Foto: Sharina Henriquez

ORANJESTAD – “Voor iemand zoals ik die graag praat, was het verschrikkelijk.” Rona Peterson kwam in een sociaal isolement tijdens de maanden van opsluiting door corona. Net als vele oudere Arubanen.

door Sharina Henriquez

De familiebanden zijn sterk op het eiland. Maar omdat de ouderen tot de risicogroepen horen, is het contact stukken minder. Bovendien willen ouderen vaak hun kinderen en andere familieleden niet ongerust maken.

“Ze willen anderen niet tot last zijn. En dan is praten met een vreemde makkelijker”, zegt Kim Visser die tijdens de corona-sluiting vrijwillig als buddy werkt voor de eenzame ouderen.

Het buddyproject is een nieuw project van het Rode Kruis, vertelt projectcoördinator Indra Anthony-Pereira. “We hebben al enige jaren het programma Biba Bida vol activiteiten voor 65 plussers. Ja, ze hebben vaak familie. Maar wat ze ook missen is contact met hun leeftijdsgenoten. Je kan met je leeftijdgenoot toch over andere onderwerpen praten en dingen delen dan met je kinderen of kleinkinderen.”

Met corona moesten ineens alle geplande activiteiten stoppen. “We hebben toen het buddyproject versneld. Het was als pilot bedoeld, maar met de ervaringen nu, gaan we ermee door. Het heeft bewezen dat het echt een verschil heeft uitgemaakt voor de ouderen tijdens corona”, aldus Anthony-Pereira.

‘Sommigen waren zo bang, die wilden niet eens meer in hun eigen tuin komen’

Wekelijks belden zo’n 40 vrijwilliger met tientallen ouderen. Eerst waren het vooral nog gezellige gesprekken, maar daarna sloeg de angst toe, vertellen Anthony-Pereira en de andere vrijwilligers. De ouderen zaten bovendien te springen om informatie over het virus.

Ook waren die zich gestigmatiseerd voelden, vertelt vrijwilliger Minerva Huizinga-Santana. “Ze hoorden wereldwijd het nieuws elke keer dat als je oud bent en er niet genoeg beademingsapparaten zijn, dat je dan van het lijst geschrapt wordt. Want jongeren gaan voor. Die waren heel erg bang en sommigen wilden niet eens meer in hun eigen tuin komen.”

Erna Solognier zegt dat ze het ongelofelijk vindt wat de vrijwilligers voor haar en vele anderen hebben gedaan. “Dat iemand aan een ander denkt, dat betekent voor mij heel veel. Misschien denken we niet meer zo, maar ik wel.”