Ombudsman Reinier van Zutphen. Foto: Pieter Hofmann.

Ombudsman Reinier van Zutphen – foto: Pieter Hofmann

DEN HAAG – De Ombudsman wil dat tientallen gepensioneerde ambtenaren hun verdwenen pensioengeld alsnog krijgen. De verdwijning komt door administratieve slordigheden rond de staatkundige hervormingen van 2010.

In die periode heeft het Algemeen Pensioenfonds Nederlandse Antillen (APNA) niet alle gegevens over pensioenafdrachten doorgegeven aan het Pensioenfonds Caribisch Nederland (PCN). Een aantal dossiers zijn onvolledig. Het PCN kan daardoor dat deel van het pensioen niet berekenen en dus niet uitkeren.

Een aantal ambtenaren en docenten loopt daarom een deel van het opgebouwde pensioen mis. Het staat wél vast dat zij destijds premies hebben afgedragen.

Klacht
Een Statiaanse vrouw had geklaagd dat het Openbaar Lichaam van Sint Eustatius haar arbeidsgegevens van 1998 tot en met 2010 niet had doorgegeven aan het PCN. Het Openbaar Lichaam erkent dat het verantwoordelijk is voor het afdragen van pensioenpremies.

Het Openbaar Lichaam had de gegevens over de periode echter niet aan het PCN doorgegeven door een ‘andere prioriteitsstelling’ bij het bestuurscollege en de afdeling financiën. In de zomer zijn twee vakantiekrachten aangetrokken om de administratieve achterstand in te lopen. Daarna liet het Openbaar Lichaam niets meer van zich horen.

De Ombudsman heeft de klacht van de vrouw gegrond verklaard. “Een behoorlijk functionerende overheid wentelt problemen in de uitvoering niet af op zijn burgers”, schrijft Ombudsman Reinier van Zutphen aan de vrouw.

Plasterk
Van Zutphen heeft ook minister Ronald Plasterk (Koninkrijksrelaties) geschreven. De regering vindt namelijk dat PCN verantwoordelijk is voor het oplossen van het probleem, en verwijst naar de voorwaarden in de overeenkomst tussen de regering en PCN. Die vlieger gaat niet op, vindt Van Zutphen. “Het gaat er immers om dat geen van de pensioengerechtigden schade lijdt.”

De Ombudsman wil van de minister weten wat hij als zijn verantwoordelijkheid ziet in deze zaak.

Door Pieter Hofmann