Foto: CBCS

PHILIPSBURG – “De economie van Sint-Maarten is niet groot genoeg om een eigen centrale bank te ondersteunen.” Dat zegt de president van de Centrale Bank van Curaçao en Sint-Maarten, Richard Doornbosch.

Doornbosch is een jaar geleden aangesteld aan directeur van de Centrale Bank van Curaçao en Sint-Maarten. Een jaar dat werd gedomineerd door de gevolgen van Covid-19. Onlangs gaf hij een presentatie van de jaarcijfers voor 2020 in achtereenvolgens Sint-Maarten en Curaçao.

Sinds 2010 delen Curaçao en Sint-Maarten een Centrale Bank en een monetaire unie en even lang zijn er ontevreden geluiden hierover, vooral op Sint-Maarten. Sint-Maarten zou teveel afdragen voor de deviezenreserves van de Centrale Bank en er zou te weinig terugkomen, aldus meerdere politici op het eiland.

Doornbosch heeft die geluiden ook gehoord. In een gesprek met Caribisch Netwerk reagaeert hij op de klacht dat Sint-Maarten het meeste zou afdragen aan de deviezenreserves van de bank vanwege haar dominante toeristische sector. Doornbosch: “Er geldt over het algemeen dat de economie van Curaçao goed is voor 80 procent van de deviezenreserves en die van Sint-Maarten voor 20 procent.”

Het verschil in de grootte van de twee eilanden is een ratio van 4:1 en hij verwacht dan ook dat de deviezen ratio ook hetzelfde is. “Het kan zijn dat Sint-Maarten iets meer dan 20 procent afdraagt maar in andere jaren is dat minder.” Curaçao is het grotere financiële centrum, benadrukt Doornbosch.

‘Delen van de monetaire unie betekent ook delen van verantwoordelijkheden’
– Richard Doornbosch

Als het gaat om het delen van een monetaire unie geeft Doornbosch aan dat de bevolking van Sint-Maarten erg klein is waardoor “de economie niet groot genoeg is om een eigen centrale bank te ondersteunen.” Verder geeft hij aan dat er voor de verantwoordelijkheden, zoals het toezicht houden op de integriteit van financiële instellingen en het in stand houden van betaalsystemen, “bepaalde expertise nodig is, wat niet altijd in elk land aanwezig is.”

Door het delen van de monetaire unie worden de verantwoordelijkheden gedragen door beide landen. “Er is niet veel qua handelsintegratie, maar qua financiële integratie zijn er genoeg raakvlakken omdat veel van de banken op Curaçao ook actief zijn op Sint-Maarten.”

Toch een Caribische gulden?
Curaçao en Sint-Maarten maken tien jaar na het einde van de Nederlandse Antillen nog steeds gebruik van de Antilliaanse Gulden als hun officiële munt. Er liggen sinds 10-10-10 plannen om de Caribische Gulden te introduceren.

Debatten over de voor- en nadelen van dollarisatie staan gepland voor september en oktober van dit jaar. Afhankelijk van de beslissingen die worden genomen door de regeringen van Curaçao en Sint Maarten, overweegt de CBCS om de Caribische Gulden te introduceren als munteenheid.

Ook al is de beslissing technisch gezien al genomen, het is nooit geïmplementeerd. De CBCS rolt de nieuwe munteenheid na de debatten uit, als er tenminste geen ander besluit wordt genomen. CBCS verwacht de munteenheid in 2023 of 2024 op de markt te hebben. De Centrale Bank zal tegen die tijd een update geven over de lancering van de nieuwe munt.

Richard Doornbosch


Richard Doornbosch (1973) studeerde monetaire economie en bedrijfseconomie aan de Rijksuniversiteit Groningen en was sinds 2016 plaatsvervangend bewindvoerder bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in Washington D.C. Sinds 7 augustus 2020 is hij president van de Centrale Bank van Curaçao en Sint-Maarten.