Gedeputeerde Anjelica Cicilia: ‘gebieden worden ontwikkeld zonder duidelijke visie’

Foto: OLB

In oktober kreeg Bonaire, na de val van het bestuur, weer een nieuw bestuurscollege. Caribisch Netwerk spreekt met de nieuwe gedeputeerden over de huidige problemen en hun plannen voor de komende periode.

Gedeputeerde Anjelica Cicilia (47) is nieuw in de politiek. “Ik ben op Bonaire geboren. Een Curaçaose vader en een Portugese moeder”, vertelt Cicilia. “Na een opleiding Bouwkunde en Civiele Techniek op Curaçao, ging ik in 1999 naar Nederland om Stedenbouw te studeren.”

Na 25 jaar in Nederland te hebben gewoond en gewerkt, voornamelijk in de bouw- en vastgoedsector, is Cicilia weer terug op Bonaire. “Nu mag ik als vakgedeputeerde (een gedeputeerde die geen partij vertegenwoordigt – red) aan de slag voor mijn dushi eiland.”

U bent in oktober binnen een paar dagen tijd naar Bonaire verhuisd en heeft als nieuwe gedeputeerde behoorlijk wat thema’s gekregen binnen uw portefeuille Ruimte & Ontwikkeling. Hoe was de eerste periode? Bent u inmiddels een beetje geland?
“Als een roller coaster, maar ondertussen ben ik zeker wat meer geland. Ik krijg steeds meer kennis over de verschillende dossiers en het ambtelijk apparaat. De dynamiek tussen de gedeputeerden geeft veel energie. We hebben goede diepgaande discussies over waar we naartoe willen.”

Wat valt op nu u hier na 25 jaar weer echt woont?
“Ik kwam nog vaak op vakantie, maar nu ervaar ik het natuurlijk anders. Het is veel drukker geworden. Niet per se altijd in positieve zin. Het lijkt erop dat de groei van de afgelopen decennia ons is overkomen. De capaciteit van wat we aankunnen, is op heel veel vlakken bereikt.

Ons eiland is ook enorm dichtbevolkt op bepaalde plekken, zoals onze binnenstad, en we hebben ons infrastructuurplan daar niet op aangepast. Daardoor is er veel frustratie ontstaan als het gaat om ons wegennet, toegankelijkheid van wijken in de binnenstad en ons watermanagement. Regenwater lijkt helaas de vijand te zijn geworden.

Ook zijn de kosten van levensonderhoud erg hoog en een groot deel van de bevolking kan dat niet meer aan.”

Welk thema uit uw portefeuille verdient de meeste aandacht?
“Eigenlijk verdienen alle thema’s de nodige aandacht, maar het openbaar vervoer en het voorzien in betaalbare koop- en/of huurwoningen in bestaande wijken heeft wel prioriteit. Ook het creëren van wijken die aangenamer, veiliger en actiever zijn.”

Hiervoor werkte u in de bouw- en vastgoedsector. Wat zijn de grootste problemen hier op dat gebied?
“Verschillende gebieden worden zonder duidelijke aanpak ontwikkeld. Dat wil zeggen dat je niet alleen woningen realiseert, maar wijken creëert met groen, goede infrastructuur, voorzieningen, woningen passend bij de vraag, etc.

Ook moet de overheid weer de regie krijgen over de vastgoedsector. Iedereen mag geld verdienen, maar we moeten goed kunnen toetsen op plannen, kwaliteit, randvoorwaarden etc.

Er moet dus een duidelijke visie komen mét de juiste moderne wet- en regelgeving. Dan kunnen we werken aan alle uitdagingen.”

Verschillende monumenten zijn aan het vervallen. Maar 25 van de 800 monumenten staan op een beschermde lijst. Precies evenveel als 7 jaar geleden. Wat gaat het nieuwe bestuur hieraan doen?
“Het bestuur wil hier zeker iets aan doen. Te beginnen met een gesprek met de stichting Monumentenzorg om te kijken hoe we het beste tot elkaar kunnen komen.”

Stichting Monumentenzorg wil dat de politiek het voorbeeld gaat nemen aan buureiland Curaçao. De stichting koopt daar gebouwen op, renoveert ze en verhuurt ze vervolgens aan de overheid. Met de huuropbrengsten kunnen weer andere monumenten worden opgeknapt. Zou zo’n systeem kunnen werken?
“Zeker een goed systeem, maar er zijn verschillende manieren. Dit bestuur wil zoveel mogelijk monumenten behouden of terugkrijgen, zodat deze in handen van de lokale overheid kunnen blijven. Zeker monumentale panden die erg belangrijk zijn voor ons erfgoed en cultuur. Een concrete samenwerking met de stichting Monumentenzorg zou een invulling kunnen zijn.”

Veel vissers op Bonaire maken zich zorgen over hun toekomst. Ze zien hun vangst de laatste jaren achteruitgaan. Subsidie voor beter materiaal en moderne vistechnieken is er niet. In tegenstelling tot Europees Nederland. Belangengroep Piskabon vindt dat de lokale overheid niet genoeg doet. Welke verantwoordelijkheid neemt het nieuwe bestuurscollege?
“Wij willen zeker opkomen voor de belangen van de vissers. Er zal binnenkort een gesprek plaatsvinden over hoe de overheid hierin kan helpen.”