PHILIPSBURG – “Als iemand al drie kinderen in een weeshuis heeft en een vierde kind is onderweg, dan moet zij worden ‘afgebonden’ zodat ze geen kinderen meer kan krijgen. Er zijn hier vrouwen met wel twaalf kinderen; die zitten niet allemaal in een weeshuis, maar ze worden door anderen verzorgd. Dat hoort niet zo te zijn.”
Met deze noodkreet legt Veronica Benjamin van het New Start weeshuis de vinger op een van de vele zere plekken in een systeem dat met man en macht probeert kansloze kinderen een veilig onderkomen te bieden.
Volgens de voogdijraad zijn er 88 kinderen in door de rechtbank opgelegde beschermende bewaring. Hiervan wonen er 34 thuis, zeven zijn geadopteerd en 47 zitten in weeshuizen, waar nog eens tien kinderen van ouders die niet in staat zijn voor hen te zorgen langs informele weg zijn geplaatst.
Niet genoeg
De adoptiegezinnen krijgen 250 gulden per maand van de overheid en de weeshuizen ontvangen 500 gulden per kind per maand. Dat is bij lange na niet genoeg, zegt Cassandra Gibbs van het I Can weeshuis. “De vergoeding is tien jaar geleden voor het laatst verhoogd van 275 naar 500 gulden. Ik beschouw 2000 gulden als een redelijk bedrag.”
De weeshuizen spraken in februari vorig jaar met Justitieminister Dennis Richardson, maar sindsdien hebben ze niets meer vernomen over destijds gedane toezeggingen. De kosten voor de pleegzorg zijn de afgelopen vier jaar met 91.5 procent gestegen tot meer dan 343.000 gulden per jaar.
Het ontwikkelingsfonds SMDF, dat de rol van de opgeheven subsidieclub Usona heeft overgenomen, steunt de weeshuizen door de kosten voor schoolgeld en schooluniformen te dekken. Het ministerie van Justitie neemt medische kosten voor haar rekening. Antonia Hodge van Hope Outreach stelt niettemin dat dekking van deze kosten voor sommige kinderen nog steeds een probleem is.
Te jong
Benjamin brengt nog een ander probleem onder de aandacht. Zodra wezen achttien worden, moeten ze uit de pleegzorg en op eigen benen staan. “Ik heb een achttienjarig meisje dat nergens heen kan. Daar moeten we iets aan doen.” Volgens Cassandra Gibbs is achttien te jong om kinderen in de maatschappij los te laten. “In het Verenigd Koninkrijk is men hier al van teruggekomen. Daar worden wezen in het systeem gehouden tot ze 21 zijn.”
Niet-functionerende ouders
Gibbs zegt dat het doorgaans onmogelijk is om een relatie tot stand te brengen met de biologische ouders of familieleden van de kinderen. Aandacht van officiële instanties laat ook te wensen over. “Twee maanden geleden bracht de politie een kind bij mij. De reclassering en de Voogdijraad zijn niet een keer komen kijken hoe het met dit kind gaat.”
Gibbs zegt dat ouders hun verantwoordelijkheid moeten nemen. “Kinderen hebben ouders nodig, ongeacht het niveau van zorg dat wij bieden. Op een bepaalde leeftijd gaan ze op zoek naar hun ouders; wij moeten het welzijn van deze kinderen centraal stellen. Het gaat niet om kinderen zomaar van hun ouders weg te nemen.”
Gibbs stelt dat de omstandigheden waaronder de families van deze kinderen leven geëvalueerd dient te worden. “Niet-functionerende ouders zijn de voornaamste reden dat kinderen in een weeshuis terecht komen.”
Politieke agenda
Het parlementslid Sarah Wescot-Williams vindt dat de regering familie en kinderen bovenaan de politieke agenda moet plaatsen. “Pleegzorg is onderdeel van een groter maatschappelijk probleem. Als we een fractie van de problemen op dit gebied onder ogen zien dan zouden we allemaal slapeloze nachten hebben.”
Andere parlementsleden, zoals Leona Marlin-Romeo en George Pantophlet schrijven de situatie in de pleegzorg toe aan ongecontroleerde immigratie. “Sommige kinderen zijn aan de Franse kant geregistreerd voor een uitkering en zitten hier in een weeshuis,” zegt Marlin-Romeo. “Dat gat moeten we dichten.” Volgende maand is er overleg tussen politieke delegaties van de Nederlandse en de Franse kant van het eiland. Daar wil het parlementslid Lloyd Richardson dit misbruik van het sociale systeem aan de orde stellen.
Door Hilbert Haar