Duizend koeien naar Curaçao: waarom wel, waarom niet?

WILLEMSTAD – Duizend koeien komen naar het eiland. Dat is althans het plan van Arthur Parris, Ramon Troconiz en een deel van de regering. Het project moet zorgen dat er een lokale productie van rundvlees ontstaat. Maar, hoe zit het met de omstandigheden van de dieren en de vervuiling die het project veroorzaakt?

Parris komt van Curaçao, maar heeft veel tijd doorgebracht in Zuid-Amerika. Meer dan veertig jaar werkte hij op boerderijen, in andere onder Colombia. “Ik had altijd de droom zoiets op Curaçao te doen, maar het was nooit mogelijk. Tot nu toe.”

Elisa Koek in gesprek met Arthur Parris

De ondernemer legt uit dat er op Curaçao nu meer dan 1000 koeien per maand worden verorberd. Dat vlees wordt geïmporteerd. “Met gevolg dat niemand precies weet wat deze beesten hebben gegeten en hoe zij leefden. Soms ligt het vlees ook maanden in een vriezer.”
Met de Concentraded Animal Feeding Operation (CAFO) zou dit moeten veranderen. “Iedereen kan zien wat de koeien eten en hoe ze leven. We starten klein, maar met zeker 80 werknemers. Als alles goed gaat, werken we over vier jaar met zeker 240 man.”

Tegengas
Het plan krijgt al tegengas. Een groep bezorgde burgers bracht een gezamelijke verklaring naar buiten: “Bij andere CAFO’s kunnen we zien dat het omringend gebied ook te lijden heeft onder bijvoorbeeld de geur van de boerderij door toename van vliegen en mestoverspanner. Het gebied dat beïnvloed en vervuild wordt, is dus vele malen groter dan de veertig hectare die nu is gereserveerd.” Daarbij staat niet de hele regering achter het plan.

Ook de Inspectie der Volksgezondheid is ongerust: er is namelijk geen toezicht op het vak dierenarts. Iedereen kan zich dierenarts noemen. “Deze wetgeving is niet in orde”, verduidelijkt inspecteur-generaal Jan Huurman. “En wanneer je 1000 koeien naar het eiland haalt, moet er ongetwijfeld een dierenarts aan te pas komen. De kans op infectieziektes en andere ziekten is groot en zonder goed toezicht is dit een gevaar.”

Gregory Berry, voorzitter van de Dierenbescherming Curaçao is niet voor of tegen het plan. “Ik begrijp dat het project in de onderzoeksfase is: we gaan dus geen emotionele uitspraken doen zonder feiten.” Berry benadrukt dat veeteelt een industrie is die zij niet kunnen tegenhouden. “Waar we wel op letten, zijn de omstandigheden waarin de dieren leven.”

“Er zijn regels dus controleer ons alsjeblieft” – boer Parris

Parris stelt dat de omstandigheden volgens de internationale regels zijn. “Er worden vijftig koeien geplaatst in stallen van 20 bij 50 meter. We vallen onder de regels van de World Organisation for Animal Health, dus alles gebeurt via de regels die wereldwijd gelden.”

De mest wordt meteen in afgesloten zakken opgeruimd om stank te voorkomen. Volgens Parris is er geen vervuiling. “De vervuiling waar men op doelt, wordt gebruikt om stroom mee op te wekken. De mest wordt verwerkt tot bijvoorbeeld biogas dat gebruikt kan worden in huizen of voor stroom: dat is de moderne manier van veeteelt. Op de ouderwetse manier zou ik er niet eens aan beginnen.”

Parris hoopt dat het gebrek aan toezicht wordt opgelost. “Dat is een taak van de regering, daar kunnen wij weinig mee. Er zijn regels dus controleer ons alsjeblieft. Graag zelfs.”