Voor de moeder van de Arubaanse Nigel Hill (24) was maandag een moeilijke dag. Helga Hill vraagt zich nog steeds af hoe het kan dat verdachte Abdel T. (30), die vorig jaar veroordeeld is tot een celstraf van tien jaar en tbs met dwangverpleging, in dezelfde cel zat als haar zoon.

T. heeft Hill in maart van dit jaar vermoord in de cel waar ze beiden zaten. Het liefst ziet Nigels moeder dat justitie met een wet komt die het strafbaar maakt tbs’ers met dwangverpleging in een cel met anderen op te sluiten. Deze wet zou dan naar haar zoon genoemd kunnen worden, de ‘Nigel Hill’-wet.

Neerwaartse spiraal

Vanuit Aruba kreeg ze van familie informatie over de zitting in Rotterdam. “Ik doe mijn best om wat er in de Nederlandse media gezegd wordt niet te volgen, maar krijg berichten doorgestuurd. Dat zorgde ervoor dat ik (op maandag red.) weer in een neerwaartse spiraal terecht kwam. Ik moest ook de hele dag huilen”, zegt ze.

Een paar dagen voor de zitting heeft ze een videogesprek met de officier van justitie. Sinds de moord op haar zoon kampt ze met depressies en heeft ze moeite met slapen. Dat maakt het zwaar om te luisteren naar de details van de zaak.

Psychose

T. zou zijn celgenoot in zijn slaap hebben mishandeld, gewurgd en vermoord. Volgens T. zou Hill ruzie hebben gezocht waardoor T. bang was. Ook zou hij schrammen hebben opgelopen. Hill zou hem hebben aangevallen en moest T. zich verweren, raakte in een psychose en herinnerde zich niks meer.

Daarnaast verklaarde T. dat hij zijn medicijnen niet zou hebben gehad, maar volgens het OM zou T. die zelf zou hebben geweigerd. “Hoe kan het dat iemand die vastzit in de gevangenis van Krimpen aan den IJssel zijn medicijnen kan weigeren. Dat zou afgedwongen moeten worden”, stelt de moeder van Hill.

Ook zou T. die avond meerdere keren uit zijn cel zijn gekomen om zakken weg te gooien. In een van de zakken trof het Openbaar Ministerie kleren aan van Hill, in een andere zak werd er een koord gevonden. Wanneer de moord precies plaatsvond is onduidelijk, het OM sluit uit dat iemand anders Hill zou hebben vermoord.

Rustige man

Dat het verhaal van T. niet lijkt te kloppen en steeds verandert maakt haar ook boos. Ze legt uit dat Hill in zijn telefonische gesprekken met haar T. juist omschreef als een rustige man waardoor ze niet de indruk had dat ze ruzie hadden. Ook uit de laatste gesprekken van beide celgenoten blijkt er geen aanwijzing te zijn dat ze ruzie hadden, stelt het OM.

“Stel dat ze ruzie hadden, dan nog geeft het je niet het recht om iemand te doden  laat staan op zo’n gruwelijke manier”, zegt ze.

Vragen onbeantwoord

Voor Helga blijft het een rouwproces waardoor ze heen moet zien te komen. Wat het moeilijker maakt is dat ze nog steeds met veel onbeantwoorde vragen zit. “Ik probeer het nu te verwerken, het blijft moeilijk. Ik kan niet slapen en blijf erover malen en ga vaak naar de begraafplaats van mijn zoon en bid tot God om de kracht te hebben om door te gaan.”

Aan het begin was ze heel kwaad en kon ze T. slechts kwaad toewensen. Nu denkt ze daar anders over en wil ze dat hij de juiste hulp krijgt zodat dit met niemand anders gebeurt.

“Ik zou ervoor kunnen kiezen om boos te blijven en soms voel ik nog die boosheid, maar dan realiseer ik me ik als moeder dat hij psychische hulp nodig heeft. Ik bid dat hij de nodige hulp krijgt zodat hij dit met niemand anders zoon kan doen. Want dit wens je niemand toe, ik bid ook voor zijn familie want ook zij hebben het zwaar.”

Ter observatie naar Pieter Baan Centrum

T. moet ter observatie voor twaalf weken naar het Pieter Baan Centrum om zijn geestelijke toestand te bepalen. “Dan vraag ik me af; als hij nu onder toezicht wel zijn medicijnen slikt en normaal gedrag vertoont, dan merk je niks van zijn psychose of zijn gedrag. Hoe kan je dan bepalen of hij weer geplaatst kan worden?”

Met de voorgeschiedenis van T. blijft het voor Helga de vraag hoe het kan dat de gevangenis daarover niets wist en hem desondanks bij een celgenoot plaatste. “Ik werk op school en voordat een nieuwe leerling in de klas komt, weet ik alles over zijn voorgeschiedenis , hoe kan de gevangenis dat niet weten? Ik dacht dat mijn zoon daar veilig was maar dat bleek niet het geval.”

Nigel Hill-wet

Het is niet de eerste keer dat een tbs’er iemand in de gevangenis van Krimpen aan den IJssel aanvalt. Maar volgens Helga wordt dat door de gevangenis ontkend. “Dat betekent dat ze niet de juiste maatregelen nemen om dit te voorkomen. Hoe vaak moet het voorkomen voordat ze iets ondernemen? Moeten de directeurs en bewakers zelf deze pijn ervaren voordat het ophoudt?”, vraagt ze zich af.

De officier van justitie neemt in september weer contact met haar, als ze meer weten van de psychische toestand van T. Helga hoopt dat het niet in een doofpot wordt gestopt en nog een keer misgaat. “Ik hoop dat er een wet komt dat ervoor zorgt dat dit nooit meer gebeurt en dat elke gevangenis dat toepast, de Nigel Hill-wet.”

De Wekelijkse Update

Blijf voortaan op de hoogte over de Caribische gemeenschap. Abonneer je net als anderen op de Wekelijkse Update via deze link.