavernijmonument. Het startsein voor het Keti Koti festival verderop in het park, waar de vele (vooral Surinaamse) eetkraampjes lonken en het Metropole Orkest op een groot podium speelt met onder andere Izaline Calister, Giovanca en Denise Jannah.

door: Jamila Baaziz