Weer klachten van Curaçaoënaars over uitbuiting in de Nederlandse thuiszorg: waar gaat het mis?

Foto: Pixabay

DEN HAAG – Het is opnieuw raak in de thuiszorg in Nederland. Weer zijn er Curaçaose werknemers die hun werkgever beschuldigen van misleiding en uitbuiting. Ook dit keer gaat het om mensen die op Curaçao zijn gerekruteerd. Waar gaat het mis?

Het Curaçaose kabinet adviseerde eilandbewoners recentelijk nog om afspraken met werkgevers in Nederland goed te controleren alvorens de oversteek te maken en zo teleurstellingen te voorkomen. Maar met de Curaçaose Mayra en haar dochter Rachel (21)* ging het toch mis.

Dakloos op straat
De twee belandden na twee maanden proeftijd gedesillusioneerd en dakloos op straat zonder inkomen en toekomst in Nederland. ‘Ze zijn geen uitzondering’, zegt gemeenteraadslid Yvette IJpelaar uit Waalwijk. “De laatste tijd word ik om de paar weken gebeld met dit soort verhalen.” De rode draad in de verhalen is een tegenstrijdigheid in beloften, verwachtingen en uiteindelijk de bittere realiteit van het bestaan als minima in Nederland.

‘Ze hebben ons met zoete praatjes hier naartoe gelokt. Alles hebben we opgegeven en nu hebben we niks’
– Mayra en Rachel

“Op Curaçao werd ons door de zorginstelling in Nederland beloofd dat we een goedbetaalde baan in de thuiszorg zouden krijgen, een huurwoning en ik zou mijn studie hier in Nederland af kunnen maken”, vertelt Rachel. Maar eenmaal in Nederland krijgen Rachel en haar moeder een nul-urencontract, werkdagen van 15 uur of meer en is er helemaal geen mogelijkheid om een studie af te maken. Zijn ze voorgelogen?

‘Nee’, zegt hun ex-werkgever*. “Wij zijn altijd eerlijk en transparant geweest over het soort contract dat ze hier zouden krijgen. Van een huurwoning was ook geen sprake want die hebben we helemaal niet. Maar omdat zij zelf niets hadden hebben we tijdelijk één van onze eigen huizen aan ze verhuurd.”

Te rooskleurig beeld
En die 15-urige werkdagen dan? “Dat zijn slaapdiensten van negen ‘s avonds tot zes uur ‘s ochtends”, is de uitleg. “De meest gewilde diensten binnen ons bedrijf omdat je dan betaald wordt terwijl je op locatie slaapt.”

Wettelijk lijkt alles in orde en inzage in contracten, urenbriefjes en roosters bevestigt dat. Maar waarom trekken mensen zoals Mayra en haar dochter Rachel eenmaal in Nederland dan toch aan het kortste eind?

Dit gaat er mis

  • Vaak horen Curaçaoënaars rooskleurige verhalen over de Nederlandse thuiszorg met banen voor het oprapen. Maar daarbij wordt niet vermeld dat de sector in Nederland al jaren kampt met enorme druk door personeelstekort en lage salarissen. Vakbond FNV eiste onlangs nog tevergeefs vijf procent loonsverhoging en aanpak van de werkdruk.
  • Twee zorginstellingen, waar over is geklaagd, worden bestuurd door Curaçaoënaars*. Die zeggen ‘hun eilandgenoten juist een kans te bieden’ en dat de klagers ‘zelf onrealistische verwachtingen en een slechte arbeidsethos hebben’.
  • Als werknemers van Curaçao na een arbeidsconflict in Nederland op straat belanden, hebben ze volgens hulpverleners vaak helemaal niets om op terug te vallen. Ook kennen ze niet de wegen in het sociale systeem en gebeurt er weinig tot niets met hun klachten.

Waar zijn de Caribische belangenorganisaties in dit verhaal? Gemeenteraadslid IJpelaar zegt ‘van alles te hebben geprobeerd’ voor de gedupeerden: “Het Kabinet van Curaçao, opvangcentra, hulporganisaties, maar overal krijg ik nul op rekest en wordt de verantwoordelijkheid bij de slachtoffers zelf neergelegd.”

Volgens de vertegenwoordiging van het Kabinet van Curaçao in Nederland ligt de verantwoordelijkheid bij de slachtoffers ‘omdat zij zelf van tevoren hadden moeten uitzoeken wat voor contract ze tekenen en met wie ze in zee gaan’. “Eenmaal in Nederland kunnen we niks voor ze doen”, zegt de Curaçaose gevolmachtigde minister Anthony Begina.

Juridische gevolgen
Toch is er nog wel de wet. “Een werkgever moet een deugdelijke registratie van de arbeids- en rusttijden van zijn werknemers voeren. Doet hij dit niet, dan riskeert de werkgever een boete”, vertelt arbeidsrechtadvocaat Paul Snijders.

Werknemers zelf hebben daar volgens Snijders ‘ook een verantwoordelijkheid in’. “Ze kunnen hun werkgever aanspreken op misstanden of een klacht  indienen bij de Inspectie SZW (Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid), deze kan een waarschuwing geven of direct een boete opleggen.”

[*] De betrokkenen willen niet met hun (volledige) naam in het artikel uit angst voor imagoschade op de arbeidsmarkt. Hun namen zijn wel bekend bij de redactie.