Foto: Uit de digitale collectie van ANA

De samenleving op Aruba smolt na de afschaffing van de slavernij vrij snel samen. Dat zorgde ook voor dat Arubanen snel zijn opgehouden met praten over het verleden. Het is een collectief en cultureel geheugenverlies dat nu opgerakeld wordt, zegt Edric Croes, hoofd Beheer en Behoud van het Nationaal Archief van Aruba (ANA).

In de podcast ‘Arubaanse roots: het verborgen slavernijverleden’ vertelt Croes over onbekende verhalen die hij sinds het digitaliseren van de koloniale archieven is tegengekomen.

Arubanen staan vaak niet stil bij welke rol sommige locaties zoals Fort Zoutman speelden in de slavernij. Of welke banden bekende figuren zoals Boy Ecury en Betico Croes met de slavernij hadden.

Achter gesloten deuren zijn er ook veel verhalen zijn die we nog niet kennen, stelt hij. Hij stipt ook aan het belang van immateriële bronnen zoals slaapliedjes en orale familieverhalen.

Complexe verhoudingen
De kleinschaligheid van de slavernij op Aruba maakt de situatie ook persoonlijker, legt hij uit. “Als ik lees dat op 2 januari 1849 Jacob Lacle naar het fort ging om zijn belasting te betalen, dan betaalt hij belasting voor mijn overgrootmoeder. Het is dan geen gewone belastingbetaling meer, dan wordt het persoonlijk.”

“Heel lang leefde het slavernijverleden op Aruba of de herinneringen hieraan niet. Door de externe druk zijn we plotseling gaan zoeken naar ons verleden en dat brengt meteen ook de complexiteit van het Arubaanse slavernijverleden naar voren en hoe de vermengingen zijn gebeurd”, aldus Croes.

Document afschaffing slavernij (Foto uit de digitale collectie van ANA)

Dat we deze geschiedenis zijn ‘vergeten’ heeft ook te maken met de complexiteit van de situatie. De meeste Arubanen zowel slavenhouders als tot slaaf gemaakten hebben in hun stamboom. “Na de afschaffing zie je de vermenging direct gebeuren. Hiermee bedoel ik niet per se de huidskleur maar de juridische status van tot slaaf gemaakte personen en vrije personen.”

Plantages
Voorheen werd altijd gedacht dat Aruba geen plantage-economie had omdat Aruba anders dan Curaçao of Suriname geen grote plantages kende. Ook het aantal tot slaaf gemaakten was relatief kleiner.

Maar als je anders kijkt naar de bronnen dan zie je bijvoorbeeld dat grondbelasting een grote rol speelde. Zo blijkt uit het kasboek dat in het eerste kwartaal van 1849 39 procent van het inkomen afkomstig was van grondbelasting en slavenbelasting, legt Croes uit.

Dat concessiegronden vroeger plantages waren die daarna verkaveld werden, daar staan Arubanen ook niet bij stil. “Plaatsen zoals Tarabana, San Barbola, Nune, dat zijn allemaal plantages waar je elke dag wel langs rijdt”, zegt hij.

Met deze nieuwe data kunnen onderzoekers uitzoeken in hoeverre Aruba echt draaide op de slavernij, door te kijken naar onder meer de slavenbelasting en grondbelasting, stelt hij. 

Emoties
Verhalen van Thomas, Djan, Belonia, Pleisier en Juan die voorkomen in de koloniale archieven zijn vrijwel onbekend onder Arubanen, blijkt uit de reacties op de podcast. Mensen willen meer weten over de achternamen die banden hebben met de slavernij maar ook over de plantages.

Volgens Croes komen veel emoties los bij mensen vooral als ze dat kunnen koppelen aan een verhaal, of een plek op Aruba.” Als je tegen iemand kan zeggen dit is waar je familie is opgegroeid als tot slaaf gemaakten, dan wordt het tastbaar. Dan is het niet slechts een cijfer of een geboorte.”

Zo zijn in de tentoonstelling van ANA de namen te zien van tot slaaf gemaakte personen die straffen kregen de laatste vier jaar voor de afschaffing van de slavernij. Zeventien tot slaaf gemaakten kregen lijfstraffen waarvan sommigen meerdere keren zijn gestraft. Hierbij ging het onder meer om 169 touwslagen, 149 dagen dwangarbeid en 84 dagen opsluiting.

Het Nationaal Archief Aruba heeft sinds maart de tentoonstelling ‘De Arubaanse diaspora’ waarin ze speciaal aandacht aan de slavernij besteden (foto: Melissa Stamper)

Dat er op Aruba nog geen standbeelden of straten vernoemd zijn naar tot slaaf gemaakten toont ook het gebrek aan erfenis dat heerst, vindt hij.

Daarom vindt hij dat wetenschappers, makers en creatievelingen de bronnen anders moeten benaderen en nieuwe bronnen aanboren.

Inmiddels ziet Croes ook een verandering in hoe jongeren met het slavernijverleden omgaan. “Jongeren willen het niet meer verstoppen en willen juist meer weten.”

Edric Croes in gesprek met journalisten Melissa Stamper en Sharina Henriquez (foto: Edjean Semeleer)

Podcast Arubaanse roots: Het verborgen slavernijverleden

In de vijfdelige podcastserie ‘Arubaanse roots: het verborgen slavernijverleden’ doen journalisten Melissa Stamper en Sharina Henriquez onderzoek naar het onderbelichte slavernijverleden van Aruba en de doorwerking ervan dat voor een lange tijd weggestopt was.

De afleveringen zijn te volgen via:

Facebook: https://lnkd.in/e3nYW_pK
Youtube: (2) NTR Caribisch Netwerk – YouTube (onder tab Live)

Aflevering 4 van deze podcast is te beluisteren op zondag 23 juli om 19.00 uur Caribische tijd (13.00 uur Nederlandse tijd)