KRALENDIJK – De voorman van de Bonairiaanse oppositiepartij Partido Demokrátiko Boneriano (PDB) Clark Abraham snapt niet waarom staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties, vijf maanden voor de lokale verkiezingen, haastig een bestuursakkoord wil laten ondertekenen.
‘Zo’n ingrijpend iets’ vlak voor de eilandsverkiezing van 20 maart 2019 op Bonaire, noemt Abraham ‘uit den boze’. “Je moet een samenleving ook haar eigen zelfreinigde vermogen bieden en de kans om via een democratisch proces haar eigen leiders te kiezen.”
Clark Abraham in gesprek met Ronald A. Muyden
Knops is sinds begin dit jaar al regelmatig afgereisd naar Bonaire. Hij eiste een plan van het Bestuurscollege, met maatregelen op basis van integriteit en goed financieel beheer. Maar in juli noemde Knops de plannen die het Bestuurscollege had ingediend bij hem ‘teleurstellend’. Knops is woensdag op Bonaire om een bestuursakkoord, geldig tot en met 2022, te laten ondertekenen.
Motie verworpen
Een amendement van Abraham mocht niet baten hiertegen. Met vier stemmen voor en vijf tegen is de mogelijkheid om de nieuwe gekozen lokale regering de ruimte te geven voor mogelijke aanpassing in het bestuursakkoord, verworpen.
Een ingediende motie van Abraham’s partij PDB, om met het bestuursakkoord pas na de verkiezingen te laten tekenen, had ook geen meerderheid, met één vóór en acht stemmen tegen.
‘Het democratische recht van de bevolking wordt hierdoor vooraf ingeperkt’
Oppositieleider Clark Abraham
Abraham is tijdens het stemmen over het bestuursakkoord in de eilandsvergadering dinsdag op woensdag weggegaan. Hij vindt dat hierdoor de inspraak en democratisch recht van de bevolking vooraf worden ingeperkt. Bij een huidig bestuur en straks bij een nog nieuw te kiezen lokaal bestuur.
Volgens Abraham zijn er al veel ‘overeenkomsten gesloten en afspraken gemaakt zijn’: “die kunnen voortgang vinden zonder een nieuw bestuursakkoord.”
‘Wij erkennen de problemen’
Abraham steekt de handen “in eigen boezem”; “ja, wij erkennen ook dat het huidige Bestuurscollege zeer ombekwaamd is in het beheren van onze financiële huishouden. Wij erkennen en herkennen ook dat het huidige Bestuurscollege zeer onbetrouwbaar is in zijn afspraken. Niet alleen tegen Den Haag, maar tegen een ieder hier ook lokaal. Maar de gemoederen op het eiland zijn al richting zelfreiniging. Die behoefte is er.”