KRALENDIJK- Het gerecht in eerste aanleg verklaarde op 18 maart 2021 het olieopslagbedrijf BOPEC op Bonaire failliet. Ondanks dat dit te verwachten was, viel de beslissing zwaar bij de vakbonden.
“Sommige mensen werken veertig jaar voor BOPEC, dit is niet makkelijk”, zegt Gabriel Pourier van vakbond BPWU.
Het Bestuurscollege heeft besloten een boedelkrediet van in totaal $250.000 te verstrekken aan de curator van BOPEC. Hierdoor wordt het mogelijk het bedrijfsterrein de komende tijd te beveiligen en de installaties te monitoren.
Grote voorraad olie
Gezaghebber Edison Rijna laat in een persbericht op 24 maart 2021 weten dat dit bedrag terugbetaald moet worden. In de tanks van BOPEC bevindt zich een grote voorraad olie ter waarde van enkele miljoenen. Bij verkoop daarvan kan de curator het boedelkrediet terugstorten.
“Nou kan wel de olie worden verkocht, maar voorheen niet”, zegt Elvis Soliana teleurgesteld. Volgens hem kon BOPEC ‘gered’ worden als Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) maanden geleden de olie had verkocht. “Het is dieptriest, dit was een politieke spelletje”, aldus Soliana.
Nochi Willem van vakbond USIBO is ook niet eens met deze stap. “Ik heb begrepen dat ze het krediet inmiddels hebben verhoogd tot $300.00. We betreuren hoe de overheid hiermee te werk ging”, zegt hij.
Volgens Willem heeft de overheid zich nooit met BOPEC willen bemoeien omdat het om een particulier bedrijf gaat. “Geld van de belastingbetaler wordt nu wel gebruikt zonder duidelijke specificatie van de curator.”
Werknemers de grote gedupeerden
In totaal hebben 52 medewerkers een ontslagbrief ontvangen. Als er niet genoeg medewerkers bij BOPEC aanwezig zijn, kan dit voor een onveilige situatie zorgen. Daarom zijn er 24 personen die bepaalde expertise bezitten uitgekozen, om op het terrein te blijven werken. “Door het boedelkrediet zijn ze verzekerd van salaris over de maanden maart en april”, zegt Pourier.
Niet iedereen begrijpt deze werkwijze. “Toen iedereen ging staken bleef ik op het terrein werkzaam als operator. Nu word ik niet gevraagd om te blijven”, zegt een zzp’er teleurgesteld. Hij blijft liever anoniem.
Gezaghebber Rijna laat weten dat de overheid medewerking zal geven aan initiatieven om vervangende werkgelegenheid te realiseren. Volgens Pourier wordt het juist moeilijk om een baan te krijgen. “In deze coronacrisis is het ontzettend moeilijk om aan werk te komen”, zegt hij.
‘Ik kan bijna niet rondkomen en ben afhankelijk van voedselpakketten’
– Medewerker die vijf jaar voor BOPEC heeft gewerkt
Verder hebben de vakbonden getracht om financiële steun van de overheid voor de medewerkers te regelen. Het zou gaan om 80 procent van hun laatst verdiende salaris. Dit is niet gelukt aangezien deze regeling geldt voor mensen die door de coronacrisis in moeilijkheden zijn gekomen: voor medewerkers van BOPEC is dit niet geval. “Ik kan bijna niet rondkomen, ik ontvang een voedselpakket”, zegt een Bonairiaanse vrouw die vijf jaar voor BOPEC heeft gewerkt.
Willem vindt dat Nederland onjuist handelt. “Nederland is mede verantwoordelijk voor de ondergang van BOPEC omdat zij de sancties tegen BOPEC hebben gesteund”, zegt hij. Volgens Willem heeft de Nederlandse Minister geweigerd om sociale steun te geven. “Ik ben benieuwd naar hoe de Bestuurscollege hiermee zal omgaan.”
Voor de medewerkers is het doek gevallen. “Het is ander werk zoeken of wachten op een nieuwe operator”, zegt Pourier. Zekerheid van een baangarantie is er niet. Hij benadrukt dat de vakbond het proces om een koper te vinden nauw in de gaten houdt.
Straaltje hoop
Ondanks de gemengde gevoelens zien de vakbonden voordeel in de faillissement van BOPEC. Hierdoor is het mogelijk om een doorstart te maken. “Het proces om een koper of nieuwe operator te vinden wordt hierdoor versneld”, zegt Pourier.
Nochi Willem is ook positief over de toekomst. “We kijken er heel simpel naar. BOPEC moet openblijven en dit is een kans voor Bonaire om een gezond olieopslagbedrijf te hebben”.