PHILIPSBURG – Terwijl de lokale overheid geholpen door Nederland en de Wereldbank nog steeds druk bezig is met met rapporten, contracten, aanbestedingen en andere bureaucratie, wapperen op Sint-Maarten nog vele blauwe dekzeilen in de wind.
Volgens de overheid zijn ongeveer 80 procent van de huizen beschadigd door de orkaan. Dat zijn er meer dan tienduizend. Donderdag staat het eiland stil om orkaan Irma te herinneren, exact een jaar geleden. Maar een grootschalig reparatieproject is nog altijd niet van de grond.
Het zijn vooral de vrijwilligersorganisaties die vooruitgang boeken. Het Rode Kruis geeft vouchers voor bouwmateriaal en zelfs een cursus aan mensen die hun huis willen repareren. Die er ook een nieuwe carrière mee kunnen beginnen, want er is een groot tekort aan bouwvakkers.
Ook kerkorganisaties zijn nog altijd heel actief met de wederopbouw. Zoals de Seventh-Day Adventist Church. Elke zondag gaan vrijwilligers op pad om huizen te repareren.
Door Sharina Henriquez (Engels gesproken, Nederlandse ondertiteling)
Silvanico Pauletta werkt bij de brandweer, maar is ook directeur van de lokale Adra-organisatie. Adra is de humanitaire organisatie van de kerk die in meer dan 120 landen actief is, vertelt hij. Direct na Irma gaven ze ook noodhulp: voedselpakketten aan 900 families en 170.000 dollar steun aan de overheid voor voedselbonnen aan meer dan 2000 mensen.
‘De bureaucratie beperkt de overheid’ – vrijwilliger Alphaeus Tatem
Pauletta: “Het was zo’n grote ramp. De overheid kon dat niet alleen, ook niet vanwege haar liquiditeitsproblemen.” Kerkvrijwilliger Alphaeus Tatem geeft nog een andere reden waarom hulp vanuit de overheid traag gaat: “De bureaucratie beperkt de overheid.”
Pauletta erkent dat na een jaar Irma nog heel veel mensen hulp nodig hebben. “Er zijn nog zoveel huizen met zeilen als dak. Dat betekent dat als het regent, die huizen binnen nat worden en nu onder de schimmel zitten. Mensen waren al gestresst vlak na de orkaan. Maar nu nog meer, want dit zijn geen normale levensomstandigheden.”
Kritiek
De overheid heeft geen actuele informatie over hoeveel huizen nog moeten worden gerepareerd. Sint-Maarten Anti-Poverty Platform noemt een aantal van iets meer dan 9000 woningen. Nederland heeft bijgedragen voor 300 woningen tot nu toe en andere organisaties hebben tegen de 400 huizen opgeknapt, volgens hen.
Namens het platform uit Raymond Jessurun kritiek op onder meer de koninkrijksregering: “Deze moet meer steun geven zodat onze mensen dezelfde levensstandaard als in de rest van het koninkrijk kunnen bereiken.”
