SAN NICOLAS – In twee maanden tijd moet een overheidscommissie bestudeerd hebben of de olieraffinaderij van Aruba nog een toekomst heeft. Bewoners van de raffinaderijstad San Nicolas hebben gemengde gevoelens. “We hebben de banen hard nodig, anders gaan ze stelen of drugs dealen, en wat moeten wij ouderen dan”, zegt een vrouw. Maar Charles ‘Charlie’ Brouns III gelooft er niet meer in: “Het is een farce om te denken dat de raffinaderij nog open kan.”
(Tekst gaat door na video)
Door Sharina Henriquez
Brouns is derde generatie-eigenaar van de befaamde Charlie’s bar, waar sinds 1941 vele werknemers van de oliefabriek aan de toog hebben gehangen. Zijn opa en vader werkten ook in de fabriek. Dus zakelijk heeft de familie veel te danken gehad aan de raffinaderij. “Het is nu afgelopen zaak. Heropenen is alleen voor kort gewin en niet voor toekomstige generaties.” Zijn grootouders zijn aan kanker overleden. “Dat komt zeker door de raffinaderij. Rokende pijpen in je achtertuin helpen niet, hoor.”
‘De verkoop gaat niet automatisch omhoog’ – journalist Hilario Doncker
Journalist Hilario Doncker die in San Nicolas is geboren en er nog steeds woont, zegt dat de mensen verdeeld zijn. “Sommigen willen het toch open voor banen en bedrijvigheid. Of uit nostalgie.” Dit jaar sluiten opnieuw verschillende winkels hun deuren in de al jaren stille hoofdstraat. Meer dan 60 procent is al dicht, toch zegt Doncker dat ook met een open raffinaderij die winkels niet terugkomen. “Dat hebben we al over de jaren heen gezien met de andere oliemaatschappijen. De verkoop gaat niet automatisch omhoog.”
Brouns hoort in zijn bar nog steeds ongecensureerd uit eerste hand wat er zich achter de hekken van de 90 jaar oude fabriek afspeelt. “De ingehuurde arbeiders en inspecteurs die de boel moesten bekijken, zijn drie maanden eerder dan gepland naar huis gestuurd. Want de rekening liep veel te hoog op; 2 miljard dollar.”
Boos op uitbater Citgo
Hij heeft het over het renovatieproject van uitbater Citgo waarmee de vorige AVP-regering in 2016 een omstreden contract voor heropening voor 25 jaar tekende. Er waren toen al grote twijfels vanwege de spanningen in Venezuela. Citgo’s moederbedrijf is namelijk de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA. Amerikaanse sancties tegen PdVSA maakten al gauw korte metten met het opstartproject, want de rekeningen werden grotendeels bevroren.
Dat was althans de veronderstelling bij de huidige coalitieregering onder aanvoering van premier Evelyn Wever-Croes (MEP). Na een bezoek vorige maand kreeg zij van Amerikaanse autoriteiten te horen dat Citgo eigenlijk nooit een licentie voor het renovatieproject en dus heropening van de raffinaderij had aangevraagd. De premier reageerde boos met: “Het hoofdstuk van Citgo lijkt elke dag meer en meer uit te zijn.”
Studie naar de toekomst
In plaats van het boek vervolgens zelf dicht te klappen, heeft ze een commissie ingesteld. Die moet drie scenario’s onderzoeken. De eerste twee gaan nog uit van een heropening van de oliefabriek. De commissie moet namelijk eerst onderzoeken of er nog wat valt te halen valt uit het contract met Citgo. Zo niet, of er dan een nieuwe uitbater gevonden kan worden om de boel weer te laten draaien.
Voorheen leverden die zoektochten overigens weinig op. Na inspecties van de fabriek, haakten geïnteresseerde olieconcerns af. Zoals een aantal jaren terug gebeurde met Petrochina en Petrobras. Het lukte pas toen de toenmalige eigenaar Valero de zwaar verouderde fabriek met vervuiling eerst aan de Arubaanse overheid kon verkopen. Citgo huurt namelijk.
Raffinaderij past niet in beleid
Een draaiende raffinaderij is eigenlijk ook niet wat de regering volgens haar nieuwe economische visie wil. In dit rapport ‘Economic Policy – A strong and resilient economy 2019-2022’ wordt de raffinaderij amper genoemd, slechts om economische ontwikkeling in het verleden te duiden. De industrie waar de regering nu over rept, is de creatieve industrie. Maar niets over de olie-industrie, heropening van de raffinaderij, investeringen, verwachte inkomsten, banen, etc.
Het derde scenario dat de commissie moet onderzoeken, past wel in die economische visie: hoe moet Aruba verder zonder raffinaderij.
Dat is geen moeilijke opdracht, zegt parlementariër van coalitiepartij POR, Marisol Lopez-Tromp. Zij stemde als enige volksvertegenwoordiger in 2016 tegen het contract met Citgo en blijft tegen een heropening. “We doen al jaren zonder raffinaderij.”
Parlementariër Marisol Lopez-Tromp in gesprek met Sharina Henriquez
90 jaar raffinaderij op ArubaIn 1929 gaat de Lago-raffinaderij open en groeit uit tot de één na grootste raffinaderij (na Isla in Curaçao) in de wereld. Internationale faam krijgt de fabriek in de Tweede Wereldoorlog als brandstofvoorziener voor de geallieerden. Lokaal zorgt het voor enorme welvaart en ontwikkeling van de bevolking. En waardoor Aruba uitgroeit tot één van de rijkste landen in de regio. In 1985 sluit de raffinaderij en wordt grotendeels ontmanteld. Een afgeslankte versie gaat in 1989 weer open, maar haalt nooit de glorie van vroeger. In 2009 sluit de toenmalige eigenaar Valero de fabriek, opent deze weer kort in 2011 om daarna in 2012 voorgoed te sluiten. De Arubaanse overheid wordt weer eigenaar van de afbrokkelende raffinaderij en zwaar vervuild gebied. In 2016 mag Citgo deze huren om op te knappen en vanaf oktober 2020 te heropenen. Maar dit project ligt inmiddels stil. |