‘Inkomensongelijkheid voedingsbodem voor corruptie op de eilanden’

Foto: Nelly Schotborgh tijdens de presentatie van haar proefschrift

AMSTERDAM – Op dit moment profiteert vooral een kleine groep van welvaart op de eilanden en dat draagt niet bij aan de bestrijding van corruptie en fraude op de eilanden. Dat lukt alleen als de inkomensongelijkheid wordt verminderd en als mensen minder (financieel) afhankelijk worden.

Dat is een van de bevindingen die criminoloog Nelly Schotborgh doet in haar onlangs gepubliceerde proefschrift ‘De wortels van publieke fraude en corruptie in het Caribisch deel van het Koninkrijk’. Naast haar promotieonderzoek deed zij de afgelopen twintig jaar financieel forensisch onderzoek naar verschillende corruptie en fraudezaken op de eilanden.

Fraude en corruptie in de top
“Tijdens mijn onderzoek ontdekte ik dat de hoger beroepszaken over fraude en corruptie vooral gaan over mensen op hoge posities en met veel beslissingsbevoegdheid (onder meer diensthoofden, ministers en commissarissen). Mensen dus met een voorbeeldfunctie”, vertelt Schotborgh. “Dan vraag je je af hoe het kan dat iemand met zulke verantwoordelijkheden zo de fout in kan gaan?”

Met die vraag op het vizier begon Schotborgh twintig jaar geleden met het verzamelen van mediaberichten over fraude en corruptie op de eilanden. Die berichtgeving was voor haar de aanleiding om met haar promotieonderzoek te beginnen. Zij inventariseerde 46 hogerberoepszaken en bestudeerde de vonnissen, rechtbankverslagen en rapporten hierover van onder meer de Algemene Rekenkamer en Stichting Overheidsaccountants Bureau (SOAB).

Onderlinge afhankelijkheid
“Een heel opvallende conclusie is dat er een grote onderlinge afhankelijkheid is op de werkvloer waardoor men elkaar niet snel aanspreekt op onjuist gedrag”, vertelt Schotborgh. “Zo hebben bijvoorbeeld mensen schulden of leningen bij elkaar of bij een loan shark en zitten daardoor in een financieel afhankelijke situatie.”

“In een derde van de zaken werden er wel signalen en waarschuwingen gegeven, maar die aanbevelingen zijn gewoonweg niet opgevolgd. Dus ook al doen controleurs hun werk goed, dan nog is er een groep eindverantwoordelijken die dat naast zich neerlegt en daar verder niet op wordt aangesproken.”

Opvallende andere conclusies
  • Een groot deel van de corruptie en fraudezaken (41 procent) speelt zich af in de sector justitie. Dat wil niet zeggen dat er in deze sector meer fraude of corruptie is. Maar wel dat medewerkers in deze sector blootgesteld zijn aan grote integriteitsrisico’s. Het hogere aantal kan ook worden verklaard doordat deze sector zichzelf streng controleert.
  • In meer dan een kwart van de zaken gaat het om fraude of corruptie met de procedures van de verstrekking van werk-, verblijfs- en bouwvergunningen of de aanbesteding van werk en de inkoop van goederen en diensten. Maar ook gaat het vaak mis met de controle op de in- en uitvoer van drugs en andere contrabande.
  • Procedures om de integriteit te bewaken zijn er soms wel, maar worden vaak niet correct uitgevoerd of er is geen controle op. Ook is er een gebrek aan schriftelijke vastlegging en vindt de financiële verantwoording niet of niet op tijd plaats.
  • In driekwart van de zaken gaat het om mannelijke plegers van gemiddeld 45 jaar. Veel plegers hebben een middelbare, of hogere beroeps- of universitaire opleiding: bijvoorbeeld een studie rechten, geneeskunde, bestuurskunde, accountancy of economie.
  • In de meeste zaken zijn de plegers berekenend te werk gegaan. Zo richtte een van hen een eigen vennootschap op die hij vervolgens inhuurde vanuit zijn bestuurlijke functie.
  • Sommige plegers ontkennen niet dat zij tegen de regels hebben gehandeld, maar bijna allemaal leggen zij de verantwoordelijkheid buiten zichzelf: het is de schuld van de organisatie, van de eindverantwoordelijke of van de rechter uit Nederland die niet begrijpt hoe het hier werkt.

Over de vatbaarheid van kleine gemeenschappen, zoals de eilanden, voor corruptie en fraude is nog onvoldoende duidelijk volgens Schotborgh. “Er zijn ook kleine landen die deze problemen niet hebben en grote landen die ze wel hebben. Van grote inkomensongelijkheid is in ieder geval al wel bekend dat het bepalend is voor fraude en corruptie.”

‘Hoe worden mensen aangesteld en hoeveel macht wordt aan hen toevertrouwd?’

“Er is meer corruptie in arme landen dan in rijke landen en dat komt niet doordat arme mensen corrupt zijn, maar doordat maar een kleine groep ongelijkheid in stand houdt”, legt Schotborgh uit. “Ook moet er zowel op bestuurlijk als institutioneel niveau opnieuw gekeken worden naar hoe mensen worden aangesteld en hoeveel macht aan hen wordt toevertrouwd.”

“Bovendien is een frequente wisseling van het bestuur (wat regelmatig op de eilanden gebeurt) ook niet bevorderlijk voor het bestrijden van corruptie en fraude. Hetzelfde geldt voor een gebrek aan transparantie als het gaat om de financiering van politieke partijen.”

Behoefte aan verandering
Schotborgh hoopt met haar bevindingen ‘een dialoog te starten en bewustzijn te creëren’. “Verklein de grote ongelijkheid in inkomen, geef mensen voldoende onderwijs en bestaansmiddelen, zodat zij minder afhankelijk zijn van elkaar. Dan hoeven zij niet meer weg te kijken als zij onregelmatigheden zien, en hebben corrupte politici minder kans.”

Aan de reacties op haar onderzoek merkt ze dat er in verschillende lagen in het Koninkrijk der Nederlanden behoefte is aan verandering.  “Tijdens mijn presentatie werden er al suggesties gedaan voor een vervolgonderzoek. Ook ben ik uitgenodigd om meer over mijn onderzoek te vertellen bij het Kabinet van de Gevolmachtigde minister van Curaçao (Curaçaohuis) en bij de Raad van State.”

“Velen herkennen de uitkomsten, maar we hebben wel te maken met een kleine groep mensen in het Koninkrijk der Nederlanden die niet genegen is om verandering in de situatie te brengen. Het is in het belang van ons allemaal om daaraan te werken door dit onder de aandacht te blijven brengen.”

Over Nelly Schotborgh

Nelly Schotborgh (1966) is cultureel antropoloog, criminoloog en Certified Fraud Examiner. Zij woont sinds 1999 op Curaçao en is als (wetenschappelijk) onderzoeker actief in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Haar onderzoek concentreert zich op het financieel forensisch vakgebied. Als trainer en adviseur werkt Schotborgh op het terrein van integriteit en compliance. Nelly is (mede) oprichter en vice-voorzitter van Fundashon Kòrsou Transparante, een non-profit organisatie die zich richt op het bevorderen van integriteit en transparantie en het bestrijden van corruptie op Curaçao.