Aruba en Curaçao willen leren van armoede-aanpak Caribische gemeenten

Foto: Extra

Na 14 jaar wachten krijgen de bijzondere gemeenten van Nederland op 1 juli 2024 een sociaal minimum: mensen die in de armoede leven krijgen voortaan een realistisch bedrag om rond te kunnen komen. Curaçao en Aruba zeggen hier ook in geïnteresseerd te zijn.

De verantwoordelijke ministers van de twee eilanden hebben hierover gesproken met demissionair minister Carola Schouten (Armoedebeleid). Tijdens haar bezoek aan Curaçao gaf Schouten uitleg over hoe Nederland onderzoek heeft gedaan om te kunnen weten welke bedragen mensen op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius daadwerkelijk nodig hebben om te kunnen rondkomen.

Veel armoede op Curaçao
Maar liefst 60 procent van de Curaçaose bevolking zou op en rond het minimumloon verdienen, zei minister Larmonie-Cecilia (SOAW) eerder. Zij verhoogde het minimumloon dit jaar van 9,62 naar 10,70 gulden per uur. Ook de onderstandsuitkering is naar 422,24 gulden per maand (in plaats van 324,80) omhooggegaan. Maar met deze bedragen kunnen mensen nog steeds niet rondkomen, gaf ze toe.  

Van de 150.000 inwoners leven ongeveer 45.000 mensen onder de armoedegrens. Althans, volgens de officiële cijfers van SOAW. In realiteit zou dat om veel meer kunnen gaan. Daar wordt nu onderzoek naar gedaan met de bevolkingstelling.

‘Interesse in een sociaal minimum’
Aruba en Curaçao hebben ‘interesse’ in het vaststellen van een sociaal minimum, zeggen hun ministers. Met de invoering daarvan zullen mensen een wettelijke garantie krijgen dat ze zonder werk toch kunnen rondkomen. Met een sociaal minimum wordt de overheid ook gedwongen om de hoogte het minimumloon en de uitkeringen steeds realistisch te updaten. Wordt het leven duurder, dan gaan de bedragen automatisch omhoog.

Duurder leven door hogere uitkeringen en lonen?
In Den Haag was al jaren de vraag of mensen in de Caribische gemeenten niet meer ‘geprikkeld’ worden om te werken als er een forse verhoging komt van de uitkeringen. Toch gaan de bedragen volgend jaar naar een realistisch niveau. Dat geldt ook voor het minimumloon. Want zelfs met een baan, bleven veel mensen alsnog in de armoede.  

De vrees in Den Haag was jarenlang dat een forse verhoging van het minimumloon voor nog meer inflatie zorgt, omdat bedrijven meer kosten moeten maken als hun werknemers duurder worden. Om te zorgen dat dat niet gebeurt, heeft de Tweede Kamer en Schouten besloten om bedrijven te gaan compenseren.

Als autonome landen binnen het koninkrijk zelf over hun armoedebeleid en de hoogte van hun uitkeringen en minimumloon. ‘Het is aan de landen zelf’ om die keuzes te maken, maar Nederland is wel bereid om Aruba en Curaçao verder te adviseren, zegt demissionair minister Schouten.

Aruba en Curaçao zetten concrete stappen
Rocco Tjon, de Arubaanse minister
van Justitie en Sociale Zaken, zei dat het interessant is om te kijken hoe elk land in het Koninkrijk omgaat met sociale ontwikkeling en armoede.

“Het is en blijft een uitdaging. Op Aruba hebben we hiervoor verschillende initiatieven genomen”, zegt Tjon. “Maar het is voor ons ook heel interessant om te kijken welke methodologie is gebruik voor de Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, om achterstanden te meten en met verschillende aanbevelingen te komen om armoede aan te pakken.”

De Curaçaose minister Ruthmilda Larmonie-Cecilia (Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn) legde uit dat Curaçao in september van dit jaar in Nederland een akkoord heeft gesloten met de organisatie Nibud, dat onderzoek gaat doen naar het armoedeprobleem op het eiland en ook aanbevelingen zal doen hierover om armoede aan te pakken.

Volgens Tjon zal Aruba samenwerken met Nibud. Maar ook heeft hij contact gelegd met Glenn Thodé om te helpen bij een succesvolle aanpak. “We hebben al heel veel cijfers, maar voor ons is vooral de methodologie die is gebruik voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba heel interessant.”