Foto: John Samson

DEN HAAG – Wat weten we eigenlijk over de rol van onze Caribische eilanden tijdens de Tweede Wereldoorlog? “Veel te weinig”, vindt oud-marinier Jos Rozenburg. Hij deed jarenlang onderzoek en schreef daar een boek over.

“Met de rest van Nederland, dacht ik ook dat er nooit gevochten was op de eilanden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Niets blijkt minder waar. Sterker nog: zonder hulp van onze Caribische eilanden, had de oorlog langer geduurd.”

“De eilanden waren verschrikkelijk belangrijk, want daar waren de raffinaderijen die de vliegtuigen en tanks van de geallieerden van brandstof voorzien. De Duitsers hebben Aruba en Curaçao aangevallen.”

Tekst gaat verder onder de video

Oud-marinier Jos Rozenburg en sergeant-majoor Elvis Manuela in het debatprogramma Kwesties (NTR)

Tijdens de oorlog kregen inwoners de opdracht om ’s avonds in totale duisternis te leven, zodat de Duitse onderzeeboten de kust niet konden zien. “Inwoners moesten alle ramen van hun huis verduisteren. Auto’s reden ’s avonds zonder licht. Het werd geweldig nageleefd, geen lampje was meer zichtbaar.”

“De grootste daden die er verricht zijn, zijn onderbelicht gebleven”, aldus Rozenburg. “Op de middelbare school wordt op de eilanden vanuit een Nederlandse bril onderwezen. Iedereen kent Anne Frank, maar als je vraagt naar de eigen geschiedenis dan weten mensen maar één ding. De verduistering.”

‘Niet honderden, maar duizenden Caribische namen gevonden’
Acht jaar lang deed Rozenburg – in zijn vrije tijd – onderzoek naar de rol van de Caribische eilanden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het leverde niet honderden, maar duizenden Caribische namen op.

De Caribische mannen waren vaak werkzaam in de machinekamer van schepen. “Dat was de gevaarlijkste plek met een onderzeeboot in de buurt. Als je werd getorpedeerd, was de kans heel groot dat je er niet levend uitkwam.”

‘Overal ter wereld zijn er oorlogsgraven van Antillianen’
“Toen ik hoorde dat de oorlog zonder de eilanden waarschijnlijk langer had geduurd, viel ik stil”, vertelt Elvis Manuela. Hij is sergeant-majoor bij Defensie en is geboren op Curaçao. “Als ik dit soort verhalen hoor, word ik heel trots en tegelijkertijd vreet het aan me dat we zo weinig hierover leren.”

Zowel Rozenburg als Manuela missen de betrokkenheid van de Caribische gemeenschap. Zeker nu het Koninkrijk der Nederlanden 75 jaar bevrijding viert. “Sterker nog, er zijn over de hele wereld oorlogsgraven van Antillianen. Maar mensen weten niet welke rol de eilanden hebben gespeeld.”

‘Mijn droom is dat de Caribische scholieren hierover leren’
Rozenburg’s droom is dat het boek vertaald wordt naar het Papiaments en dat scholieren meer over ‘hun eigen en onze gezamenlijke geschiedenis’ leren. “We moeten de jeugd in hun eigen taal vertellen over de heldendaden van hun oma’s en opa’s. Maar ik heb niet de middelen. Ik ben nog steeds op zoek naar hulp.”

Beiden willen graag een gesprek met minister Ank Bijleveld van Defensie. “Bovendien”, stelt Manuela, “kunnen deze verhalen  flink helpen in de strijd voor meer diversiteit binnen Defensie. Je beseft dat je als mens, ook vanuit een klein eiland, zoveel kunt betekenen voor de wereld.”

Sergeant-majoor Elvis Manuela spant al jaren in voor meer diversiteit bij Defensie en probeert Caribische jongeren te inspireren om bij daar ook aan de slag te gaan. – Foto: John Samson