DEN HAAG – Curaçao gaat in beroep tegen de zogeheten ‘aanwijzing’ uit Den Haag, wat het eiland dwingt om fors te bezuinigen. Dat maakt regeringsvertegenwoordiger Anthony Begina bekend na afloop van de Rijksministerraad.
Volgens Begina is het besluit onterecht, vanwege de impact van de Venezuela-crisis op de toeristische sector en de handel op het eiland. Het College financieel toezicht (Cft) heeft volgens de Curaçaose regering onvoldoende rekening gehouden met de impact van de Venezuela-crisis.
John Samson in gesprek met gevolmachtigde minister Anthony Begina van Curaçao
Dat staatssecretaris Knops alsnog het advies van het Cft opvolgt, vindt Begina ‘jammer’, omdat er op deze zelfde dag een akkoord tussen Nederland en Curaçao is getekend om de economie en de begroting te verbeteren. “Wij vinden dat het anders had gekund, zonder een aanwijzing”, zegt Begina. “Dat hebben wij ook kenbaar gemaakt.”
“Gezien de economische situatie waarin wij nu verkeren, met onze problemen met betrekking tot Venezuela, vinden we dat wij het hebben kunnen afdoen met een onderling akkoord.”
‘Serieus naar kijken’
De Curaçaose regering heeft al eerder in de Rijksministerraad een beroep gedaan op een uitzonderingsregel wat in de Rijkswet Financieel toezicht staat, maar zonder succes.
“We willen daar serieus naar kijken”, zei Knops een maand geleden. Om die reden werd de aanwijzing toen nog uitgesteld.
Het Nederlandse kabinet erkent de impact van de Venezuela-crisis, maar dat blijkt niet voldoende om het advies van het Cft opzij te leggen. “Er moeten goede redenen zijn om daarvan af te wijken, ook met het oog op eventuele precedentwerking”, zegt Knops vandaag over het besluit van de Rijksministerraad.