Ronald Plasterk. Foto: John Samson.

Ronald Plasterk (midden) – foto: John Samson

DEN HAAG – Ronald Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ziet het niet zitten om Curaçao een aanwijzing op te leggen over de Curaçaose Isla-raffinaderij. Wel gaat hij op Curaçao pleiten voor onderzoek naar de vervuiling door de Isla.

Dat heeft Plasterk vandaag toegezegd in de Tweede Kamer op verzoek van Sjoerd Sjoerdsma (D66).

De partijen zijn het eens dat er door de gevolgen van de Isla-problematiek sprake is van mensenrechtenschendingen. Dat betekent volgens Andre Bosman (VVD) niet dat het Koninkrijk in moet grijpen. Aangezien de Curaçaose regering geen standpunt heeft ingenomen of een verzoek heeft gedaan, kan het Koninkrijk er volgens hem niets mee. “Ingrijpen door het Koninkrijk is een onbegaanbare weg.”

Bosman vindt ook dat er sprake is van verbetering omdat er nog een rechtszaak loopt. Daarnaast vindt hij dat de Curaçaose bevolking dit jaar een keus moet maken middels de Statenverkiezingen.

Handhaving
Roelof van Laar (PvdA) is voorstander van een aanwijzing om de uitstootnormen te handhaven. “De toekomst van de Isla is inderdaad een nationale verantwoordelijkheid van Curaçao. Maar de andere kwestie is de handhaving van de uitstootnormen. Als dan sprake is van onbehoorlijk bestuur, komt de waarborgfunctie in beeld.”

Liesbeth van Tongeren (Groen Links) tijdens het Isla-debat. Foto: John Samson.

Liesbeth van Tongeren van Groen Links (midden) tijdens het Isla-debat – foto: John Samson

Liesbeth van Tongeren (Groen Links) vindt dat eigenlijk niet ver genoeg gaan. De normen dateren uit 1979 en zijn volgens haar verouderd. “Dat is uit de tijd dat in klaslokalen nog gerookt mocht worden.”

‘Smerige toestand’
Plasterk vindt de Isla-raffinaderij een ‘smerige toestand’. Toch wil hij niet aan een aanwijzing. Volgens de minister roept het veel verzet op uit Curaçao en zijn de financiële consequenties groot. Ook zou de Raad van State negatief adviseren vanwege het redres, denkt de minister.

Ook een ‘voorwaarschuwing’ gaat Plasterk te ver, want “een termijn stellen is een aanwijzing. Dan gaan we het bruggetje over tussen een landsaangelegenheid en een Koninkrijkszaak.”

Plasterk erkent dat zijn aanbod om de Curaçaose regering bij te staan ‘niet al te voortvarend’ is opgepakt. De bewindsman legt op korte termijn een werkbezoek af waarin hij aandacht besteedt de vervuiling.

Door Pieter Hofmann