In het kantoorgebouw van het Herdenkingscomité Slavernijverleden in de wijk Otrobanda op Curaçao hangt een bijzondere expositie. Bezoekers kijken er naar beeldmateriaal van historische momenten uit het slavernijverleden die met Artificial Intelligence (AI) zijn gemaakt. Maar achter de digitale kunstwerken schuilt vooral een groter verhaal: dat van bewustwording, trots en de strijd om het slavernijverleden zelf te mogen vertellen.
“Ons verhaal begint niet op het slavenschip,” zegt Lucia Beck, directeur van het Herdenkingscomité voor het Caribisch deel van het Koninkrijk. “Ons verhaal begint in Afrika, bij rijkdom en wijsheid. Dat verhaal moeten we opnieuw leren kennen.” Beck zet zich al jaren in voor het zichtbaar maken van het slavernijverleden. De expositie nodigt bezoekers uit om anders te kijken naar het slavernijverleden.
“Vroeger werd het verhaal voor ons verteld. Nu mogen wij het op onze manier vertellen, zodat we het ook op onze eigen manier kunnen verwerken”, aldus Beck. De expositie laat belangrijke momenten uit de slavernijgeschiedenis zien, maar dan vanuit een eigen perspectief: ‘Ons verhaal, onze kracht’. De beelden, gemaakt met AI door de jonge Curaçaose makers David van Delden, Timothy Goilo en Ali Hussein, geven de geschiedenis een nieuwe, lokale blik.
‘We moeten nieuwsgierig worden naar wie we zijn’
Beck hoopt dat bezoekers geraakt worden en vooral nieuwsgierig worden. “Veel uitspraken die we nog steeds gebruiken – zoals ‘goed haar’ of ‘je gedraagt je niet naar je kleur’ – laten zien hoe diep het slavernijverleden in ons zit. We zijn ons daar vaak niet van bewust.”
Volgens Beck is het belangrijk om gesprekken hierover op een veilige en toegankelijke manier te beginnen. “Niet meteen over trauma en pijn, maar bijvoorbeeld over het eten: weet je waar onze gerechten vandaan komen? Weet je waar carnaval vandaan komt? Dat zijn veilige invalshoeken om te ontdekken wie we zijn.”
De jongere generatie moet het overnemen
Jefka Alberto, community manager bij het comité van het Caribische deel van het Koninkrijk, benadrukt hoe belangrijk het is om jongeren te betrekken. “Er zijn nog veel ouderen die kennis hebben over de slavernij en onze cultuur. Die kennis mogen we niet verliezen.” Binnenkort komt er een project waarmee jongeren financiering kunnen krijgen om verhalen van ouderen vast te leggen. “Onze geschiedenis wordt hier vooral mondeling doorgegeven. Maar we moeten die verhalen nu ook gaan documenteren, zodat ze niet verdwijnen.”
‘Dit gesprek is van ons allemaal’
Beck en Alberto merken dat het slavernijverleden voor veel mensen nog steeds een moeilijk onderwerp is. “Sommigen willen het er liever niet over hebben, het roept pijn en ongemak op,” zegt Alberto. “Maar het zit in ons allemaal, in de gebouwen, in de grond. Als we trots willen zijn op wie we nu zijn, moeten we ook erkennen wat eraan voorafging.”
Lucia Beck (l) en Jefka Alberto. Foto’s Kim Hendriksen
De verschillen tussen generaties spelen daarbij ook een rol. Beck: “De oudere generatie voelt nog de pijn van discriminatie en uitsluiting. De jongere generatie praat gemakkelijker over onderwerpen als ‘Black Lives Matter’. Het is onze uitdaging om die werelden samen te brengen.”
‘We planten zaadjes’
Beck en Alberto zien hun werk als het planten van zaadjes. “Het is aan de mensen zelf om het gesprek verder te brengen,” zegt Alberto. “Zij moeten op een dag zeggen: ik wil dat mijn kind dit leert op school. Dat begint bij bewustwording.”
AI helpt de verhalen tot leven te komen.
De expositie in Otrobanda is één van die zaadjes. “We willen mensen nieuwsgierig maken,” zegt Beck. “Zodat ze zelf gaan zoeken, vragen stellen, en zich gaan afvragen: wie zijn wij eigenlijk?”
Praktische informatie
De expositie ‘NOS: Kaminda Pasado i Presente ta Topa’ is een permanente tentoonstelling in het kantoor van het Herdenkingscomité Slavernijverleden. Iedereen is van harte welkom om binnen te lopen en de expositie te komen bekijken. Bezoekers kunnen van maandag tot en met donderdag, tussen 09.00 uur en 16.30 uur, terecht aan de Belvederestraat 43-45 in Otrobanda, Curaçao.