‘Ben ik nou geprivilegieerd of ben ik echt goed?’

Foto: uit eigen archief

Elke keer als Wensly Francisco iets geweldig goeds overkomt, zorgt dat voor een knobbel in zijn hoofd.

De documentairemaker, creatief directeur bij het Huis van Asporaat en nu ook schrijver zat in de geprivilegieerde positie dat drie uitgevers zijn eerste roman ‘Rust’ wilde uitbrengen. En zij hem moesten vertellen wat ze te bieden hadden.

Daarna werd hij uitgenodigd bij het boekenprogramma Brommer op zee op televisie, iets wat haast nooit voorkomt bij een debutant. En daar was-ie weer die knobbel in zijn hoofd, vertelt Francisco: “Hoe kan dit? Ben ik nou geprivilegieerd? Of ben ik echt goed?”

Roman met autobiografische trekken
‘Rust’ gaat over Lucci, die opgroeit zonder vader. Zijn moeder neemt hem als jongetje mee naar Tilburg en wordt daar uiteindelijk een goed georganiseerde drugskoningin. Lucci groeit op in spanning en chaos en gaat uiteindelijk  het leger in. Net als Francisco ooit deed.

Zijn boek is deels autobiografisch.

“Het mooie van mijn boek is dat het voor een deel zich afspeelt op de eilanden en voor een deel in Tilburg, in de provincie en overal in Nederland. Ik probeer mezelf niet weg te zetten als iemand met een migrantenafkomst. Ik zeg: ik ben verhuisd, niet geëmigreerd. Niet omdat ik een kleur heb, ben ik een migrant. Wij zijn Nederlanders.”

Francisco vervolgt: “Om zaken als racisme te bevechten, moet je het Nederlanderschap volledig claimen. We worden door de politiek voortdurend weggezet als tweederangsburgers waardoor je niet dezelfde eisen kunt stellen als de witte Nederlander.”

Schrijven om te blijven schrijven 
Francisco schreef het boek omdat hij de lijst zag van Caribische schrijvers: “Die was heel kort. Heel indrukwekkend, maar heel kort. En velen waren ook al gestorven, Diana Lebacs onlangs nog. We moeten die lijst blijven voeden met schrijvers, want als iedereen op die lijst dood is, zijn we weg. Dan houdt het op. ”

“Wij vertellen elkaar vooral verhalen, we pakken geen pen op om ze op te schrijven. Wij moeten schrijven cool maken. Ik schrijf om het plafond open te laten barsten, zodat de generatie na mij ook gaat schrijven. Onze verhalen doen er toe!”

‘Ik schrijf om het plafond open te laten barsten’

In het boek proef je zijn grote respect en bewondering voor vrouwen, en soms zelfs afschuw voor mannen.  “Eind jaren 80, begin 90 was de piek van het machismo. Mannen hadden veel bewijsdrang, er was groepsdruk om veel kinderen te maken. De vrouwen hadden de zorg, de mannen waren rolling stones. Je kunt niet egoÏstisch zijn als je moet zorgen. Als je de zorg niet hebt, hoef je enkel maar voor je eigen eten te zorgen.”

Machismo zegt Francisco, zit ook in hem. “Daar ben ik blij om. Het maakt dat je socialer, leuker bent, dat je jezelf beter verzorgt en dat je gezien wordt. Vrouwen kijken niet naar een man die stilletjes een muurbloempje zit te wezen. En natuurlijk kunnen vrouwen ook machista zijn en van het scherm afspatten. Het gaat om de balans. Het mag geen narcisme worden.”

Curaçao voorloper van feminisme 
Francisco en zijn vrienden wilden er voor hun kinderen zijn, ook als de relatie met de moeder was afgelopen.

“Ook in witte gezinnen speelt dat en zeggen mannen: ja, maar vrouwen zijn zo onafhankelijk geworden. Dan denk ik: ga naar Curaçao dan kun je zien hoe Nederland gaat worden. De vrouwen op mijn eiland waren altijd al heel feministisch.”

“Wij hadden Maria Liberia Peters als eerste minister-president van het Koninkrijk der Nederlanden. Dat moet Nederland nog allemaal inhalen. Bij ons worden beide seksen opgevoed tot onafhankelijkheid. Jongens moeten kunnen koken, wassen, strijken en voor zichzelf zorgen en meisjes moeten hun eigen brood kunnen verdienen”, legt hij uit.

‘De vrouwen op mijn eiland waren altijd al heel feministisch’

“Want door de slavernij wist men nooit wanneer je vrouw of man werd verkocht en weggevoerd. Nu moeten we naar een nieuwe mindset groeien. Niet meer: Hoe overleef ik? Maar: Hoe overleven we samen!”

Excuses voor het slavernijverleden
Verder over de slavernij gesproken, Francisco is heel blij dat Nederland excuses gaat maken.  “Moeten wij de dag na de excuses het geld steken in onderzoek naar het verleden, of focussen op het heden? Want door klimaatverandering gaan de eilanden een flinke klap krijgen. Kijk nu al naar Bonaire.”

“Als we het geld uit dat bewustwordingsfonds steken in het onderwijs en zorgen dat we de komende generaties opleiden in technieken als zonnepanelen en windmolens, dan zijn we klaar zijn voor de energietransitie. Als we daar volgend jaar mee beginnen, hebben we in 2035 een generatie die het aankan.”

Ophouden met blackwashing
Francisco vindt dat dat geld daadwerkelijk naar de mensen daar moet gaan. “Vraag de gemiddelde eilandbewoner of Surinamer: Hoe kom je aan een fonds? We weten het niet. Het wordt ons zorgvuldig niet geleerd. De witte Nederlander kent de wegen en weet hoe te praten en te schrijven zodat zijn organisatie het geld krijgt.”

“Die zorgt dan voor een beetje blackwashing, dan wordt er een zwart persoon aangetrokken en flink mee geshowd, en ondertussen besteden ze het geld zoals zij willen. Ik zeg: stop dat geld in educatie op de eilanden. Begin bij de jeugd. Als je een volk niet opleidt, begin je niets!”