Foto: John Samson

DEN HAAG – Aruba, Curaçao en Sint-Maarten hebben door de coronacrisis tientallen, zo niet honderden miljoenen extra nodig om het eiland overeind te houden. Volgens het Nederlandse kabinet kunnen ze op hulp rekenen, maar niet op een gift. 

“Wij laten de autonome landen niet in de steek”, benadrukt minister Raymond Knops (Koninkrijksrelaties) na afloop van de Rijksministerraad vrijdag. “Maar dat is wat anders dan zeggen: wij betalen al uw rekeningen voor de komende maanden, want dat kan natuurlijk ook niet.”

De eilanden hebben geen reserves om de economische klappen van de coronacrisis op te vangen. Tienduizenden mensen zijn werkloos geraakt en worden afhankelijk van de overheid. Aruba vraagt van Nederland bijvoorbeeld om een gift van 400 miljoen euro.

‘Het gaat om Nederlands belastinggeld’
Knops had donderdag een videogesprek met de premiers op de eilanden. Hij haalde aan hoe Europese landen die ‘in dezelfde situatie zitten’ en ‘hele hoge schulden hebben’ nu landen zoals Nederland om hulp vragen.

“Wij willen ze zeker helpen”, zegt Knops over het standpunt van het Nederlandse kabinet. “Zeker in acute noodsituatie. Maar dat is niet onvoorwaardelijk. Dat kan ook niet, want het gaat om Nederlands belastinggeld.”

“Hier in Nederland hebben we ook opofferingen gevraagd van mensen, ten aanzien van de belastingen en bezuinigingen om de goede keuzes te maken. Dus dat is ook de boodschap geweest die ik gisteren met de minister-presidenten van de drie landen gedeeld heb.”

Tegenover de pers zegt Knops vrijdag dat de drie eilanden autonome landen zijn binnen het Koninkrijk. “Autonoom ook in de zin van: verantwoordelijk voor de eigen overheidsfinanciën.”

Aruba wil 400 miljoen euro cadeau

De Arubaanse regering heeft minimaal 650 miljoen euro nodig, volgens premier Evelyn Wever-Croes (MEP). In een brief aan Nederland vraagt zij om 400 miljoen euro (800 miljoen Arubaanse florin) in een vorm van een schenking: 250 miljoen euro voor de begroting en 150 miljoen euro om bedrijven overeind te houden.

Curaçao zou volgens de centrale bank CBCS tussen 125 en 155 miljoen gulden – per maand – extra nodig hebben. Duurt de crisis zes maanden: 750 tot 930 miljoen.

De overheid op de eilanden staan er financieel gezien al jaren slecht voor, doordat er structureel meer geld wordt uitgegeven dan dat er binnenkomt. Vanuit Den Haag werden de eilanden in het afgelopen jaar gedwongen om alsnog fors te gaan bezuinigen.

De Rijksministerraad heeft vrijdag besloten om die strenge begrotingsregels voorlopig los te laten.

Kunnen de eilanden wel terugbetalen?
De eilanden zullen proberen om via Nederland een goedkope lening te krijgen. De vraag is of ze in staat zijn om straks honderden miljoenen terug te betalen mocht Nederland (gedeeltelijk) niet overgaan tot een gift.

“De hulpverzoeken gaan we nu toetsen”, zegt Knops. “Werkt het, werkt het niet? Is het verzoek redelijk of niet?”

“Er moet heel goed gekeken worden hoe dit geld toch uiteindelijk voor een heel groot deel terug kan komen. Want dat is ook zoals wij het zelf doen. Wij moeten óók uit onze eigen vermogenspositie nu putten. Onze eigen schuld die we hebben, groeit nu ook.”

Voorlopig elke week een Rijksministerraad
De minister verwacht dat Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten voorlopig wekelijks in Den Haag gaan vergaderen om de situatie op de eilanden te bespreken en knopen door te hakken.

“De hulp gaat overigens veel verder dan geld”, zegt Knops. “Het gaat ook om kennis op het gebied van gezondheid, dat gaat over zorg en het invullen van bijstand – waarvoor gevraagd is – op het gebied van Defensie.”