Vakbonden: ‘Het slavernijverleden raakt de Bonairiaan nog dagelijks’

Foto: Marit Severijnse

Wie de Bonairiaanse media volgt, merkt weinig van de voorgenomen excuses van het Nederlandse kabinet. Verrassend? Nee, vinden de verschillende vakbonden. Toch zien ze bij hun achterban nog dagelijks de doorwerking van het slavernijverleden. 

Wat sommige inwoners betreft, moet het verleden niet worden ‘opgerakeld’. Ze vinden dat deze generatie niks te maken heeft met het slavernijverleden. “Merendeel van de Bonairianen identificeert zich niet als afstammeling van totslaafgemaakte mensen”, vertelt Norwin Willem van Usibo, de koepelorganisatie van de vakbonden.

Sedney Marten van vakbond STRAF haakt daarop in. “Bij afschaffing van de slavernij werd gezegd dat de totslaafgemaakte mensen niet moesten terugkijken naar wat er allemaal is gebeurd. Er werd ze ingeprent dat ze niet slecht moeten denken over de slavenhouders, want zogenaamd werden ze toch niet slecht behandeld?”

“Het Bonairiaanse volk is daarna ingepeperd dat alles wat vanuit Afrika komt negatief is. Kijk maar om je heen”, zegt Marten. “In de buurt Hato zijn alle straatnamen van Nederlandse steden. Verder zijn er namen van vruchten, muziekinstrumenten en zelfs van oorspronkelijke bewoners. Waarom zijn er geen namen van volken of plaatsen uit Afrika? Die gedachte komt niet op bij de commissie die hierover gaat.”

“Kun je je dat voorstellen dat Papiamentu op Bonaire een vreemde taal zou zijn? Nou, in onze wet op het voorgezet onderwijs staat Papiamentu aangeduid als moderne vreemde taal, terwijl het Nederlands als moedertaal wordt beschouwd. We hebben een strijd tegen Nederland moeten voeren voor erkenning van het Papiamentu.”

‘Angst voor de Europese Nederlander’
De doorwerking van het slavernijverleden ‘zie je regelmatig terug in het dagelijks leven’, ook van arbeiders die de vakbonden vertegenwoordigen, vertelt Cherel Kwidama voorzitter van Algemene Federatie voor Bonairiaanse Werknemers (AFBW).

“Er heerst nog steeds de angst voor de Nederlander. Bonairianen zijn vaak bang om voor hun eigen rechten op te komen en bang om kritisch te zijn tegenover de Nederlander.”

“Op Bonaire worden de meeste hoge functies bekleedt door Europese Nederlanders”, ziet Kwidama. “Als een Bonairiaanse persoon directeur is, zie je dan bijna altijd een Europese Nederlander als onderdirecteur.”

“Je hoeft alleen maar naar het functieprofiel te kijken van een vacature en je ziet dat de Bonairiaan hier vaak moeilijk aan kan voldoen. Het is op de maat geschreven voor de Europese Nederlander”, zegt Kwidama. “Kijk maar naar het vliegveld. Wil je mij wijsmaken dat geen enkele Bonairiaan deze functie kan bekleden? Dat er intern niemand is die ze kunnen opleiden? Men hanteert het koloniale concept van verdeel-en-heers op de arbeidsmarkt.”

‘We zijn niks, we hebben niks en we kunnen ook niks’
Marten (STRAF) vindt dat Bonairianen vaak sporen van ‘mentale slavernij’ vertonen, omdat ze niet durven op te komen voor hun rechten. “Ze hebben de geroeste ketting van onze lijven weggehaald, maar in plaats daarvan zilveren ketting mentaal bij ons ingebracht.”

Daar is Willem (Usibo) het roerend mee eens. “Er is nog steeds een gebrek aan solidariteit, een angst om verantwoordelijkheid te dragen. Ik zie een gebrek aan eigenwaarde en merk geen gevoel van patriotisme. Dit is het gevolg als je generatie na generatie hoort: we zijn niks, we hebben niks dus we kunnen ook niks.”

‘Excuses? Ons respectvol en gelijkwaardig behandelen zou beter zijn’
“Het Nederlandse kabinet wil nu plotseling excuses aanbieden, zonder overleg en op een datum die zij hebben gekozen. Het voelt dat de excuses niet oprecht zijn”, vindt Marten. “Het lijkt alsof Nederland ook dit onderwerp wil afvinken: oké, we hebben dat gedaan!”

Ook vindt hij dat politiek Den Haag én de koning de excuses moeten maken. “De Nederlandse staat, de koning en het politiek bestuur hebben allemaal profijt gehaald uit de zogeheten Gouden Eeuw. De musea laten de rijkdom zien. Dat is bereikt door zwarte mensen te degraderen tot gereedschap.”

Persoonlijk zit Marten niet te wachten op de excuses, zegt hij. “Het voelt niet alsof dit uit de ziel van de Nederlandse staat komt. Ik wil graag weten wat de echte reden is dat ze dit op 19 december willen doen.”

Kwidama (AFWB) heeft ook haar twijfels. “We worden op Bonaire nog steeds behandeld als tweederangsburgers. Nederland moet gewoon stoppen met deze discriminatie. Excuses zijn pas oprecht en hebben pas nut als wij met respect en gelijkwaardigheid worden behandeld. Dat zou de beste verontschuldiging zijn.”