Persvrijheid onder druk op meeste Caribische eilanden tijdens coronacrisis

Foto: Pixabay

ORANJESTAD – De persvrijheid heeft tijdens de coronacrisis meer onder druk gestaan zowel vanuit de overheid als van het publiek. Vooral Aruba spant de kroon, zo blijkt uit de reacties van media en journalisten op de Nederlands-Caribische eilanden.

De politie werd in de eerste dagen van de avondklok aangewezen om verslag te doen op straat voor de Arubaanse journalisten.

Op Aruba kregen journalisten geen ontheffing toen de avondklok werd ingesteld. Vervolgens maakte de overheid met een select groepje afspraken waarbij elke avond in de vorm van een roulatiesysteem drie media op pad mochten. Die situatie heeft meer dan een maand geduurd.

Ook mochten journalisten geen persconferenties meer bijwonen. Deze werden onder meer op Facebook uitgezonden door de overheid zelf waarbij het publiek ook direct kon reageren. Hiermee gaf de overheid dan ook een platform aan mensen die niet alleen de pers bekritiseerden maar ook ridiculiseerden en in sommige gevallen zelfs bedreigden.

“Wat wij hekelden, was de selectieve informatie die we kregen en de constante sugar coating door de regering. Dus negatieve info goedpraten met positief nieuws. En omdat interne mediacoördinatie bij het crisiscentrum niet of bijna niet bestond, werden vragen door de pers dubbel gesteld. Zodat wij als pers vaak als domme idioten werden gelabeld door het volk”, vertelt Tito Laclé van NoticiaCla.

Edmond Croes directeur van krant Solo di Pueblo, radiozender Topfm en tv-zender Canal 22 zegt dat de overheid het vooral in het begin van de crisis niet goed heeft gedaan. “Ze hebben de pers niet correct behandeld. Dat is nu veranderd maar wij moeten nog steeds onze krant eerder drukker, in plaats van 11 uur voor de Covid-pandemie is dat nu 7 uur ‘s avonds al.” Ook het publiek maakte de pers in het begin belachelijk, zegt hij. “Maar daarna realiseerden ze zich dat zonder pers ze niet weten wat er gebeurt en zonder pers de autoriteiten ook misbruik kunnen maken.”

Het bericht van persmedewerker Joally Croes

Hetze tegen de pers
Dat veel mensen de pers aan het begin van de coronacrisis op Aruba zwart maakten, kwam ook door de regering. Toen een groep persmensen het publiceren en uitzenden van overheidsinformatie wilde boycotten, zette Joally Croes de persmedewerker van de Arubaanse premier dit vrijwel direct op haar Facebook met beschuldigingen aan de pers en de hashtag stopdiplame (stop met het verspreiden).

In de meer dan 300 commentaren onder het bericht gaf ze hiermee ook een platform aan mensen die de pers niet alleen maar belachelijk maakten, maar ook uitscholden en bedreigden. Soortgelijke verwijten zijn ook door verschillende ministers en hoge ambtenaren geuit op hun social media en verergde de hetze tegen de Arubaanse pers.

Wie is journalist?
Een van de argumenten die de Arubaanse regering gebruikte om de pers in het begin van de avondklok te weren, was door te verklaren dat ze niet weten wie allemaal journalist is. Maar tijdens de digitale persconferenties vervolgens gaven de woordvoerders van de premier wel voorrang aan vragen van niet-bestaande media, waardoor vragen van gevestigde media door tijdgebrek niet beantwoord konden worden.

Het ontbreken van een systeem hoe om te gaan met de pers tijdens een pandemie, noemt Patrick Paskel van 24ora ook als reden waarom het misging in het begin. “Het bleek ook geen prioriteit van de regering om daarmee te komen. We hebben daarom daarna een persvereniging opgezet.”

Baboe Hoek van Noticiaabc zegt: “Het is misschien moeilijk om de pers te verenigen op Aruba. Maar wat we wel hebben laten zien is dat de pers net zo of nog belangrijker is dan een regering. Want zij gaan uiteindelijk, wij blijven.” Hij bekritiseert ook de pers: “Het is heel jammer dat veel pers die nauw is met de vorige AVP-regering Covid heeft gebruikt om politiek te bedrijven. Het publiek werd daardoor slecht geïnformeerd en raakte verward. Je kan in een crisis niet zo het volk bespelen.”

Op Sint-Maarten heeft de overheid wel een perssysteem omdat ze al eerder met zulke situaties te maken kreeg door de orkaanrampen. Maar uit een recente hoofdredactioneel commentaar van The Daily Herald blijkt dat de regering met steeds meer regels komt voor erkende journalisten. En dit gebruikt om journalisten te weren of vragen niet meer te beantwoorden.

“Een regering die te selectief wordt ten aanzien van wie zij erkent als legitieme journalisten, begeeft zich op glad ijs. Voor je het weet, komen er verplichte staatsvergunningen”, aldus de krant.

