AMSTERDAM – De geplande Koninkrijksconferentie in juni op Aruba wordt vervangen door een informeel Koninkrijksberaad.”We hebben gezamenlijk besloten om eens vertrouwelijk met elkaar te overleggen, met de benen op tafel en om elkaar eens diep in de ogen de kijken.” Dat nieuwtje bracht minister Ronald Plasterk van Koninkrijksrelaties vrijdag 24 mei in Amsterdam.

Minister Ronald Plasterk over Koninkrijksberaad (bijdrage: Jamila Baaziz)

Plasterk gaf aan dat de vier landen niet per se vast te willen houden aan een ‘formele georganiseerde sessie’: “We gaan nu informeler met elkaar spreken, dat kan openhartig en is nuttiger dan een formele bijeenkomst”, aldus de minister. Volgens de minister hebben de werkgroepen die de basis vormen van de Koninkrijksconferentie ook ‘niet zoveel vorderingen gemaakt’.

Bij elkaar komen is wel belangrijk, ook zonder officiële Koninkrijksconferentie, vindt de minister: “De landen staan nu voor beslissende momenten dus daarom is het wel belangrijk om met de drie andere landen in het Koninkrijk, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, te spreken over de toekomst. We willen kijken naar waar we nu staan en wat we in de toekomst van elkaar verwachten.”

Officiële ontmoetingen
Het lijkt erop alsof de landen in het Koninkrijk steeds minder waarde hechten aan officiële ontmoetingen. De Koninkrijksconferentie werd oorspronkelijk juist in het leven geroepen om na de staatkundige vernieuwing een bijeenkomst te hebben om gezamenlijk over zaken als buitenlandbeleid en toekomstvisie te spreken. De conferentie in juni zou pas de tweede conferentie zijn geweest (de eerste was in 2011). Ook het halfjaarlijkse Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) vindt sinds 2010 in de praktijk hooguit een keer per jaar plaats. Uiteraard is er tussentijds wel op allerlei andere manieren voortdurend overleg tussen de landen.

door: Jamila Baaziz