Gevangenis KIA heeft enkele maanden terug nog te kampen gehad met een opstand waarbij gevangenen het dak opgingen. Foto: Ariën Rasmijn

Gevangenis KIA heeft enkele maanden terug nog te kampen gehad met een opstand waarbij gevangenen het dak opgingen – foto: Ariën Rasmijn

ORANJESTAD — Minister Arthur Dowers van Justitie is het niet eens met de conclusies van de onderzoekers die de uitvoering van aanbevelingen van het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) hebben geëvalueerd. De onderzoekers waren in januari namens de Rijksministerraad op Aruba.

 
Volgens de minister schort het rapport aan nuance. Maar hij geeft ook meteen toe dat de gevangenis, die op enkele honderden meters van zee is gebouwd, in een deplorabele staat verkeert.

Ariën Rasmijn in gesprek met minister Dower

Dowers zegt dat het rapport beïnvloed is door uitspraken van een van de twee nieuwe leden van het driekoppige managementteam. Deze zou uit onwennigheid hebben gewezen op een slechte sfeer binnen het Korrektie Instituut Aruba (KIA).

 
Intimidatie
De minister beaamt dat er conflicten waren tussen de manager en andere afdelingen. “Toch hebben verschillende justitiële instanties de stellingen van deze manager ontkracht”, aldus Dowers. In het rapport staat dat leden van het managementteam zowel door bewakers als gevangenen gepest en geïntimideerd zouden worden. Een zou zelfs het huis van bewaring niet binnen kunnen zonder een lijfwacht. De ander zou tijdens zijn eerste bezoek aan de gevangenis een klap in zijn gezicht hebben gehad.

 
De onderzoekers geven aan dat tussen management, bewakers en de gevangenen een sfeer van onrust en wantrouwen heerst. Zelfs tussen de managers onderling zou het niet boteren. Er is geen bejegening naar de gevangenen toe en het managementteam zou bovendien totaal geen ervaring of expertise hebben op gebied van penitentiaire inrichtingen.

 
Voortgang evaluatie CPT
In juni 2007 heeft het Europees Comité een bezoek gebracht aan inrichtingen en instellingen in de Nederlandse Antillen en Aruba. Daar kwam een vernietigend rapport uit voort dat onder meer ertoe leidde dat de gouverneurs van Aruba, Curaçao en St. Maarten elk half jaar moeten rapporteren aan de Rijksministerraad. Sindsdien heeft de Rijksministerraad zelf vijf keer een eigen afvaardiging de detentieomstandigheden laten onderzoeken.

 
Het laatste bezoek vond in januari plaats. Daaruit blijkt dat de gevangenis sinds 2007 volgens de onderzoekers slechts een bescheiden vooruitgang heeft geboekt. Er is onder meer een nieuwe arts aanwezig, bepaalde afdelingen zijn beter geventileerd en personeel wordt opgeleid.

 
Daar staat tegenover dat er veel geweld in KIA plaatsvindt, de bouwkundige staat van de gevangenis zeer kwetsbaar is, er nog altijd geen zinvolle dagbesteding is en de sfeer tussen managementteam, bewaarders en gevangenen slecht is. Naast KIA bezocht het onderzoeksteam ook de cellencomplexen van politiebureaus en detentiefaciliteiten voor illegalen en verslaafden op het eiland.

 
Voortouw
Voor zowel Aruba, St. Maarten als Curaçao geldt dat de commissie vindt dat als de CPT dit jaar weer zou langskomen, er wederom een waslijst met klachten zou worden opgetekend. Hoewel de landen autonoom zijn binnen het Koninkrijk, vinden de onderzoekers dat Nederland het voortouw zou moeten nemen als het gaat om verbeteren van de omstandigheden van detentie en in de gevangenis.

 
Minister Dowers zegt hierop dat Aruba een nieuwe, door Nederland te bouwen gevangenis, niet zou weigeren. “Maar in Europa staan ook gevangenissen die er slechter aan toe zijn dan KIA.”

 
Door Ariën Rasmijn