Will Johnson: ‘Saba moet aandacht blijven trekken’
Will Johnson - foto: Belkis Osepa

Will Johnson – foto: Belkis Osepa

THe BOTTOM – Will Johnson, nestor van de Sabaanse politiek, vindt het belangrijk dat het kleinste eiland van Caribisch Nederland aandacht krijgt. Tijdens zijn ruim vijftigjarige politieke loopbaan en nu als gepensioneerde blijft Johnson aandacht vragen voor het eiland dat hij beschouwd als ‘een deel van zijn erfenis’.

In 2010 stapte Johnson (73) uit de actieve politiek. Hij is nog steeds voorzitter en adviseur van de Windward Islands People´s Movement (WIPM), de partij die hij jarenlang leidde. Zijn zoon Chris Johnson is sindsdien de politieke leider. Johnson houdt enigszins passief een oogje in het zeil, maar zegt niet altijd tevreden te zijn over het reilen en zeilen in de politiek. “Omdat mijn partij in het bestuur zit en de jonge mensen andere ideeën hebben dan ik, wil ik hen niet in de weg staan.”

Belkis Osepa in gesprek met Will Johnson

Afzwakking
Johnson vindt dat de nieuwe relatie met Nederland zijn eiland veel positiefs heeft gebracht. Toch kan hij in één adem een reeks van onderwerpen noemen waarover hij niet tevreden is. Johnson kijkt terug en herinnert zich nog de afzwakking van de bereikte akkoorden met Nederland in verband met de ontmanteling van de Nederlandse Antillen. Dat betreurt hij enorm. “De onderhandelingen waren goed. Plotseling verandert alles in de Tweede Kamer en Nederland school zich achter het parlement.”

De tweede ergernis na de nieuwe staatkundige structuur voor Johnson is de komst van Nederlandse ambtenaren naar de eilanden. Ze houden geen rekening met de bijzondere afspraken met Nederland door het koloniale verleden. “We zijn geheel anders en hebben een andere levensstijl. Op Saba hebben we zelfs een andere cultuur dan Bonaire. We hebben een Engelse geschiedenis.”

Evaluatiecommissie
Saba heeft geen vertegenwoordiging in de evaluatiecommissie die de uitwerking van de staatkundige structuur van Caribisch Nederland evalueert. Het is een doorn in het oog van Johnson, hoewel zijn partij een andere mening heeft. “Ze denken dat er dan een betere kans is dat de Nederlandse politici het advies accepteren. Het is een risico. Ik weet uit ervaring dat als een commissie eenmaal haar rapport heeft uitgebracht, dat de politici negentig procent van dat rapport accepteren. Je moet vanaf dag één vertegenwoordigd zijn.”

Johnson is bang dat weer niet geluisterd wordt en allerlei beslissingen genomen worden zonder voldoende inbreng van de eilanden zelf. Daarom blijft hij aandacht trekken voor Saba. Hij is tegen de ongelijkheid tussen Europese Nederlanders en Caribische Nederlanders. “Een heleboel frustraties zouden verminderen als vanaf het begin sprake was van gelijkheid. Op de BES-eilanden zijn we tweederangsburgers, want we krijgen niet dezelfde sociale uitkeringen uitbetaald als in Nederland.”

Dit is een zo principieel punt dat Johnson een van de aanklagers is in de rechtszaak tegen de Nederlandse regering om gelijktrekking van de pensioenuitkering AOV te eisen. De zaak is eerder verloren, maar op 5 november dient het hoger beroep. “Nederland kan moeilijk verdedigen dat je hier Nederlanders hebt, zonder dezelfde rechten als in Nederland.”

Referendum
De eilandsraad van Statia heeft een nieuw referendum te houden over de staatkundige verhouding. Het referendum vindt dit jaar nog plaats. “Saba gaat niets doen”, zegt Johnson. “Ons referendum was duidelijk. Statia koos toen voor behoud van de Nederlandse Antillen, terwijl zij drommels goed wist dat de eilanden uit elkaar zouden spatten. We hebben duidelijk gekozen om onder Nederland te vallen. Enige wat overblijft, is status quo of onafhankelijkheid. Status quo hebben we al. Er zijn geen opties meer.”

Door Belkis Osepa