URK – “Het beeld dat Urkers gesloten mensen zijn en geen buitenlanders toelaten tot hun gemeenschap, klopt niet. Als je hard werkt, dan integreer je als buitenstaander gemakkelijk.” Dat is één van de zaken die Nerizje Polanco opvalt. Ze komt zelf uit Aruba en doet onderzoek op Urk.
Samen met drie andere studenten antropologie, doet Polanco onderzoek in het vissersdorp. “We willen te weten komen wat de invloed van de visindustrie is op de bevolking van Urk,” vertelt Polanco.
Tekst gaat verder onder de video
Reportage door Sam Jones
Ze doen het onderzoek als onderdeel van het vak ‘Fieldwork NL’ van de studie ‘Cultural Anthropology and development Sociology’ aan de Universiteit van Leiden. Conclusies hebben ze nog niet getrokken: ze zijn momenteel de data aan het verwerken die ze gedurende drie weken op Urk verzameld hebben.
Andere gemeenschap dan de Caribische
Polanco koos voor een onderzoek op Urk omdat ze meer wilde weten van een andere gemeenschap dan de Caribische. “Ik wil weten wat de motivaties van een gemeenschap zijn om de visserij-industrie in te gaan. Waar de passie voor het vak vandaan komt.”
Urk is het enige dorp in Nederland waar de visindustrie zo groot is en nog steeds groeit. “Dat is bijzonder”, zegt Polanco, die zelf net als de andere studentes die uit verschillende landen komen, niet bekend is met beroep van visser.
‘Het harde werk van Urkers versterkt ook hun geloof’
Een van de dingen die opviel bij de Urkers, is geloof. “Dat speelt een belangrijke rol,” zegt Polanco. “We hebben veel rituelen gezien: mensen gaan bidden voor ze gaan eten, gaan vaak naar de kerk, oud en jong is gelovig. Ook in hun werk is het geloof belangrijk: het geeft ze echt kracht en het harde werk versterkt hun geloof.”
Wat Polanco bijzonder vond, is dat er heel veel verschillende protestantse kerken zijn in de relatief kleine Urkse gemeenschap. “Een stuk of achtentwintig”, zegt ze lachend. “Allemaal verschillende stromingen van orthodoxen tot evangelische en vrijzinnigen. En ze zeggen letterlijk tegen elkaar: ja we zijn het niet met elkaar eens. Het is mooi om te zien dat ze wel open voor elkaar staan.”
‘Je krijgt meer informatie als je meewerkt; participerend onderzoek heet dat’
De studenten hebben er voor gekozen om participerend hun onderzoek te doen. Ze zijn meegegaan met een kotter om te vissen, zijn bij de mensen thuis geweest, in de kerk en in de visverwerkingsfabriek. “Participerend observeren noemen we dat. Je krijgt meer informatie dan je denkt, als je de handen uit de mouwen steekt.”
Taalbarrière
De taal was wel een beetje een probleem. Een paar studenten praten Nederlands maar enkelen, zoals Polanco, zijn het Nederlands niet erg machtig. De conversatie ging daarom vaak in het Engels. Maar er werd ook Nederlands gesproken. “We kunnen hen voor het meeste gedeelte wel verstaan”, zegt Polanco, die zich lachend verontschuldigd voor haar eigen Nederlands.
Omdat ze lang op Urk waren konden ze uit de context van de gesprekken, wel opmaken wat de Urkers zeggen. Polanco: “Ik vind het heel mooi om zo’n Nederlandse dialect te horen.”