Het is vandaag druk, erg druk. Doordat ik een bezoek aan de gevangenis in mijn agenda heb gepropt is de rek uit mijn tijd, en misschien ook een beetje uit mijn geduld. Een collega van de dagbehandeling moet even ergens over beslissen maar haar telefoon gaat over zonder te worden opgenomen. Ik leg mijn hoorn op de haak en loop met grote passen mijn kamer uit, de gang door en langs de tafels in de personeelskeuken. Ik daal snel de trap af en kom aan op de dagbehandeling. Noodgedwongen vertraag ik mijn pas, het is hier spitsuur.
Het lijkt wel alsof er op elke vierkante meter iemand zit of staat. Aan de grote tafel speelt een verpleegkundige van de gesloten afdeling domino met een groep patiënten wiens reactiesnelheden onderling erg verschillen. Vlak voor mij staat iemand met de radio te rommelen, iets mompelend dat lijkt neer te komen op onvrede over het muziekaanbod.
‘Hij danst uitbundig en precies voor de deur waar ik doorheen moet’
In de verte overhandigt de ene patiënt iets aan de andere op een manier die doet vermoeden dat het om contrabande gaat. Maar zouden ze dat dan niet op een minder opvallende plek doen begin ik me af te vragen. Ik krijg de kans niet om mijn gedachte af te maken omdat twee patiënten me een gelukkig nieuwjaar wensen en willen weten hoe het met me gaat.
Terwijl ik blijf doorlopen zeg ik ‘goed! insgelijks! en met jullie?’ Hun antwoorden zijn gelukkig kort en zonder ruimte te laten voor een vervolgvraag loop ik door. Niet stilstaan, dat is belangrijk. Eenmaal bij mijn collega aangekomen blijkt zij ook in de stemming voor snel zaken doen, mooi. Na twee minuten overleggen heeft ze besloten en kan ik terug naar de poli. In een split second overweeg ik via de gesloten afdeling terug te lopen, maar dat is natuurlijk dom en tegen het veiligheidsprotocol. Ik zal weer over de dagbehandeling moeten.
‘Niemand, behalve ik, let op hem en dat heeft iets ontroerends’
De patiënt die met de radio stond te rommelen heeft een liedje gevonden dat hem bevalt. Hij danst uitbundig en precies voor de deur waar ik doorheen moet. Noodgedwongen blijf ik dus staan kijken. Hij zet goedbeschouwd een ontzettend vette show neer. Zijn bewegingen, die zijn hele lichaam in beslag nemen, zijn afwisselend golvend en schokkend. Perfect op de maat gaat hij van het ene in het andere over en weer terug. Niemand, behalve ik, let op hem en dat heeft iets ontroerends. In het stoïcijns doorgaan met waar ze mee bezig zijn creëren ze een veilige ruimte waarin zijn interpretatieve dans oordeelvrij kan bestaan.
‘Buiten voltrekt zich langzaam een ramp van een eiland zonder middelen’
Terwijl ik daar sta realiseer ik me dat deze plek een klein wonder is. Buiten voltrekt zich langzaam een ramp van een eiland zonder de middelen voor de noodzakelijke wederopbouw. Hierbinnen vragen we ons soms ook af hoe toekomstbestendig we zullen blijken als er niet snel veel geld vrijkomt. Maar voor nu kunnen onze patiënten swingen op de beat en hun dominostenen op tafel slaan in de wetenschap dat ze hier zorg, eten en zo nodig onderdak hebben. Ik besluit om de drukte me niet af te laten leiden van het feit dat ik daar erg dankbaar voor ben.
Naeem Juliana (28) uit Utrecht woonde tot zijn zeventiende op Sint-Maarten en werkte er in 2014 in de psychiatrische hulpverlening. Na orkaan Irma op Sint-Maarten heeft hij zijn studie psychiatrie in Nederland on-hold gezet, zijn huur opgezegd en afscheid genomen van zijn vriendin. Allemaal om op Sint-Maarten mee te helpen aan de wederopbouw van het eiland en dan met name de psychiatrische hulpverlening. Via Caribisch Netwerk volg je zijn verhaal. |