WILLEMSTAD – Juni Martina* (39) is 14 maanden geleden gediagnosticeerd met het H.I.V. virus. Martina zat in een nieuwe relatie, vertrouwde zijn partner en gebruikte geen bescherming tijdens de gemeenschap en nam ook geen andere voorzorgsmaatregelen.
Martina zegt dat hij de emotionele klap van de diagnose iedere dag weer voelt. “Sommige dagen zijn moeilijker dan andere, en ik zou hier niet zijn zonder CURA+ Support Foundation, die mij veel begeleiding heeft gegeven om met mijn nieuwe realiteit om te kunnen gaan.
Volgens de officiële cijfers van de GGD zijn er momenteel op Curaçao 1916 personen besmet met HIV. 57 procent zijn mannen, 43 procent zijn vrouwen, en 10 procent zijn vrouwen waarvan de man of partner een buitenechtelijke relatie heeft gehad. Op Curaçao heeft 1,1 procent van de gemeenschap H.I.V., dat is meer dan in Sub-Sahara Afrika.
Verschillende tests
Drie maanden lang had Juni een zware griep die maar niet over ging, met daarbij een droge hoest. “Mijn klieren waren ook opgezet en wilden niet zakken. Daarom ging ik naar de huisarts die diverse tests deed”, vertelt hij. “In eerste instantie dachten we dat er iets met mijn klieren aan de hand was, maar na een bezoek aan een KNO arts, die mij op H.I.V. liet onderzoeken, kwam de positieve uitslag.”
Zijn partner wist niet dat hij H.I.V. positief was, en na de diagnose van Martina liet hij zich eveneens testen. Ondanks de diagnose blijft hij bij zijn partner, omdat hij niet vindt dat hij hem met opzet heeft besmet. Wel geeft Martina toe dat hij na de diagnose geen seksueel contact meer heeft gehad.
Voor Martina was het proces van medicijninname het zwaarst. “Men ziet je de medicijnen ophalen bij de apotheek en veroordeelt je vanwege je status”, zegt hij. Iemand met H.I.V. moet de rest van zijn leven dagelijks medicijnen innemen om het virus in bedwang te houden. Als de patiënt zich hieraan houdt, wordt de virale lading bijna onwaarneembaar, waardoor de persoon een lange levensverwachting kan hebben.
Medicijnen
Vlak na zijn diagnose waren er veel problemen rondom de verkrijgbaarheid van het antivirusmiddel bij de apotheek. In de media verscheen de boodschap dat in de maand november de apotheken het voor deze groep cruciale middel niet hadden. “De situatie is tijdelijk opgelost en er is gegarandeerd medicijn tot december”, zegt Martina. “We hebben begrepen dat het Sehos een schuld heeft bij de importeur en we weten niet wat er in januari gaat gebeuren.”
De reacties van familie en vrienden op de diagnose van Martina zijn over het algemeen positief. “We zijn in bepaalde opzichten wel vooruit gegaan op dit punt, maar nog steeds wil niemand geassocieerd worden met HIV”, zegt hij. Zijn grootste wens is om te zien dat het stigma en taboe rond H.I.V./A.I.D.S. verdwijnt en dat er een verandering komt in het gedrag en foutieve gedachten over onze seksualiteit. “Ouders moeten open zijn tegen hun kinderen en hen leren hoe ze voor zichzelf moeten zorgen”, besluit hij.
*Juni Martina is een pseudoniem
Door Deya Mensche