Het Gerecht in eerste aanleg van Aruba heeft woensdag de Arubaanse oud-minister en recent benoemde parlementariër Otmar Oduber (PPA) veroordeeld tot 1 jaar cel met een proeftijd van drie jaar waarvan 316 dagen voorwaardelijk. Hierbij worden de dagen die hij al vast heeft gezeten afgetrokken en hoeft hij de gevangenis niet in. Daarnaast is Oduber veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en kan hij drie jaar lang niet als ambtenaar werken en zich in die periode ook niet kiesbaar stellen.
De straffen vallen aanzienlijk lager dan wat het OM had geëist. “De straf is lager dan door de officieren van Justitie geëist mede omdat het gerecht niet alle feiten bewezen acht”, aldus de rechter Daarnaast hield de rechter rekening met het tijdsverloop, enorme publiciteit van deze zaak en ook het feit dat ‘de zaak eerder door het OM zwaarder is aangezet dan uiteindelijk is aangebracht’.
Oplichting en misbruik van gezag
In de corruptiezaak Flamingo werd hij beschuldigd van passieve omkoping, oplichting bij de uitgifte van erfpachtgronden en bij de aanstelling van spookambtenaren, en misbruik van zijn functie als minister van Ruimtelijke Ontwikkeling Infrastructuur en Milieu (ROIM) in de periode van 2017 tot en met 2019.
De rechter veroordeelt de de politicus voor oplichting en ook hij is gedeeltelijk schuldig van misbruik van gezag in het zaakdossier ‘spookambtenaren’ bij de verdachten G.L.T. en L.B.P., terwijl hij in het geval van spookambtenaar H.J.P.G. is vrijgesproken. In het zaakdossier Malmok wordt de politicus ook schuldig geacht van poging tot omkoping en misbruik van gezag voor de uitgifte van twee erfpachtgronden.
“Door uw handelen heeft u misbruik gemaakt van uw functie en positie als minister en het vertrouwen in een tegenhandelende overheid ernstig beschadigd. Bovendien levert dit soort feiten ernstige imagoschade op voor het land Aruba en wordt het vertrouwen in de politiek aangetast”, zegt rechter Van der Spoel tijdens de uitspraak.
Volgen Persofficier Patrick van der Biezen bevestigt de rechter hiermee dat deze normen niet als onderdeel van het Arubaanse cultuur moeten worden gezien, ‘in tegenstelling tot wat de verdediging stelde tijdens de behandeling’.
Persofficier Patrick van der Biezen staat de pers te woord na de uitspraak. Foto’s Melissa Stamper
Oduber denkt daar echter anders over. “Denk je nou echt dat ik twee mensen in dienst zou nemen om slechts een salaris uit te betalen zonder iets voor terug te krijgen?”, aldus Oduber na de uitspraak in gesprek met de pers. Ook in de zaak Malmok stelt hij dat hij zijn goede naam niet zou aantasten voor de uitgifte van twee woonerfpachtterreinen voor ‘een kennis’.
“Dat betekent dat advocaten, leden van de pers of iedereen die mij een foto heeft gestuurd van hun stem na de verkiezingen iets van mij mag vragen indien ik in de politiek blijf, anders kan het zijn dat je ook veroordeeld wordt zonder iets voor te hebben gekregen”, zegt hij.
Videofragment van strafeis Otmar Oduber:
Bron: Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en van Bonaire, Sint- Eustatius en Saba.
Andere verdachten
R.I.C.W., voormalig ambtenaar bij de Dienst Infrastructuur en Planning (DIP) is medeschuldig van poging tot oplichting, valsheid in geschrifte en misbruik van functie in het zaakdossier Malmok en kreeg een werkstraf van 180 uur met een voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden en een proeftijd van drie jaar.
Spookambtenaren L.B.P. en G.L.T. zijn beide schuldig verklaard van oplichting en veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke celstraf van drie maanden met een proeftijd van drie jaar. J.A.O., de zoon Oduber., die verdacht werd samen met zijn vader de medeverdachte T. in dienst te hebben genomen bij zijn bedrijf waardoor T. als spookambtenaar werd aangemerkt, is voor zijn aandeel bij gebrek aan bewijs vrijgesproken.
Ook E.F.E. die zich als ambtenaar bij het bureau van de minister schuldig zou hebben gemaakt aan omkoping en misbruik van functie is vrijgesproken. “Niet is gebleken dat er campagnevoering is gedaan is om een voorkeursbehandeling te krijgen of een speciale relatie te creëren voor een latere tegenprestatie”, stelt rechter Van der Spoel.
Verdachte E.E. loopt de rechtbank uit met de triomfantelijke kreet ‘vrijheid’.
Wel of niet ontvankelijk
Aan het begin van de zitting voerde de verdediging aan dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in de vervolging van vijf van de zes verdachten. Zij stelden dat de zaak niet vatbaar was voor berechting omdat het Openbaar Ministerie, de Landsrecherche en de BCI/TCI ernstige vormverzuimen zouden hebben begaan. Van een onrechtmatige start van het onderzoek, een valse aangifte van oud-minister Marisol Tromp, politieke inmenging tot het verwijt van een eenzijdig onderzoek van het OM. Volgens de rechter is echter niet in strijd gehandeld ‘met de beginselen van de behoorlijke procesorde’ en verwierp het verweer voor alle verdachten.
Voor Oduber heeft het proces lang genoeg geduurd: “Vijf jaar is genoeg geweest, vijf jaar lijden om deze veroordeling te hebben, geeft stof tot nadenken”, aldus een geëmotioneerde Oduber. Volgens persofficier Van der Biezen zorgden diverse omstandigheden ervoor dat het een paar jaar duurde voor de zaak behandeld werd. “We moeten niet vergeten dat het landrechercheteam erg klein is waardoor het om een kleine bezetting gaat en in dezelfde periode ook andere strafzaken liepen parallel aan dit onderzoek. Daarnaast gebeurde dit ook tijdens de coronapandemie. En daar heeft de rechter ook rekening mee gehouden en wij houden er ook rekening mee voor in de toekomst maar het ligt niet altijd in onze handen, aldus Van der Biezen tegen Caribisch Netwerk.
De komende dagen wil Oduber met zijn gezin en politieke partij overleggen wat hij nu gaat doen. “We gaan evalueren wat de volgende stap moet zijn, ook met betrekking tot mijn positie binnen het parlement. Ik ben een man van mijn woord en blijf erbij dat als er sprake is van een straf dan moet ik de hand in eigen boezem steken, dat is de verandering die we binnen de politiek willen brengen”, zegt hij.
Het Openbaar Ministerie en de verdachten hebben twee weken de tijd om in hoger beroep te gaan.