ORANJESTAD – De rechter heeft dinsdag de bodemprocedure van een groep Statianen versus de Nederlandse Staat afgewezen. Deze groep politici spande de zaak aan toen ze werden afgezet na de bestuurlijke ingreep door Nederland in februari vorig jaar.
De Sint-Maartense staatsrechtjurist Denicio Brison vertegenwoordigt de groep Statiaanse politici. “Dit is pas de eerste ronde van ten minste vijftien rondes”, zegt Brison over de uitspraak. “Wij gaan uiteraard voor een tweede ronde”, zegt de staatsrechtjurist stellig. “Uiteindelijk zal Statia overwinnen.” De politici zullen de zaak opnieuw moeten aanspannen.
Onrechtmatig?
Het groepje afgezette politici, waaronder Clyde van Putten, beschuldigt de Nederlandse Staat ervan in strijd te handelen met artikel 73 van het VN-Handvest. In het Handvest staat volgens hen dat Nederland de eilanden moet helpen naar volledig zelfbestuur en daarom zou het tijdelijk overnemen van het bestuur op het eiland onrechtmatig zijn. De eisers willen een schadevergoeding en dat hun vergoeding voor hun werk als politici doorbetaald wordt.
Maar het gerecht gaat hier niet in mee. Er was volgens rechter Sander van Rijen sprake ‘van grove bestuurlijke taakverwaarlozing’ toen de politici aan de macht waren en daarom stond de Nederlandse Staat in hun recht om op te treden. Er is volgens het gerecht geen grond voor een schadevergoeding of nodig de eisers hun loon door te laten betalen.
Wat is er aan de hand tussen Nederland en Sint-Eustatius?Wil je nou precies weten hoe deze zaak in elkaar zit? Wij zochten het voor je uit. Lees meer in ons artikel: Statianen slepen Nederlandse Staat voor de rechter: ‘Dit wordt het einde van het Koninkrijk’ |