DEN HAAG – Gaat staatssecretaris Knops (Koninkrijksrelaties) opnieuw verkiezingen voor de eilandsraad uitstellen op Sint-Eustatius? De lokale partijen zelf zien geen argumenten om nog langer te wachten.
Binnen een paar weken valt het besluit. Dan informeert de staatssecretaris of zijn eigen team voldoende vooruitgang heeft geboekt. Sinds de bestuurlijke overname is het voor Knops een voorwaarde om weer verkiezingen te houden. Pas dan komt er weer een lokaal bestuur.
Oud-raadslid Koos Sneek (DP Statia) maakt zich zorgen of er binnenkort verkiezingen komen. Hij stuurde onlangs een brandbrief waarin hij de staatssecretaris ervan beschuldigt een ‘te rooskleurig’ beeld te hebben geschetst aan Tweede Kamerleden.
Bevolkingsregister
Een van de voorwaarden om verkiezingen te houden is een georganiseerde bevolkingsregister, maar ambtenaren zijn nog steeds bezig met het register op te opschonen. “Hoe moeilijk is dat met een bevolking van 3.000 mensen? Dat had al in de eerste paar maanden kunnen gebeuren”, stelt de voorman van DP Statia.
“Bovendien”, zegt Sneek, “Tijdens deze ingreep werden er al twee verkiezingen gehouden: voor het Europees parlement, voor het Kiescollege [Eerste Kamer, red.] én een referendum over de privacywet.”
“Bij ons buureiland Saba was het bevolkingsregister óók niet op orde bij de eilandsraadverkiezingen van maart. Waarom is het nu een onoverkomelijk probleem?”
‘Wiens schuld is het dat er niet voldoende vooruitgang is?’
Eigenlijk had Sint-Eustatius in maart 2019 naar de stembus gemoeten om haar eilandraadsleden te kiezen, net als op Bonaire en Saba. Politiek Den Haag heeft het lokale bestuur voorlopig uitgeschakeld om de financiën, infrastructuur en administratie eerst op orde te brengen.
De voortgang zou volgens inwoners traag zijn en de kritiek vanuit Sint-Eustatius groeit. “En wiens schuld is het dan dat er niet voldoende vooruitgang is?”, vraagt Sneek retorisch.
“Er is genoeg geld beschikbaar en je ziet hier allemaal Nederlands personeel rondlopen. En dit kan je niet meer op de conto schrijven van de gasten die het verknald hebben. Het duurt nu veel te lang.”
‘Nederland bang voor Clyde van Putten’Volgens Sneek doet de situatie op Sint-Eustatius denken aan 1951. Toen had de Nederlandse regering het lokaal bestuur van de gemeente Finsterwolde overgenomen, omdat de communisten een meerderheid in de gemeenteraad kregen. “De Nederlandse ambtenaren zeggen het weliswaar niet publiekelijk, maar er is een angst te bemerken dat ze Clyde van Putten niet terug willen zien”, zegt Sneek. “Het zou in theorie kunnen, dat hij de verkiezingen wint. Maar dat mag geen reden zijn om de verkiezing uit te stellen.” Van Putten, die zichzelf de ‘coalitieleider’ noemt, wil zelf niet reageren. Zijn partij laat in een reactie weten: “De coalitie Van Putten en Merkman is uit het bestuurskantoor verjaagd, weliswaar zonder pistool, maar dat maakt niet dat de regeringscommissaris daar rechtmatig zit.” “Je kunt het niet goed vinden dat de Venezolaanse president Maduro is verkozen, maar hij is wel gekozen. Nederland heeft ook geen mening te vormen over wie wel of niet op Curaçao en Statia”, zegt woordvoerder Xavier Blackman. “Van Putten is nog steeds gewoon raadslid en politiek actief.” Wat betreft de verkiezingen? “Die hadden er allang moeten zijn en die moeten komen. Punt.” |
“Het is belangrijk dat er verkiezingen komen, want er is geen publiek debat meer”, zegt Sneek. “Doordat er geen eilandsraad is, wordt nu alles achter gesloten deuren besproken. De bevolking weet niet wat voor plannen op tafel liggen en of ze zijn vastgesteld.”
De maatschappelijk adviesraad, een groep inwoners die namens de Statiaanse bevolking met de Nederlandse bestuurders praat, blijkt weinig zeggenschap te hebben.
Verkiezingen, maar met een overgangsfase
Volgens Sneek moet er een ‘overgangsfase’ komen: eilandraadsleden worden weer verkozen, zodat ze in het openbaar voorlopig met de Nederlandse bestuurders kunnen debatteren en informatie opvragen. “Geef ons stap voor stap de bestuurlijke taken terug.”