WILLEMSTAD – Voor bewoners van Curaçao voelt het soms alsof alleen negatief nieuws Nederland bereikt. “Het gaat slecht in de economie, mensen verlaten het eiland, illegale Venezolanen komen deze kant op”, somt investeerder Erik Hogedoorn op. Maar tijdens een wandeling door Otrobanda lieten de bewoners premier Mark Rutte zien dat er ook positieve ontwikkelingen zijn.
In het kader van de Bon Biní for Business Summit wandelde de Nederlandse premier Mark Rutte door de wijk met zijn Curaçaose collega Eugène Rhuggenaath en de minister van Economische Ontwikkeling Steven Martina.
Tekst gaat verder onder de video
Door Roelie van Beek
Ook staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Raymond Knops was erbij om met eigen ogen te zien hoe Otrobanda – dat een imago heeft van prostitutie, drugshandel leegstand en armoede – weer opbloeit. Dat gebeurde allemaal onder leiding van Kurt Schoop, voorzitter van Fundashon Ser’i Otrobanda.
Nieuwe impuls
Schoop vestigde zich zo’n vijftien jaar geleden in de wijk, die zich toen nog op een dieptepunt bevond. Door middel van de stichting probeert hij samen met de bewoners weer een aangename, bruisende buurt te maken van Otrobanda. “Daarvoor zijn we bezig met allerlei activiteiten, zoals de Kaya Kaya Streetparty die we in december voor de tweede keer hebben gehouden. Allemaal in het kader van de ‘rebranding’ en om de wijk een nieuwe impuls te geven”, vertelt Schoop. “Tijdens de wandeling hebben we geprobeerd om Rutte in twintig minuten de energie en potentie van Otrobanda te laten zien.”
Onderweg kwamen verschillende mensen aan het woord, zoals vastgoedontwikkelaars, de nieuwe eigenaren van Keizershof die een boutique hotel ontwikkelen en kunstenaar Francis Sling die de wijk met zijn schilderkunsten probeert op te fleuren. “Wat is die wijk veranderd, joh. In vergelijking met tien jaar geleden”, reageerde de premier opgewekt, toen hij de gerenoveerde monumentale panden bekeek.
Spin-off voelbaar
Investeerder Erik Hogedoorn, die in de Hoogstraat vijf monumentale panden renoveerde en daarin dertien appartementen creëerde, stelt dat de spin-off van alle investeringen van ontwikkelaars, bewoners en de wijkstichting nu voelbaar begint te worden. “Door de renovaties en nieuwe ontwikkelingen zie je dat de criminaliteit verdwijnt uit de buurt. Oude bewoners komen juist weer terug en toeristen durven weer rond te lopen. Dat zijn heel positieve geluiden.”
Rutte maakte regelmatig de vergelijking met de wijk Pietermaai, die wordt gezien als schoolvoorbeeld van een voormalige ‘ghetto-wijk’ die uit het slop is gehaald. Daar kan Hogedoorn zich ook wel in vinden. “Zoiets zou hier qua sfeer heel leuk zijn. Maar ik vind wel dat Otrobanda voor iedereen moet blijven. De lokale bevolking moet zich hier thuis voelen, de investeerders én de toeristen. Dus ik zou deze ontwikkeling niet het nieuwe Pietermaai willen noemen, maar liever het nieuwe Otrobanda.”