Stel je dat eens voor: de buschauffeur zet je ergens af en je hebt geen idee waar je bent. Of je loopt je dagelijkse route langs de weg en valt plotseling in een greppel. Wie slechtziend of blind is op Curaçao moet heel wat moed en doorzettingsvermogen hebben om de straat op te gaan.
“Een groot deel van de bevolking denkt dat blind en slechtziend hier gewoonweg niet voorkomt”, zegt Esther Winklaar, directeur van de stichting Pro Bista. Dat is natuurlijk niet zo. Wereldwijd blijkt dat zo’n drie procent van elke bevolking een visuele beperking heeft. Dat zijn op Curaçao dus 4.000 tot 4.500 mensen.
Toch staan bij Pro Bista, de organisatie die zich inzet voor blinden en slechtzienden, maar 800 cliënten ingeschreven. “Voor veel mensen is slechtziend en blind nog iets dat ver van je bed is. Men heeft geen idee hoe dat je leven verandert, maar ook niet wat je dan nog wél kunt.”
Onbegrip
Het onbegrip in de samenleving zorgt ervoor dat mensen niet snel met hun visuele beperking naar buiten komen. Wie uit huis gaat, doet dat liever zonder blindenstok en wil zo min mogelijk opvallen. Blinden en slechtzienden vinden moeilijk een baan. Werkgevers weten niet goed wat ze met hen aan moeten en lange tijd werden ze ondergebracht in een sociale werkplaats.
Tekst gaat onder de foto verder.
Ergotherapeut Sharon-Leeh Melfor ziet hoe de groep jongeren die wil werken door al die vooroordelen buiten de boot valt. Melfor pleit voor wetgeving en subsidies. “In Nederland is een bedrijf wettelijk verplicht een bepaald percentage werknemers met een beperking in dienst te nemen. Dat gaat samen met subsidies voor aanpassingen van de werkplek en de begeleiding van jobcoaches.”
Zo’n vangnet ontbreekt op Curaçao. Het eiland heeft nauwelijks voorzieningen voor mensen met een visuele beperking. Daarom richten de therapeuten van Pro Bista zich op het versterken van mensen. Het idee is om in een veilige omgeving te ontdekken wat je nog wél kunt. Dat begint met de acceptatie van je beperking en hele praktische dingen zoals leren lopen met een stok.
Empowerment
Maar het gaat veel verder. “Hier zijn mensen die voor het eerst op een muziekinstrument spelen en uitgroeien tot muzikant”, zegt Sharon-Leeh Melfor. “Je hebt meer talenten dan je denkt.”
Dan kan het maar zo dat je achter de balie van Pro Bista staat. Dat is meteen een snelcursus ‘hoe ga ik om met mijn beperking’. “Je moet van alles regelen. Je gebruikt een computer, sociale media, de telefoon.”
De cliënten van Pro Bista zijn vaak bang om fouten te maken en door de mand te vallen. “Na zo’n traject is iemand zelfbewuster en zelfverzekerder. Dan durf je weer jezelf te zijn en ben je open en eerlijk over je beperking.”
Directeur Winklaar zag de vraag naar hulp de afgelopen tien jaar gestaag toenemen. Pro Bista groeide uit tot een professionele organisatie met maatschappelijk werk, ergotherapie, een jeugdafdeling en lessen in computergebruik. Maar er is op alle fronten werk aan de winkel: de naamsbekendheid, een bewustwordingscampagne en de lobby met de overheid.
De stichting krijgt een zorgbudget van de Sociale Verzekeringsbank. Voor bijvoorbeeld cursussen, sociale activiteiten en het onderhoud van de gebouwen is geen geld. Die kosten worden gedekt met de opbrengsten uit donaties, fundraising-activiteiten en de jaarlijkse collectemaand. “We gaan met de tijd mee”, zegt Winklaar. “De 200 collectebussen bij bedrijven kwamen leeg terug. Niemand heeft nog contant geld op zak. Dit jaar zijn we daarom met zes pinautomaten op pad gegaan.”