Foto: Kim Hendriksen

ORANJESTAD – Aruba en Sint-Maarten krijgen 14,9 miljoen euro extra voor voedselhulp, zo heeft het Nederlandse kabinet besloten. De eilanden redden het hiermee tot en met april. Curaçao krijgt geen extra geld omdat ze volgens Nederland met het al geschonken noodbedrag vorig jaar tot april uitkomen.

Dit informeert staatssecretaris Raymond Knops (Koninkrijksrelaties) in een brief aan de Tweede Kamer. Zoals Knops al tijdens zijn bezoek begin van deze maand aan Bonaire, Aruba en Sint-Maarten aangaf, moeten de eilanden weer vanaf de zomer zonder dit voedselhulpprogramma gaan doen.

“In de komende maanden wordt toegewerkt naar een transitie van de voedselhulp naar een meer langdurige inbedding van het programma bij de lokale overheden”, zegt de staatssecretaris in de Kamerbrief. Daaruit blijkt ook dat dit proces eerder voor Curaçao start met ‘streefdatum 1 april’.

foto: Knops bij Rode Kruis Aruba

Aruba zelf hulp oppakken

Tijdens zijn bezoek aan onder meer Aruba, zei Knops al in een interview met aan Caribisch Netwerk dat het eiland zelf alle bijstand en voedselhulp vanaf de zomer moet gaan oppakken.
Lees hier het artikel

“Met de afspraken uit de gesloten akkoorden met Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt tegelijkertijd gewerkt aan een sterkere economie, zodat minder mensen afhankelijk worden van voedselhulp en in eigen inkomen kunnen voorzien. Het verwacht effect daarvan is nu nog niet goed te overzien”, aldus Knops.

Afhankelijk van voedselhulp
20 procent van de bevolking op Aruba en Sint-Maarten, en 15 procent op Curaçao, is volgens Nederland afhankelijk van de Nederlandse voedselhulp nu. Hij benadrukt dat straks bij de overgang het uitgangspunt blijft van Nederland om de ‘meest kwetsbare mensen niet aan hun lot over te laten’.

Op Aruba zoals eerder bericht zijn het veelal ongedocumenteerde immigranten die van de noodhulp afhankelijk zijn. De Arubaanse regering heeft namelijk al vanaf het begin van de crisis gezegd deze niet te helpen en verwijzen naar hulpinstanties als het Rode Kruis.

Lees hier de Kamerbrief