Kritiek op reizende politici: wat voor zin heeft Parlatino?

Foto: Pixabay

De afgelopen maanden hebben parlementsleden van Curaçao opnieuw gekozen om te gaan reizen voor hun werk. Het mag wat kosten om bijvoorbeeld naar Parlatino te gaan, maar wat levert het op? Weinig Statenleden willen daar iets over vertellen.

Parlatino is een bijeenkomst van Latijns Amerikaanse- en Caribische parlementsleden, bedacht om de politieke banden in de regio te versterken. De politici praten met name over mensenrechten en de economische kansen. Vanuit inwoners is er een steeds luidere roep om te stoppen met ‘snoepreisjes die niets opleveren’. Maar de reizen gaan door, zonder dat het bekend wordt wat het allemaal concreet oplevert.

In juni van dit jaar reisden vijf Curaçaose parlementariërs naar Panama voor een bijeenkomst van Parlamento Latino Americano (Parlatino). Twee weken eerder was een andere delegatie al naar een Parlatino-bijeenkomst in Cuba gegaan. Enkele weken later was een vergadering in Chili; ook daarbij waren Curaçaose Statenleden aanwezig.

‘Parlatino-bezoeken zijn niets meer dan een uitje’
Het is belangrijk om ‘persoonlijk contact te onderhouden’ met andere parlementsleden uit de regio, is wat politici vaak zeggen. ‘‘En dat is ook zo”, stelt oud-Statenlid Alex Rosaria (Pais). “Maar alleen als er een duidelijk omschreven doel of visie is. Omdat dat er niet is, zijn de Parlatino-bezoeken niets meer dan een uitje.”

Rosaria stelt vraagtekens bij de kosten voor het lidmaatschap. Maar ook bij de andere kosten voor de Curaçaose belastingbetaler: dure hotels en de business class-vluchten van de parlementsleden naar bijvoorbeeld Panama, ‘terwijl Aruba daar niet voor kiest’. Parlementsleden kunnen vervolgens ook een dagvergoeding bovenop hun salaris ontvangen.

Daggeldvergoeding: 500 gulden per dag, belastingvrij

Een Statenlid op Curaçao krijgt een basisvergoeding van ongeveer 12.000 gulden per maand. Daarbij krijgen ze voor een internationale dienstreis per dag zo’n 500 gulden.

Volgens critici zouden Statenleden de daggeldvergoeding kunnen gebruiken als een manier om extra geld op te strijken. Over die vergoeding hoeven ze bovendien geen belasting te betalen.

Parlementsleden willen zelf niet reageren
Opvallend is dat Statenleden tot voor kort na Parlatino-bezoeken foto’s naar de pers stuurden van vergaderingen en bijeenkomsten. Sinds de kritiek toeneemt, komen nauwelijks nog foto’s en positieve persberichten. Wat ook opvalt is dat veel (oud-)parlementariërs op Curaçao en Sint-Maarten geen antwoord wensen te geven op vragen van Caribisch Netwerk over het nut van de Parlatino-vergaderingen.

Op de kritiek op de hoge kosten is onlangs gereageerd door Statenvoorzitter Charetti America-Francisca. Zij stelt dat er vanuit het parlement wel degelijk wordt gekeken om reiskosten niet onnodig op te laten lopen. Tegelijkertijd hebben parlementsleden ruim 400.000 gulden uitgegeven aan elf dienstreizen. Het budget is dit jaar al met een ton overschreden.


Juni 2022: ophef over het aantal dienstreizen van Curaçaose politici
(Verslag door Kim Hendriksen)

‘We hebben een big brother nodig tegen Den Haag’
Het Sint-Maartense Statenlid George Pantophlet (National Alliance) is op zijn hoede, voor bijvoorbeeld de moeizame relatie met politiek Den Haag. “Met wat er allemaal gebeurt in het Koninkrijk, is het goed dat we voor Sint-Maarten een big brother hebben. Parlatino bestaat uit landen die samen 500 miljoen inwoners hebben.”

Sint-Maarten wil onderzoek naar het nut van Parlatino

Op Sint-Maarten wil jongerenpartij PFP het liefst dat het lidmaatschap van het eiland wordt opgezegd, want dat alleen kost zo’n 30.000 Amerikaanse dollar per jaar. Daar is geen steun voor in het parlement.

Wel is hun andere voorstel dinsdag aangenomen: er komt een onderzoek door de Rekenkamer naar wat Parlatino voor Sint-Maarten oplevert.

“Als je nu investeert, zie je misschien niet meteen wat het je vandaag oplevert”, zegt Pantophlet. “Maar je weet nooit wat het in de toekomst oplevert en waar je straks van kunt profiteren.”

‘Je wil weten wat er in de regio gebeurt’
Op Curaçao is oud-minister van Economische Ontwikkeling en MAN-Statenlid Giselle McWilliam één van de weinigen die er openlijk over wil reageren. “Ja, de bezoeken aan Parlatino moeten doorgaan. Het levert op dat het parlement een beter inzicht krijgt over wat er dicht bij ons land gebeurt. Ook leren we van de uitdagingen en successen van landen in onze regio.”

‘Het aantal internationale contacten van parlementariërs is met grote stappen achteruitgegaan’

Zoom-meetings zijn volgens McWilliam alleen in bijzondere gevallen een geschikt alternatief. Wat haar opvalt is hoe Curaçao omgaat met de internationale politiek. “Het aantal internationale contacten van parlementariërs is met grote stappen achteruitgegaan sinds 10-10-’10. Vroeger waren er belangrijke contacten met collega’s in Venezuela, Colombia, Washington en de Caribische eilanden, dat is nu allemaal minder. Internationaal contact is belangrijk voor bestuurders en parlementsleden.”

“Het zijn gezelligheidsbezoeken”, reageert Rosaria. “Het is ook onmogelijk te bepalen of de vele bezoeken effectief zijn. Het Curaçaose parlement nooit een beleidsstuk heeft aangenomen over de visie en de doelen voor de Curaçaose deelname. Ik ben als parlementariër nóóit naar Parlatino-vergaderingen gegaan, omdat ik niet zou weten wat ik daar kon uitrichten.”