Kritiek op Coho neemt toe op Curaçao, 11 vakbonden waarschuwen voor de ‘pijnlijke doorn’

Foto: Flickr/Boris Kasimov

WILLEMSTAD – Op Curaçao neemt de kritiek op het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling met de week toe. Zowel in het parlement als daarbuiten wordt het plan meer en meer gezien als een Nederlandse uitvinding die weinig goeds voor de Curaçaoënaar brengt.

Op Curaçao wordt al maandenlang een felle discussie op radio en tv gevoerd over de Nederlandse voorwaarden. In ruil voor honderden miljoenen aan coronaleningen, is Curaçao met Nederland akkoord gegaan om fors te gaan hervormen. Het Coho, een overheidsorganisatie, moet gaan toezien of de plannen uitgevoerd worden. Voorstanders benadrukken juist de positieve invloed van het plan voor de bevolking.

Minstens 11 vakbonden van Curaçao zijn ertegen
Vorige week, tijdens een persconferentie van het overkoepelende vakbondsorgaan Sentral Solidaridat Sindikal (waaronder elf Curaçaose vakbonden vallen), lieten de opmerkingen van vakbondsbestuurder Fensley Sillé niets aan duidelijkheid te wensen over. “We raden iedereen aan om bij volgende verkiezingen niet op een partij te stemmen die voor het Coho is!”

Nu zijn er voorlopig geen verkiezingen op Curaçao, maar volgens Sillé, leider van vakbond BTG, moet iedereen weten dat de oprichting van een Coho de gewone man volgens hem niet dient. Hij riep daarom alle arbeiders op om tijdens de herdenking van de Dag van de Arbeid (1 mei) te komen manifesteren tegen de Coho.

Sillé stelde in een persconferentie, die was georganiseerd om vanuit de vakbonden informatie te geven over de Dag van de Arbeid, dat het Coho tot een monster zou zijn verworden. “Eerst was het een irritant doorntje, nu is een pijnlijk en vastzittende doorn geworden.” (‘E tabata un sumpiña i awor aki el a bira un anglo.’)

‘Zij, de elite, en wij het volk’
Op Curaçao wordt in de politiek en rond politieke discussie vaak gesproken over ‘nan i nos’ (zij en wij). Niet altijd wordt omschreven wie wordt bedoeld met ‘nan’. Maar in het geval van de Coho-discussie bestaat er geen twijfel bij Sillé.
‘Zij’ zijn volgens de vakbondsleider niet de gewone Curaçaoënaar. ‘Zij’ zijn de elite, de vorige PAR-regering, de werkgevers die niet malen om de kleine man en ook de Nederlandse politici die denken het beter te weten.

Roep om referendum
Naast de groep van elf vakbonden, zijn er nog werknemersbonden die tegen het Coho zijn. Amado ‘Broertje’ Rojer van de politieke partij PAN, die niet in het parlement is vertegenwoordigd, is een opvallende tegenstander. Hij roept de bevolking op om te demonstreren voor een volksraadpleging. Hij noemt een referendum ‘de enige manier’ om het Coho van tafel te krijgen.

Rojer sprak met parlementsvoorzitter Grisha Heyliger-Marten afgelopen weekend telefonisch over hun strijd tegen het Coho. Heyliger-Marten is ook fractieleider van de grootste politieke partij op Sint Maarten de UP Party. Volgens Rojer zitten ze beiden op dezelfde lijn.

Het is de vraag of zo’n referendum er daadwerkelijk komt; een mars voor een referendum die Rojer op 27 april (Koningsdag) vanaf Parke Tula in Willemstad organiseerde, trok niet veel mensen.

Waar blijven de voorstanders?
De tegenstanders gaan voorlopig niet op straat; ook tijdens de 1 mei-viering was er geen grote demonstratie zoals verwacht. Probleem voor het Coho is echter dat er op dit moment op Curaçao weinig duidelijke voorstanders zijn. De twee partijen, PAR en MAN, die eerder in de kabinet-Rhuggenaath een akkoord met Nederland bereikten, zitten met nog grotere twijfels over hun steun.

In een vergadering van het parlement van Curaçao op 26 april werd een motie aangenomen met steun van alle partijen – dus ook PAR en MAN – waarin de regering wordt gevraagd duidelijkheid van Nederland te eisen over het financiële ‘commitment van Nederland’ en over de macht van de minister van Binnenlandse Zaken.

De partijen willen weten in hoeverre de Nederlandse minister ‘aanwijzingsbevoegdheid’ krijgt op hun eiland. Ook wil de Curaçaose volksvertegenwoordiging zwart op wit de garantie dat elk land van het Koninkrijk is vertegenwoordigd in het bestuur van het Coho.

Caribische Statenleden praten met Nederlandse Kamerleden
Het is de vraag of een antwoord op die vragen op tijd komt. Deze week zijn verschillende parlementsleden van Curaçao naar Philipsburg afgereisd. Samen met een delegatie van Arubaanse, Sint-Maartense en Nederlandse parlementsleden praten ze onder meer over het Coho en de politieke relaties binnen het Koninkrijk. Vrijdag, aan het einde van de dag, volgt een persconferentie. Daaruit zal blijken hoe ver of dichtbij een akkoord ligt.

Blijf op de hoogte van de belangrijkste updates. Abonneer dan net als anderen ook op de nieuwsbrief van Caribisch Netwerk.