Foto: Sam Jones

In het derde en laatste deel van de serie Caribische sporen in Suriname, het verhaal van Rein Rier. Hij is geboren en getogen op Curaçao (1953) nadat zijn Surinaamse ouders daar zijn gaan wonen. Nu woont hij twintig jaar in Suriname.

Wie Rein Rier zegt, zegt muziek. Het fascineert hem en het is eigenlijk ook de reden waarom hij in Suriname is beland. “Toen ik op Curaçao woonde in de jaren negentig, speelde ik met de politie-harmonie. In 1999 werd de politiekapel Suriname vijftig jaar. We werden uitgenodigd om mee te spelen op hun jubileum. Omdat ze hier een kapelmeester nodig hadden, werd mijn gevraagd ‘Rein, wat doe je daar op Curaçao! Kom helpen.’ Zodoende ben ik in 2000 naar Suriname gekomen.”


Video: Sam Jones

Rier woont in de volkswijk ‘Abra broki’ in Paramaribo, maar zijn geboorteplek is Curaçao. “Suffisant, daar liggen mijn roots. Dat is de wijk waar Surinamers hebben gewoond die bij de Shell-raffinaderij hebben gewerkt,” vertelt hij. Het was een mooie tijd op het eiland en Rier gaat er nog steeds naartoe met vakantie.

Er zijn niet veel Caribische Nederlanders in Suriname; officiële cijfers ontbreken. De schattingen lopen uiteen van nog geen honderd tot drieduizend. Hoe dan ook, Rier kent er niet veel. Daarom geniet hij extra als hij bij de Bonairiaans-Arubaanse Regina Schalkwijk-Pourier op bezoek gaat. Samen Papiaments praten, funchi met stobá (van kool) eten, het zijn van die typische dingen die hij mist. Rier wordt dan ook warm welkom geheten als hij op bezoek gaat.

Rier heeft prima contact met de Surinamers. Dat heeft voor een belangrijk deel te maken met de Surinaams achtergrond van zijn ouders, denkt hij. Toch is hij ook wel voorzichtig. “Als Surinamers horen dat je Antilliaan bent, dan kijken ze even op.”

Een veelgehoord stereotype is dat Surinamers neerkijken op Caribische Nederlanders en die zien op hun beurt Surinamers niet zitten. Waar komt dit vandaan? In de gezamenlijke slavernij-geschiedenis van Nederland, ligt volgens historica Mildred Caprino de kern van verdeeldheid die je soms hier en daar merkt.

“Het leven op de koffie- en suikerrietplantages in Suriname was veel harder dan op de eilanden. Bekend is dat slaafgemaakten op Curaçao werden bang gemaakt: als je niet hard werkt wordt je verbannen naar Suriname”, vertelt Caprino. Ze denkt dat het best mogelijk is dat mensen van de eilanden daarom neerkeken op Suriname en de mensen die er wonen.

Rier voelt zich overal wel thuis. “Gezien mijn leeftijd zal ik hier wel blijven wonen in Suriname. Ik ben al gepensioneerd”, zegt hij. “Als ik bij mijn zoon ben die op Bonaire woont en met een Bonairiaanse is getrouwd, voel ik me daar ook thuis. En bij de familie van Regina op Aruba, voel ik me daar goed. Ik heb gestudeerd in Nederland, heb familie in Amerika. Ik ben overal thuis. Ik voel me een wereldburger.”