Curaçaose filmmaker Hester Jonkhout wint grote prijs in Toronto: “Award is kers op de taart”

Foto: Wouter le Duc

Als Hester Jonkhout (53) begin september een mail ontvangt van het CaribbeanTales International Film Festival (CTFF), moet ze die twee keer lezen. Haar documentaire Felix de Rooy: Nomade in Niemandsland is uitgeroepen tot de ‘Best Feature Documentary’. “Ik had het helemaal niet verwacht,” vertelt ze. “Ik had de vertoning niet eens gepromoot, omdat ik midden in een montage zat. En toen kreeg ik ineens het bericht dat de film had gewonnen. Ik was superblij én verrast.”

Omdat ze zelf niet in Toronto (Canada) aanwezig kon zijn, nam haar zus de award in ontvangst. “Dat was heel bijzonder. Ze vertelde me hoe enthousiast het publiek was en hoeveel vragen er kwamen na afloop. Het voelde daardoor alsof ik er toch een beetje bij was.”



Foto’s Michèle Jonkhout

Van migrantenomroep naar filmacademie
Jonkhout groeide op Curaçao op, studeerde in Nederland en begon haar carrière bij een lokale migrantenomroep. Daarna volgde ze de Filmacademie in Amsterdam, waar ze in 2000 afstudeerde als cameravrouw. Ze werkte twaalf jaar in Suriname en keerde in 2012 terug naar Curaçao.

“Mijn bedoeling was altijd om documentairemaker te worden,” legt ze uit. “Maar ik ben iemand die ook graag ‘go with the flow’ gaat. Camerawerk en montage doe ik met plezier, en dat vulde een lange tijd mijn leven. Een eigen film maken vraagt veel energie en tijd. Felix de Rooy: Nomade in Niemandsland is eigenlijk mijn eerste grote documentaire die ik helemaal zelf heb gemaakt.”

Samenwerkingen die vorm gaven
Een belangrijke invloed in haar ontwikkeling was de jarenlange samenwerking met de Nederlandse regisseur Mirjam Marks. “We hebben samen heel veel gedaan, in Suriname, China, India, Brazilië en hier op Curaçao. Zij als regisseur en ik als cameravrouw of editor. We hebben eindeloos van gedachten gewisseld. Dat was heel belangrijk in mijn vorming als maker.”

Die samenwerking bood niet alleen ervaring, maar ook praktische steun. “Dat supportsysteem is voor mij heel belangrijk geweest, omdat ik hier zit en niet in Nederland in dat subsidiesysteem. Via Marks kwam ik in contact met Producent Tangerine Tree en editor Sander Cijsouw in Nederland. Dat maakte het mogelijk om toch die aansluiting te hebben.”

Eerste internationale prijs
De film kreeg al veel positieve reacties, maar dit is de eerste internationale prijs. “Dat maakt het speciaal. Zo’n award zorgt ervoor dat mensen nieuwsgierig worden: ze willen de film zien, delen en bespreken. Dat is uiteindelijk wat je als maker wilt. Dat je verhaal gezien wordt.”

Voor Jonkhout is de erkenning meer dan alleen een prijs. “Het maken van een succesvolle film sterkt me in mijn zelfvertrouwen. De award is de kers op de taart. Ik weet nu: dit kan ik. En ik merk dat de mogelijkheden voor Caribische makers om financiering te krijgen de laatste jaren groter zijn geworden. Deze prijs helpt daarbij. Het opent deuren.”

Belang van Caribische verhalen
Volgens Jonkhout is het cruciaal dat Caribische verhalen internationaal zichtbaar worden. “Ik ben opgegroeid met Amerikaanse films uit de videotheek, maar dat is een totaal andere werkelijkheid. Het is zo waardevol als je films ziet die dichtbij je eigen belevingswereld liggen. Je herkent de plekken, de mensen, de cultuur. Dat is belangrijk voor onszelf, maar ook voor de buitenwereld.”

Ze ziet dat nieuwe technologie en betaalbare apparatuur het voor jongeren gemakkelijker maken om hun eigen verhalen te vertellen. “Dat is hoopgevend. Er is zoveel kennis en materiaal beschikbaar. Het is mooi dat onze verhalen niet alleen in de Cariben blijven, maar ook wereldwijd resoneren.”

Mijlpaal en toekomst
Voor Jonkhout voelt de prijs in Toronto als een mijlpaal. “Mijn leven is verder hetzelfde gebleven, maar ik heb meer vertrouwen om nieuwe projecten op te pakken. Ik weet nog niet of dat een tweede documentaire wordt, of misschien een speelfilm, maar deze ervaring neem ik mee.”

Ondertussen zit ze niet stil. Jonkhout werkt aan een documentaire over de culturele beweging en het straatfestival Kaya Kaya, en ontwikkelt plannen voor een film over jongens op Curaçao. Voor beide projecten zoekt ze nog financiering. Naast haar eigen werk blijft ze actief als cameravrouw en editor voor diverse producties.
Wat het volgende project ook wordt, één ding is duidelijk: de Curaçaose maker heeft bewezen dat haar verhalen een publiek ver buiten de eilanden weten te raken.