Foto: José Manuel Dias

WILLEMSTAD – De handel tussen Curaçao en Venezuela, inclusief het raffineren van olie, is de afgelopen twee jaar met meer dan 50 procent achteruitgegaan. De commerciële omzet zakte van 2.2 miljard gulden in 2015 naar iets minder dan een miljard gulden in 2017. Dit is zonder de gevolgen mee te tellen van het embargo dat de Venezolaanse president Nicolás Maduro op 5 januari aan Aruba, Bonaire en Curaçao oplegde.

Tekst gaat verder onder de video
Door José Manuel Dias

Voor ondertiteling: rechtsonderaan het ondertitelings icoontje aanzetten

Dit blijkt uit een rapport dat minister Steven Martina van Economische Ontwikkeling heeft laten opstellen, over de invloed die de situatie in Venezuela heeft op de Curaçaose economie. “Als de lage productie van de Isla raffinaderij zo blijft, zal dit een tekort geven van ongeveer 500 miljoen gulden op het bruto binnenlands product (GDP) van Curaçao”, laat Martina weten. Tot enkele weken geleden draaide de Isla raffinaderij op nauwelijks 30 procent van haar productiecapaciteit.

Voorraad voor drie maanden
Ondertussen is de Crude Distiller 3 (CD-3) weer operationeel en kan het voldoende brandstof produceren om een voorraad voor drie maanden aan te leggen. “De productie stijgt echter niet boven de 60 procent en blijft kwetsbaar, omdat het fabrieksonderdeel Curaçao Refinery Utilities (CRU) onvoldoende stoom levert”, waarschuwt Henry Cornelia, woordvoerder van de Isla raffinaderij.

Het Curaçaose Havenbedrijf (CPA, Curaçao Port Authority) en het Curaçaose Sleepbedrijf (KTK, Kompania di Tou Kòrsou) worden het hardst getroffen door de lage productie van de Isla raffinaderij. Onder normale omstandigheden draagt de Isla raffinaderij tussen de 16 à 20 procent bij aan onze economie.

Levering van ruwe olie
Tot op heden beïnvloedt het Venezolaanse embargo niet de toelevering van ruwe olie, maar dat kan snel veranderen. Premier Eugene Rhuggenaath bevestigt dat de werkelijke reden voor het Venezolaanse embargo de sancties van de Europese Unie zijn en niet de goudsmokkel, zoals aanvankelijk werd gezegd. “Nu zegt Venezuela dat zolang er sancties zijn, de grenzen gesloten zullen blijven”, zegt Rhuggenaath.

Noodplan
Ondertussen heeft de Curaçaose regering overheids-nv’s Curoil (brandstofleverancier) en Refineria di Kòrsou (RDK, de Curaçaose Raffinaderij) opgedragen om aan een noodplan te werken, voor het geval de Isla raffinaderij geen brandstof meer levert. Het plan houdt in dat Curoil op de internationale markt brandstof koopt, en ervoor zorgt dat er voldoende reserves zijn. Curoil zal gebruikmaken van een zogeheten ‘floating storage’ en van tanks op het terrein van de raffinaderij om de brandstofreserves op te slaan.

Het is de bedoeling van de regering dat zelfs al zou Venezuela de levering van ruwe olie aan de Isla raffinaderij staken, de operatie kan worden voortgezet met ruwe olie uit andere bronnen. Daaraan moet niet alleen het Venezolaanse staatsoliebedrijf PdVSA meewerken, maar er moet ook een exploitant gevonden worden die bereid is om de raffinaderij in een overgangsperiode tot 2019 te exploiteren. In 2019 loopt het huurcontract van PdVSA met de raffinaderij op Curaçao af.

Shell
Premier Rhuggenaath bevestigt dat er een verzoek is gedaan aan de Nederlandse energieconcern Shell om te helpen zoeken naar een strategische partner om de raffinaderij te exploiteren, zowel voor de lange termijn als voor de overgangsperiode.