Een vrouw die jarenlang in de horeca op Curaçao werkte, herinnert zich hoe haar fooi verdween in de zak van de eigenaar. “Op een normale dag verdiende ik gemakkelijk 75 gulden aan fooi, maar aan het eind van de maand kreeg ik exact datzelfde bedrag. Voor de hele maand. Later begreep ik dat de eigenaar leveranciers betaalde van de fooienpot.”
Zij is niet de enige met zulke ervaringen. Verschillende medewerkers laten weten dat fooien, zeker als ze gepind worden, vaak niet terechtkomen bij het personeel. “Klanten denken iemand persoonlijk te belonen, maar dat geld wordt soms gewoon bij de omzet geteld.”
‘Mensen haken af omdat ze geen toekomst zien’
Volgens Kenneth Valpoort, secretaris van vakbond Horecaf, is de horeca op Curaçao voor veel mensen een tijdelijk vangnet geworden. “Er zijn nauwelijks vaste contracten. Mensen werken op nuluren- of oproepbasis, en krijgen vaak geen begeleiding op de werkvloer. Als je ziek bent, moet de werkgever je doorbetalen, maar dat gebeurt niet altijd.”
Valpoort waarschuwt dat het probleem zich opstapelt: “Jongeren raken ontmoedigd, omdat ze telkens na een paar maanden weer op straat staan. Werkgevers klagen dat ze geen personeel kunnen vinden, maar ze creëren hun eigen probleem.”
‘Je wordt afgesnauwd als je een fout maakt’
De vakbond krijgt regelmatig klachten van jonge horecamedewerkers. Ze krijgen geen training, geen begeleiding, en worden direct afgestraft als iets misgaat. “Dat is demotiverend,” zegt Valpoort. “Als je mensen wilt houden, moet je ze serieus nemen en in hen investeren.”
Een anonieme medewerker vertelt dat zij op haar vrije dag verplicht werd om naar het werk te komen en urenlang moest wachten of ze moest invallen tijdens piekuren, zonder zekerheid op betaling. “Als ik niet nodig was, mocht ik weer naar huis. Onbetaald. Maar weigeren was geen optie.”
‘Service charge’ als melkkoe
Ook de zogeheten ‘service charge’, bedoeld als extraatje voor het personeel, verdwijnt volgens Valpoort vaak in de kas van het bedrijf. “In sommige bedrijven wordt er 12 procent ingehouden op de fooi van de werknemer. En in andere gevallen wordt de volledige service charge niet gedeeld met het personeel, terwijl dat wél zo hoort.”
De vakbond pleit daarom voor duidelijke wetgeving én handhaving. “Als je wilt dat mensen in deze sector blijven werken, moet je zorgen voor een eerlijk systeem. Niet alleen voor lokale werknemers, maar ook als je buitenlandse arbeidskrachten gaat aantrekken.”
Horecaf roept overheid op tot actie
Om het personeelstekort in de horeca op te vangen, worden sinds kort buitenlandse arbeidskrachten naar Curaçao gehaald. Zo werkt Corendon bijvoorbeeld met Turkse seizoenarbeiders, en heeft de overheid het moratorium op werkvergunningen voor bepaalde beroepen versoepeld. Maar volgens vakbond Horecaf is dit geen oplossing voor de structurele problemen in de sector.
“Zolang lokale medewerkers worden ontmoedigd door onzekere contracten, slechte begeleiding en het misbruik van fooien, blijven ze afhaken,” zegt Valpoort. “En als we dat niet eerst oplossen, helpen arbeidsmigranten ons ook niet verder. Sterker nog: zonder duidelijke regels en controle zijn juist zij extra kwetsbaar voor uitbuiting.”
Volgens de vakbond moet er eerst gewerkt worden aan eerlijke arbeidsvoorwaarden en goed werkgeverschap voor iedereen die in de horeca werkt – ‘of ze nu van hier zijn of uit het buitenland komen’.