Begin deze maand presenteerden drie Curaçaose auteurs, Aline Abdul, Nathania Engelhardt, en Maghalie van der Bunt-George, hun boeken tijdens verschillende literaire evenementen in Nederland. Deze boektour markeert niet alleen een viering van Caribische literatuur, maar is ook een cruciale stap voorwaarts in de culturele uitwisseling tussen beide landen.
Een duik in de taal
De boektour startte op het Wintertuinfestival in Nijmegen, waar de drie schrijvers hun werk presenteerden en spraken over hun schrijverschap en multiculturaliteit. Het festival, dat dit jaar het thema ‘taal als een thuis’ had, bood een goede gelegenheid om de nuances van taal en identiteit te verkennen. Zoals Maghalie van der Bunt-George het beschrijft: “Het is een onderzoek naar de rafelranden van taal, waar ontstaat het en waar vergaat het.”
Verhalen van Erfgoed en Identiteit
Maghalie van der Bunt-George, auteur van de verhalenbundel ‘Oro is goud’, navigeert door complexe thema’s zoals identiteit en erfgoed. Als dubbelbloed, met een Curaçaose vader en Nederlandse moeder, onthult ze haar drijfveer achter het schrijven: “Creatief schrijven is voor mij een uitlaatklep, waarbij ik mijn verbeelding gebruik om verhalen te creëren. Het onderzoek dat hierbij komt kijken, zoals het doorspitten van archieven, vond ik ook erg boeiend. Het biedt een fascinerend inzicht in de geschiedenis en fungeert als een manier om mijn werk los te koppelen van de dagelijkse stress.”
Haar verhalen, gesitueerd in de wijken Otrobanda en Nieuw-Nederland, bieden niet alleen vermaak maar ook diepgaande inzichten in de gelaagde geschiedenis van het eiland. “Het boek is interessant voor mensen die op Curaçao wonen, maar ook voor Nederlanders om inzicht te krijgen in de geschiedenis en de doorwerking ervan op het heden.”
Poëzie als universele taal
Nathania Engelhardt, auteur van de gedichtenbundel ‘Boka Yen/Een mond vol’, beschrijft haar bundel als een autobiografie van haar artistieke traject: “Mijn gedichten zijn een mix van persoonlijke ervaringen en maatschappelijke ontwikkelingen.” Ondanks dat Engelhardt al jaren gedichten schreef, had ze nooit gedacht dat ze een gedichtenbundel zou gaan uitbrengen.
Ze werd geselecteerd om deel te nemen aan het traject om een boek uit te brengen via Wintertuin Nederland na het volgen van een creatieve schrijfcursus: “Ik had nooit verwacht dat ik op een boektour zou gaan. Ik wilde altijd wel een boek schrijven maar ik was er nooit actief mee bezig. Het kwam door de schrijfcursus dat ik er actief mee begon, maar nooit gedacht dat er ook echt een boektour zou komen.”
“De bundel van Engelhardt is niet alleen een eerbetoon aan haar eigen ervaringen, maar ook aan de taal en diversiteit van Curaçao: “Het leuke is dat het twee boeken in één zijn. De ene kant is in Papiaments, en als je het boek omdraait, dan kun je het in het Nederlands lezen.”
Ze hoopt dat haar werk bijdraagt aan de verbondenheid tussen de verschillende culturen: ‘Dan kunnen ze de Papiamentse taal zien en het misschien een beetje leren en ook over de diversiteit van de taal. Misschien dat ze daar dan een boodschap uithalen maar vanuit hun eigen context. Dat zou mooi meegenomen zijn.”
Een nieuw hoofdstuk in Caribische literatuur
Deze boektour markeert een keerpunt in de Caribische literatuur. Zoals Engelhardt het verwoordt: “Het is een primeur dat Curaçaose schrijvers zelf op boektour gaan naar Nederland. Het opent de deur voor meer erkenning van lokale schrijvers en inspireert anderen om hun eigen verhalen te delen.”
Van der Bunt-George benadrukt het belang van deze ontwikkeling: “Het lijkt alsof Caribische literatuur een opleving krijgt. En dat is goed, want zo kunnen we onze verhalen delen met een breder publiek.”
De boektour duurt tot 10 april.