Emily de Jongh-Elhage over 10-10-10: “Je bent niet voor jezelf, je bent er om het volk te dienen”

Foto: Archief Emiley de Jongh-Elhage

Vlak voor de viering van 10-10-10 zit voormalig premier Emily de Jongh-Elhage (PAR) nog midden in de drukte. “Ik heb al zoveel interviews gehad,” zegt ze met een glimlach. Toch straalt ze rust uit. Op Dia di Pais (De Dag van het Land) krijgt ze het Nederlandse Kruis van Verdienste, een koninklijke onderscheiding voor haar inzet voor Curaçao. “Dat is een hele grote eer,” zegt ze. “Ik ben opgevoed om te dienen, om iets te doen voor anderen. Zo ben ik gevormd.”

Van onderwijzeres tot premier
De Jongh-Elhage (79) begon haar loopbaan als onderwijzeres. “Ik wilde eigenlijk in Nederland studeren, maar mijn vader, een traditionele Libanees, vond dat geen goed idee,” vertelt ze lachend. “Dus ik ben hier gebleven en heb mijn onderwijzersopleiding gevolgd. Later ben ik gestopt met werken om mij in te zetten voor sociaal werk. Mijn man had een goede baan, dus ik kon vrijwilligerswerk doen. Dat vond ik belangrijk.”


‘Het meisje van Santa Rosa’. Foto’s: Archief Emily de Jongh-Elhage

Ze woonde drieëntwintig jaar in de wijk Santa Rosa. Ondanks dat ze inmiddels al meer dan vijftig jaar in Saliña woont, “noemen de mensen me nog steeds het meisje van Santa Rosa,” zegt ze trots. “Elke ochtend dronk ik koffie bij mijn ouders. Familiebanden zijn voor mij altijd heilig geweest.”

Een roerige periode richting 10-10-10
Als premier tussen 2006 en 2010 stond De Jongh-Elhage namens de PAR aan het roer tijdens de gesprekken die leidden tot de status aparte van Curaçao. “Ik wilde dat het volk zelf kon beslissen,” zegt ze. “Daarom hielden we een referendum. Curaçao koos voor een autonome status binnen het Koninkrijk. Sint-Maarten wilde dat ook, terwijl onaire, Saba en Statia (St. Eustatius) uiteindelijk kozen voor directe banden met Nederland.”

De onderhandelingen met Nederland omschrijft ze als intens, maar respectvol. “Ik had een goede verstandhouding met de Nederlandse staatssecretaris Ank Bijleveld-Schouten (CDA) en de Nederlandse premier Jan-Peter Balkenende (CDA),” vertelt ze. “We spraken af dat Nederland om de twee maanden naar de eilanden zou komen. Zo leerden ze onze realiteit kennen. Dat was de beste beslissing die we konden nemen.”


Oud-premiers: Jan-Peter Balkenende en Emily de Jongh-Elhage

Ze lacht als ze terugdenkt aan een spannend moment in het parlement. “Het leek even mis te gaan, iedereen was het oneens. Toen zijn we gaan lunchen. Ik begon te zingen, anderen zongen mee en daarna stemde iedereen unaniem in. Soms lossen dingen zich op met een beetje menselijkheid.”

Een nieuwe start met hoge verwachtingen
10 Oktober 2010 markeerde een nieuw begin. “Ik had gehoopt dat de status aparte zou zorgen voor beter onderwijs en gezondheidszorg,” zegt De Jongh-Elhage. “We hadden afspraken gemaakt, schulden kwijtgescholden. Maar daarna veranderde de politieke samenstelling en viel mijn regering. Dat hoort bij de politiek, maar jammer is het wel.”

Vandaag, vijftien jaar later, ziet ze de politiek met gemengde gevoelens aan. “We respecteren elkaar niet meer,” zegt ze zacht. “Toen werden meningsverschillen binnenskamers opgelost. Nu wordt alles op straat uitgevochten. Terwijl je niet voor jezelf in de politiek gaat. Je bent er om het volk te dienen. Dat heb ik van huis uit meegekregen.”

Blijven geloven in Curaçao
Toch verliest De Jongh-Elhage haar optimisme niet. “Ik zeg altijd: na de hemel is Curaçao het paradijs,” zegt ze glimlachend. “We zijn klein van vorm, maar groot van hart. Ik blijf hopen op geloof, hoop en liefde. Dat is wat dit land nodig heeft.”

Haar boodschap aan de jonge generatie bestuurders is helder: “Dien het land. Geef het beste aan de mensen. Discussies horen erbij, maar hoeven niet publiekelijk uitgevochten te worden of via social media. Houd ze binnenskamers. Je werkt niet voor jezelf, maar vóór het volk.”