Foto: Bobby Spier

ORANJESTAD – Om te voorkomen dat de mazelen- en difterie-uitbraak in Venezuela niet overslaat naar Aruba, moet de vaccinatiegraad boven de 90 procent blijven. Maar een groeiend aantal ouders weigert een herhaalprik hiertegen voor hun kind.

De Arubaanse Valerie* koos samen met haar man bewust om hun twee kinderen geen enkele vaccinatie te geven. In het verleden werkte ze met autistische kinderen en hoorde van ouders verhalen over de impact die de BMR-vaccinatie (bof, mazelen en rode hond) had op hun kind.

Daarnaast had haar schoonbroer na een vaccinatie hoge koorts en een beroerte gekregen. Ze startte haar eigen onderzoek. De informatie die zij vond en de negatieve ervaringen waren redenen om te besluiten niet haar kinderen te vaccineren.

Een reportage van Bobby Spier

Bang voor bijwerkingen
Jeugdarts Jan Hubert, die gaat over het vaccinatieprogramma op Aruba, vertelt dat op het eiland maar heel weinig ouders zijn die besluiten om hun baby niet te vaccineren. Het gaat om ongeveer tien tot twintig baby’s per jaar.

Wel ziet directie volksgezondheid (DVG) een groeiend aantal ouders dat hun kind op latere leeftijd, rond de 10, 11 jaar, geen herhaalvaccinatie meer wil geven tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP-vaccinatie) en BMR. Zo ligt de vaccinatiegraad van de eerste BMR-prik op 98 procent, terwijl het percentage bij de tweede vaccinatie ligt op 93-94 procent.

Ouders,  zowel hoog- als laagopgeleid, maken zich zorgen over bijwerkingen.  “Ze horen dat vaccinaties niet goed zijn voor hun kind en dat ze hiervan allerlei chronische of neurologische aandoeningen kunnen krijgen.”

Alleen klopt deze angst voor bijwerkingen, zoals het ontwikkelen van autisme, niet, zegt Hubert. “Normale bijwerkingen zoals koorts en pijn bij de plek waar de prik wordt gezet, komen voor. Maar een ernstige chronische ziekte die optreedt en de gezondheid van een kind aantast, niet.”

Zorgen vanwege uitbraak in Venezuela
DVG maakt zich zorgen over dit dalende percentage, hoewel het nog geen directe bedreiging voor de samenleving is. Die zorg komt vanwege de situatie in Venezuela waar verschillende infectieziektes, zoals mazelen, difterie en mogelijk zelfs polio zijn uitgebroken.

“We zitten niet in de gevarenzone. Maar toch zie je ouders beetje bij beetje zeggen: ik wil die vaccinatie niet. Als  het als het ware een trend wordt om je kind niet te laten vaccineren en het percentage zakt naar 85 – 80 procent, dan kan je op een gegeven moment een uitbraak krijgen”, zegt Hubert.

Extra aandacht in nieuwe schooljaar
De directie gaat in het nieuwe schooljaar extra aandacht besteden aan het belang van vaccineren. Hubert: “Het is belangrijk dat we dit blijven doen. We prikken de kinderen echt niet voor de lol. Het is de bedoeling dat we infectieziekten tegengaan. En niet alleen voor het kind zelf, maar ook voor de zwakkeren in de samenleving die door anderen gevaccineerden worden beschermd.”

*De naam van Valerie is in dit artikel gefingeerd en haar stem vervormd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.