Foto: Kim Hendriksen

Wat als Curaçao haar eigen groente en fruit zelf gaat verbouwen? Jandino Asporaat heeft de droom dat zijn eiland minder afhankelijk wordt van het buitenland én dat er meer geld wordt verdiend. Daarom start hij voor jongeren een speciale opleiding tot landbouwer. 

Onderwijs op het gebied van landbouw is hard nodig voor het eiland, vindt Asporaat. Als het om voedselvoorziening gaat, zou Curaçao nu voor meer dan 95 procent afhankelijk zijn van het buitenland. “Dat is allemaal geld dat uit Curaçao verdwijnt. Om uit de misère te komen waarin het eiland nu zit, moet er meer aandacht komen voor lokale producten.”

Volgende maand al starten twintig jongeren met de opleiding. Asporaat heeft het in samenwerking met het Institute for Professional Exellence opgezet. In vier maanden tijd leren zij hoe je met de nieuwste technieken groente en fruit op het eiland kunt verbouwen. Ook de kunst van ‘landscaping’ hoort bij het programma, zodat ze ook als hovenier aan de slag kunnen.

‘Curaçao kan zelfs voedsel gaan exporteren’
Het Huis van Asporaat, zijn bedrijf wat hij samen met zijn broer runt, is eigenaar van Hòfi Mango in Banda’bou. Dat hebben ze vorig jaar gekocht, omdat ze als Yu di Kòrsou zich ‘verplicht’ voelen om ‘iets terug te doen voor het eiland’. Twee hectare van de vruchtbare grond wordt gebruikt voor het onderwijsproject.

Zijn idee is om eerst de Curaçaose productie van voedsel een nieuw leven in te blazen. Daarna wil hij dat de landbouw op het eiland geleidelijk meer gaat produceren, zodat Curaçao de producten gaat exporteren om geld te verdienen.

‘Werken in het landbouw ligt gevoelig door slavernijverleden’
Volgens Asporaat is er een mentaliteitsverandering nodig. Hij ziet dat jongeren het als ‘minder’ beschouwen om op het land te werken. Ze leggen ook een relatie met het slavernijverleden, waarin tot slaaf gemaakte mensen werden gedwongen het land te bewerken.

“Maar dat is niet correct”, vindt Asporaat. “Ik wil jongeren uitleggen dat ze goed geld kunnen verdienen met de verkoop van lokaal voedsel. En dat het een mooi beroep is.”

Tegelijkertijd benadrukt hij dat het hem ernst is. “Met al het geld dat we nu uitgeven aan importproducten worden in andere landen ziekenhuizen gebouwd, infrastructuur gefinancierd en mensen opgeleid. We moeten ons geld niet zo makkelijk naar het buitenland sturen. Maar zorgen dat het op Curaçao blijft en rond gaat.”

‘Mentaliteitsverandering nodig op Curaçao’
Asporaat wil met zijn plan zorgen dat mensen op het eiland meer eigen producten gaan kopen. “Eigen producten eerst!”, zegt hij met zijn karakteristieke glimlach.

Op dit moment lijken lokale producten niet zo in trek, beaamt hij. Volgens Asporaat is daarbij niet alleen een ‘mentaliteitsverandering’ bij jongeren voor nodig, maar ook bij de klanten en de verkooppunten.

Curaçao mag minder filosoferen waarom het niet lukt en meer actie nemen om te zorgen dat het een succesverhaal wordt, vindt hij. “We kunnen wel allemaal redenen verzinnen waarom het moeilijk kan zijn. Volgens mij is het vooral belangrijk dat we jongeren opleiden, kennis doorgeven en investeren in lokale landbouw. Sterker nog: het is noodzakelijk.’’

Dertig jaar wachten op stuk grond

Op het eiland zou er wel animo zijn voor het verbouwen van groente en fruit, maar door bureaucratie bij de overheid haken verschillende mensen die interesse hebben af. Wie aan landbouw wil beginnen op het eiland, komt niet makkelijk aan een stuk grond. Via de overheid moeten mensen zo’n dertig jaar wachten op erfpachtgrond, maakte Caribisch Netwerk eerder bekend.

Bovendien zeggen veel boeren moeilijk te kunnen rondkomen, omdat verschillende supermarkten te weinig zouden willen betalen voor verse groente en fruit van het eiland. Er zijn supermarkten die niet eens de helft willen betalen van wat boeren vragen. Volgens MFK-parlementslid Gilbert Doran hoeven boeren niet afhankelijk te zijn van de supermarkten.

Steun vanuit grote bedrijven en instellingen
Jandino Asporaat krijgt voor de opleiding steun van enkele grote instellingen op Curaçao. De opleiding wordt gegeven bij het Institute for Professional Excellence (IPE), dat vier jaar geleden is opgericht. Het wordt ondersteund door water- en elektriciteitsbedrijf Aqualectra, horeca-organisatie CHATA, Stichting Overheids Accountants Bureau (SOAB) en Bureau Telecommunicatie & Post.

Voorzitter Franklin Sluis ondertekende met Asporaat maandag het akkoord voor ondersteuning van de landbouwopleiding. Hij stelde eerder dat Curaçao jaarlijks 200 miljoen aan landbouwproducten uit het buitenland importeert.

Door de trainingen komt er op de arbeidsmarkt meer kennis van nieuwe technieken. Daardoor kan er makkelijker en meer verbouwd worden. “Vandaar dat het project van Jandino ons ook zo aanspreekt.”

Foto: Èxtra