Pers Curaçao over de persvrijheid
Curaçao die nu midden in de tweede coronagolf zit die ernstiger is dan de eerste, wordt bijna dagelijks gebriefd door de regering. Maar ook daarop is kritiek vanuit de pers omdat ze daar niet altijd bij mogen zijn.

Een van de briefings van de regering waarbij de pers niet aanwezig mocht zijn.

“Onduidelijk is voor ons waarom de ene keer persconferenties wel met pers en de andere keer weer zonder pers zijn. Als enige reden kan ik bedenken dat men op belangrijke momenten kritische vragen tracht te ontwijken”, zegt hoofdredacteur Norman Serphos van Amigoe.

Hij vindt dat in korte tijd de pers opzij geschoven is omdat de regering liever direct met de bevolking communiceert. “De pers wordt opzij geschoven en niemand die reageert. Alleen Amigoe heeft in het recente verleden hierover in kritische commentaren over durven te klagen. Dus heeft de afgelopen periode gevolgen gehad voor de persvrijheid? Wel degelijk!”

Journalist Yves Cooper beschouwt de manier van persconferenties geven als ‘een poging om de pers de mond te snoeren’. Hij heeft ook alle vertrouwen verloren in hoe (niet) transparant epidemioloog Izzy Gerstenbluth is. Maar de ‘zuurste ervaring in 20 jaar in de journalistiek’, noemt hij hoe het publiek met de pers is omgegaan. “Het was een bevestiging dat het publiek niet weet wat journalistiek werk inhoudt, de waarde ervan en dat komt door de pers zelf die een verkeerd beeld geeft.”

‘Periodismo di chupalenga’ noemt hij ze, ofwel parasiterende journalistiek. “Het gaat om journalisten die er alles aan doen om maar goed te blijven met iedereen in publieke functie en ook in de privésector. Daarom stellen ze geen kritische vragen om niemand boos te maken.” En ook omdat ze baantjes namen bij politieke partijen. Of bijvoorbeeld is er een journalist die commissaris is bij een overheidsbedrijf, zegt Cooper. “Dat kan toch niet. En dan denkt het publiek dat dat journalistiek is.”

Mike Willemse van het Antilliaans Dagblad zegt weinig tot geen tegenwerking te hebben gekregen. “De regering is voor onze redactie prima en constant bereikbaar voor vragen en antwoorden. Ook ervaren we voldoende bewegingsvrijheid, ondanks de avondklok: onze medewerkers hebben allemaal ontheffing gekregen en worden daarin niet gedwarsboomd.”

Waar het medium wel extra op alert is, is ‘fake news van vaak anonieme kwaadwillende burgers’, zegt hij. “Dat checken we altijd eerst.”

Positief voor de media?
De coronacrisis heeft tot slot ook positieve gevolgen gehad. Zo zegt hoofdredacteur Boi Antoine dat ze juist de nieuwe krant Boneriano zijn begonnen omdat de lokale bewoners behoefte hadden aan meer informatie tijdens de pandemie. “Èxtra (van Curaçao die het Bonairiaanse nieuws publiceerde) kon niet meer pagina’s drukken en daarom heeft Bonaire voor het eerst in de historie nu haar eigen krant.” Voor de vele ouderen op het eiland zegt hij, is het heel belangrijk omdat die anders veel informatie hadden gemist.

Ook 24ora zegt bijna 40% meer gebruikers te hebben sinds de pandemie in maart begon. “Het publiek was meer thuis en in afwachting van de gebeurtenissen. De video’s worden beter bekeken en reacties komen veel vaker dan vroeger binnen”, aldus Paskel.

Maar ondanks deze ontwikkelingen is het voor de meeste media net als de rest van het bedrijfsleven  financieel een heel zwaar jaar. “Weken was er geen krant alleen via website/Facebook. Als de winkels dus dicht bleven, er was ook geen straatverkoop. En tot nu toe kan de krant niet naar de andere eilanden omdat er geen dagelijkse vluchten zijn of ferry gaat. Daarbij viel de helft van de advertenties en drukinkomsten weg. De zaterdagkrant is nog steeds opgeschort”, vertelt directeur Paul de Windt van The Daily Herald. In eerste instantie kregen lokale media op Sint-Maarten ook geen overheidssteun om de salarissen kunnen blijven betalen. Maar dat is wel rechtgetrokken na twee maanden.

Ook Hoek van Noticiaabc zegt dat tot op heden het financieel een uitdaging is. “De pers blijft afhankelijk van sponsors.”

Dinsdag publiceert Caribisch Netwerk deel 2 over waarom journalisten ook op de Nederlands-Caribische eilanden bescherming nodig hebben.
Wereldwijd persvrijheid beperkt

Tijdens de World Press Freedom Conference vorige week die dit jaar door Nederland en Unesco is georganiseerd, blijkt dat wereldwijd regeringen de coronacrisis hebben gebruikt om persvrijheid te beperken en journalisten zwaar onder druk te zetten. Een andere grote bedreiging blijken de sociale mediaplatforms. De journalist moet daar opboksen tegen nepnieuws en -informatie. Journalisten worden ook steeds vaker het slachtoffer van online lynchen, vooral vrouwen.