De woonkamer ruikt naar thee met kaneel. “Telefoons weg,” zegt de Curaçaose kinderboekenschrijfster Elvira Bonafacio (41) lachend. Ze wil dat kinderen en ouders weer bij elkaar zitten, luisteren en vertellen. Precies dát is de kern van haar nieuwe kinderboek met acht korte verhalen.
“Het draait om familie. Oma en opa staan centraal. Kinderen komen met een probleem thuis en via een verhaal zoeken ze samen een oplossing.” Aan het eind van elk verhaal staat een vraag. “Zodat het gesprek vanzelf op gang komt. Ik wil dat gezinnen elkaar weer horen.”
‘Ik miste Papiamentse verhalen’
Lezen was voor Elvira niet altijd leuk. “Thuis las ik met mijn moeder. In de bibliotheek vond ik Suske en Wiske en van alles uit Nederland. Op school moest elke week een boek uit. Dat maakte lezen verplicht en vaak niet leuk. In mijn tijd had je bijna geen verhalen in het Papiaments,” vertelt ze. Pas later, toen ze een schoolbibliotheek met écht leuke boeken ontdekte, kwam het plezier terug. Die ervaring vormt haar drijfveer. “Kinderen lezen het gemakkelijkst in hun moedertaal. Als je jezelf niet herkent in boeken, haak je af. Daarom schrijf ik in het Papiaments. Ik wil dat kinderen zich gezien voelen.”
Van kladblaadje naar boek
Het eerste verhaal ontstond onverwacht. In 2016: “Tijdens de examenperiode besloot ik een sabbatical te nemen. Ik pakte een kladblaadje van een student en begon te schrijven. Zo is het begonnen,” zegt ze. Elvira werkte toen al acht jaar als docent Papiaments. In de jaren daarna ging ze door. “Ik nam het schrijven steeds serieuzer. Dit is mijn eigen werk dat nu ook echt via een uitgeverij wordt gepubliceerd.”
Schrijven voor kinderen bleek een vak apart. “Ik vroeg hulp van een lokale kinderboekenschrijfster en docent Papiaments. Je moet zinnen simpel houden, maar ook uitdagend genoeg om de woordenschat te laten groeien. Dat blijft een mooie puzzel.”
Verhalen die naar Curaçao ruiken
De verhalen ademen het eiland. “Ik stop gewoonten van onze grootouders in het boek. Hoe we wonen, dicht bij familie. Hoe we eten maken. Wat je doet als iemand ziek is. Er zit ook iets in over geloof en bijgeloof,” zegt Elvira. Het boek groeit met de lezer mee. “Het eerste verhaal heeft zo’n 450 woorden, het laatste 2500. Zo kan een kind met het boek meegroeien.”
Papiaments en Nederlands
Het boek is tweetalig uitgegeven. “Ik wilde zelfs meer talen, maar dat was te ambitieus. Papiaments is de basis. Daarmee laat je zien: onze taal hoort erbij.” Volgens Elvira zijn er meer kinderboeken dan vroeger, maar het blijft lastig. “De productiekosten zijn hoog. Zelf betalen of subsidies aanvragen, kost veel tijd en energie. Daarnaast moeten we lezen aantrekkelijker maken. Kinderen krijgen op hun telefoon honderden prikkels, meer dan in een boek. Toch geloof ik dat je met creatieve ideeën gezinnen weer aan het lezen krijgt.”
Wat ze hoopt
“Dat families dichter bij elkaar komen,” zegt ze. “Dat kinderen en grootouders samen lezen en praten. De leuke dingen en de minder leuke dingen. Als een boek dat kan losmaken, is mijn doel bereikt.” Ze heeft het eerste exemplaar zelf nog niet in haar handen gehad. De dozen met boeken zijn net op het eiland. Elvira glimlacht. “Vandaag of morgen kan ik hem eindelijk zelf in het echt zien.”