Werken met wol in de tropen: de bijzondere kunst van Martie Genger

Foto: Deborah Bremmer

De 88-jarige Martie Genger is een excentrieke kunstenaar die zich niet laat vangen in conventies. Volgens vakgenoten is ze misschien wel de beste kunstenaar van Curaçao, een ongelooflijk talent. Al decennialang verrast ze met haar eigenzinnige en conceptuele kunst. Genger is inmiddels op een leeftijd dat ze goed kan terugblikken op haar leven en met haar werk laat ze graag op een humoristische manier aan ons zien “dat we als mensen soms best dom bezig zijn”. Bijzondere kunst van een vrouw die zelf ook heel bijzonder is.

Genger ontvangt me hartelijk aan de poort van haar huis in de wijk Gaito, dat eigenlijk meer wegheeft van een museum. Eerst laat ze me de ‘rotzooi’ in haar tuin zien, zoals ze zelf refereert aan haar werk. Buiten zie je voornamelijk oude gebruiksvoorwerpen die net even anders opgesteld zijn, of zo gecombineerd dat ze een verhaal uitbeelden. “Ik conserveer heimwee,” zegt ze, maar dit doet ze niet zomaar. Bijna al haar kunstwerken hebben een sterke, soms politieke boodschap. Een voorbeeld is de zorgvuldige compositie van voorwerpen die de vluchtelingencrisis verbeeldt, met een moeder die huilt om haar kind.


De vluchtelingencrisis uitgebeeld in Gengers tuin. Foto Deborah Bremmer

Handen uit de mouwen
“Ik veeg eerst mijn voeten,” zegt ze als we haar huis betreden. “Ik heb geen dienstmeisje, daar houd ik niet van”. Ik volg haar voorbeeld, maar: “Zo goed hoeft nou ook weer niet!” Eenmaal binnen kijk ik mijn ogen uit, echt alles is kunst. In het hele huis vind je voorwerpen gemaakt van wol: een kleurrijke tafelloper, een tafelkleed, een sprei, een wanddoek met mouwen en een kraag. “Om dit eiland vooruit te helpen moet je je handen uit je mouwen halen en je nek uitsteken,” licht ze toe. Opvallend om op een tropisch eiland net voor deze beeldspraak en dit materiaal te kiezen, denk ik, het zweet loopt me over de rug terwijl ik ernaar kijk. Met het breien was ze soms maandenlang hele dagen bezig.

Als ik haar vraag waarom ze zo graag met wol werkt, krijg ik één van haar vele onverwachte antwoorden: “Omdat ik er een hekel aan heb!” Later vertelt ze me overigens dat het geen wol is maar acryl, want wol vergaat in dit klimaat. Genger bewaart graag alles dat ze maakt. Zo kan ze bij elke expositie waar ze aan meewerkt weer andere werken beschikbaar stellen en krijgt het publiek steeds iets nieuws te zien. Ze exposeert veelvuldig op Curaçao – recent nog in Landhuis Bloemhof – maar ook op Sint Maarten, Cuba, in Costa Rica en in de Verenigde Staten. “Alles wat je verkoopt kun je niet meer tentoonstellen.”


‘Om dit eiland vooruit te helpen moet je je handen uit je mouwen halen en je nek uitsteken.’ Foto Deborah Bremmer

Amsterdammer
Het breien is waarschijnlijk een overblijfsel uit haar jeugd, een cultiveren van heimwee naar haar jaren in Amsterdam. Hier groeit ze op in een gereformeerd gezin, hoewel ze al op haar veertiende het ouderlijk huis verlaat. Tijdens een kampeervakantie met veel regen ontstaat het plan om naar Curaçao te vertrekken. Gengers blik valt op een advertentie in de krant waarin ze een bouwkundige zoeken op het eiland. “Iets voor jou?” vraagt ze aan haar man. In 1969 verhuizen ze samen naar de zon.

Na een periode op Curaçao, verhuizen ze in 1983 naar Costa Rica, waar ze elf jaar wonen. Maar Genger krijgt heimwee en wil terug naar Curaçao. Haar man maakt het niet zoveel uit – als zij maar in de buurt is. “Niet dat mijn aanwezigheid nou zo veel bijdroeg aan zijn leven hoor!” grapt ze. Ze waren twee lepels die in elkaar pasten als tegenovergestelde puzzelstukjes, omschrijft ze hun relatie. Ook haar tweede man, met wie ze toch 36 jaar getrouwd was, paste eigenlijk helemaal niet bij haar. Pas later in haar leven leert ze echt liefhebben. “Als je sociaal liefhebt, krijg je nooit op je donder. Als je écht liefhebt krijg je het uit alle hoeken en gaten.” Dit past haar veel beter. “Een Amsterdammer is eerlijk – moeilijk, maar eerlijk.”

Rood, wit, blauw
Haar verschillende woonplaatsen komen overal terug in haar werk. Ze combineert Nederlands, Papiaments en Spaans en gebruikt graag de kleuren rood, wit en blauw, die ze steeds weer zag terugkomen in de vlaggen van de landen waar ze woonde. Een ander terugkerend thema is religie. Met haar werk beeldt ze soms vrij fel haar kritiek op de kerk uit. In het algemeen is ze bijzonder kritisch en maatschappelijk betrokken. Zo maakte ze een groot kruis met allemaal kleine poppetjes erop. “Wij zijn het die onszelf kruisigen, met al het geweld, oorlog en ellende.”

Als ze vertelt over haar leven komt bovendien steeds weer haar feministische blik naar voren. Ze heeft er een hekel aan als er onderscheid wordt gemaakt tussen jongens en meisjes, en vooral als dat kun kansen in het leven bepaalt.


Met haar kunstwerk ‘Madre Autodidacta’ gooide Genger hoge ogen. Archief Martie Genger

Oude troep
Bij de verhuizingen naar Curaçao, Costa Rica, en terug naar Curaçao sleept ze alle ‘oude troep’, oftewel haar fantastische kunstwerken, met zich mee. Eigenlijk is Genger niet los te zien van de kunst. Alles aan haar ademt kunst. Niet alleen haar werk, maar ook haar woorden zijn creatief, origineel en grappig. In haar huis zijn zelfs de meest dagelijkse gebruiksvoorwerpen artistiek opgesteld. Zelf zal ze het echter niet zo snel kunst noemen, want wat is kunst? Aan wiens normen moet het voldoen? Voor haar is het een manier van zijn. “Ik ben er nooit aan begonnen, het was er gewoon, net als dat ik er was.”

Soms vreest ze dat de inspiratie opdroogt, maar telkens wanneer haar hoofd leeg lijkt, schiet haar toch weer een idee te binnen. Ze snapt zelf ook niet waar het vandaan komt, het komt gewoon. Inmiddels heeft ze vele exposities gehouden en meerdere boeken geschreven, onder andere een boek met haar grappen. Ze won al diverse prijzen voor haar werk. En het lijkt erop dat Genger nog heel veel meer zal creëren: “Ik ga nog lang niet dood, van wie moet dat?”


In haar huis zijn zelfs de meest dagelijkse gebruiksvoorwerpen artistiek opgesteld. Foto Deborah Bremmer