Vakantiebeurs Bon Bini Snek

Goriaka Maal, in een traditioneel Curaçaos klederdracht, gaat op de foto met een bezoeker. Zij krijgt veel vragen over haar klederdracht en over Chikungunya – foto: John Samson

Het is sinds vrijdag eindelijk topdrukte bij de Vakantiebeurs in Utrecht, merken de vertegenwoordigers van de Caribische eilanden op. Bij het grote bouwwerk, ‘the Curaçao Village’, staat een lange rij bezoekers bij de snèk te wachten.

Het effect van de berichtgevingen in de Nederlandse media over het Chikungunya-virus, de ‘killermug’ zoals de bezoekers het onterecht noemen, is goed te merken tijdens de Vakantiebeurs. Eigenlijk vooral bij de stands in ‘the Curaçao Village’.

“Helaas krijgen we een heleboel vragen over Chikungunya, maar we weten wel hoe we ermee moeten omgaan”, vertelt Goriaka Maal, die in een traditioneel Curaçaos klederdracht de bezoekers begeleidt. “Hoe je het went of keert, dit is niet gunstig voor het toerisme. Maar als we de mensen goed informeren hoe ze ermee moeten omgaan, dan denk ik dat alles goed komt.” Het advies luidt dan ook: als u zich goed insmeert, dan hoeft u zich echt geen zorgen te maken.

Caribische sfeer
Sinds vrijdag is het een stuk drukker bij de Vakantiebeurs, met lange rijen bij de entree van het Jaarbeurs in Utrecht. De stands van de eilanden staan allemaal dicht op elkaar, waardoor de Caribische sfeer goed te voelen is. Precies middenin staat een podium waar live-bands en dansvoorstellingen te zien zijn. Het wordt omringd door een bezoekers die bij de statafels en strandstoelen even bijkomen.

Bezoekers hebben Antilliaanse hapjes, bier uit Curaçao en cocktails in hun hand terwijl ze naar de optredens kijken. Naast het podium staat een grote kiosk met de lekkernijen, ook in het Curaçao-dorp bij de Bon Bini Snèk, waar een lange rij staat voor een gratis portie pikaballetjes.

Miles Mercera van CHATA legt aan een stel uit wat het eiland Curaçao hen te bieden heeft. - foto: John Samson

Miles Mercera van CHATA legt aan een stel uit wat het eiland Curaçao hen te bieden heeft. – foto: John Samson

Gastland
Curaçao is samen met Spanje het gastland tijdens het evenement in het Jaarbeurs. Overal in de grote hallen van de Jaarbeurs staat het logo van Curaçao. Het is voor Curaçao een extra speciale editie, volgens Miles Mercera van de hotelvereniging CHATA: “We zijn dit jaar met een iets groter team om alle informatie te kunnen geven. We zijn eigenlijk ook het succes van Curaçao aan het vieren, want we staan in de top-3 van vakantiebestemmingen in Nederland.”

Alle Caribische uithoeken van het Rijk doen, met vooral veel gelach, hun best om de bezoekers over te halen om naar hun eiland te komen. Ook bij de stands van Aruba en Bonaire is de drukte goed te merken.

Bij de Aruba-stand hebben de meeste gasten al een ticket geboekt of ze zijn van plan om te gaan boeken, vertelt een van de vertegenwoordigers. “Ze willen graag weten wat voor activiteiten zij kunnen doen. We vertellen ze bijvoorbeeld over de ruige noordkust die ze met een jeepsafari kunnen verkennen.” Een beetje hetzelfde verhaal als bij de andere ABC-eilanden? Volgens de Arubanen beslist niet. Want, zeggen ze: “Aruba is echt bijzonder om zijn mensen, om de gastvrijheid die niet vergelijkbaar zou zijn met de zustereilanden.”

Bovenwindse eilanden
Van alle eilanden uit het Koninkrijk is alleen Sint Maarten dit jaar wederom afwezig. Tegenover het grote bouwwerk van Curaçao staan Sint Eustatius en Saba, met een veel kleinere stand en daar is het ook een stuk rustiger. “We vertellen ze over onze ‘world class’ diepzeeduiken, natuur en onze geschiedenis. Maar vooral over rust, want dat is wat veel toeristen die naar Sint Eustatius gaan graag willen”, vertelt Teena Lopes van de St. Eustatius Development Foundation.

Door John Samson